Altijd die afkeurende blik in z'n oogjes. Bij alles wat ik deed die wijze oogjes: 'Je bent een slechte moeder'. Nou Nico, ik zal je 'es wat vertellen: jij bent een slecht kind. Want dat kan ook namelijk. Voor mij ben jij een slecht kind geweest. Ik heb me altijd verschrikkelijk gevoeld als jij in de buurt was. JAN Nee! Nu ophouden. Ik wil dit niet. Daar is dit helemaal niet voor bedoeld. Hou je mond Els, je zegt verschrikkelijke dingen. ELS Goed Jan. We stoppen. Hier stopt het. Ze loopt naar de deur. BIBI Mamma niet naar buiten. JAN Toch niet zo de kou in? Je vriest dood. Els, je vriest dood. ELS Ja. En wat zijn jullie daar aan toe. BIBI Mamma. SANDRA Ik ga de spullen pakken, we gaan. Nu. ELS gaat naar buiten. SANDRA begint te pakken. BIBI en NICO kijken elkaar aan. VON neemt nog wat te drinken. BIBI Pappa. Ga 'r achterna. Ze vriest dood. Hij is even totaal in paniek en dan overvalt hem een enorme rust. Hij gaat zitten.