Začátek formuláře Konec formuláře de Volkskrant Datum: 23/10/2003 pagina: 7 Hoofdtrefwoord: Kunst en Cultuur; Kunst; Taal- en Letterkunde; Taalkunde Soort artikel: Opinie Organisatie: Nederlandse Taalunie; Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren Auteur: Jaspaert, Koen Taal blijkt in heel beperkte mate maakbaar Koen Jaspaert Taalkundig argument ontbreekt voor wat correct Nederlands is De Taalunie moet niet voorschrijven wat goed Nederlands is, maar heeft wel een taak bij het bewaren van eenheid in verscheidenheid, meent Koen Jaspart. 1. Er is de afgelopen weken heel wat aandacht besteed aan veranderingen in de Nederlandse standaardtaal. Daarbij kwam ook de Nederlandse Taalunie ter sprake. Een commissie van de Taalunie zou een tekst hebben geproduceerd die voorstelde om het standaardnederlands om de zoveel jaar te reviseren en alle gangbare afwijkingen van dat Nederlands goed te keuren. De Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren zou dit plan hebben overgenomen. Natuurlijk is de Taalunie begaan met de veranderingen in het Nederlands. Maar het beeld dat werd geschetst van de manier waarop de Taalunie opereert, strookt niet altijd met de werkelijkheid. 2. Eerst en vooral even de feiten. 'De' Taalunie is in feite een samenwerkingsverband tussen vier instanties. Er is een Comité van Ministers van de Taalunie dat het beleid vaststelt, een Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren die het Comité van Ministers adviseert, een Interparlementaire Commissie die het werk van het Comité controleert, en een Algemeen Secretariaat, dat het beleid van de ministers voorbereidt en uitvoert. Het Comité van Ministers (bestaande uit de bewindslieden van onderwijs en cultuur in Nederland en Vlaanderen) heeft enige tijd geleden aan de Raad gevraagd een advies uit te brengen over de manier waarop met variatie in het Nederlands omgegaan kan worden. De Raad heeft toen een werkgroep opgericht die een rapport heeft geschreven. Daarna heeft de Raad bij het formuleren van zijn advies van dat rapport gebruik gemaakt. Er is dus niet echt sprake van 'de' Taalunie die een rapport heeft gemaakt dat daarna door de Raad werd overgenomen. Inhoudelijk wordt er, noch in het rapport, noch in het advies van de Raad voor gepleit om afwijkingen van het Standaardnederlands 'goed te keuren'. Integendeel, het is steeds het beleid van de Taalunie geweest om zich niet in te laten met het goed-of afkeuren van de manier waarop mensen het Nederlands gebruiken. Met uitzondering van de spelling stelt de Taalunie geen dwingende norm. Sterker nog, er is geen enkele instantie in het Nederlandse taalgebied (en die is er ook nooit geweest) die voorschrijft wat correct en wat fout is in het Nederlands. 3. Natuurlijk kan men zich afvragen of de Taalunie die rol niet zou moeten spelen. Ik denk het niet. Wie het taalbeleid in verschillende landen bestudeert, merkt dat in het ene taalgebied meer geprobeerd wordt te sturen dan in het andere. Voor alle taalgebieden geldt dat de taalevolutie zich weinig aantrekt van welke sturing dan ook. Taal blijkt maar in beperkte mate maakbaar te zijn. 4. Maar het feit dat voorschrijven van correct taalgedrag zo weinig effect heeft, is niet de belangrijkste reden waarom de Taalunie op dit terrein zeer terughoudend is. Voor een taal die in verschillende landen en gebieden als eigen ervaren wordt, is het zeer gevaarlijk om vanuit de overheid de correctheid te sterk te benadrukken. Als in een taal verschillende manieren worden gebruikt om hetzelfde uit te drukken, betekenen correctheidsuitspraken niet alleen dat een bepaalde manier om dat ene uit te drukken correct genoemd wordt, maar ook dat alle andere manieren worden gedegradeerd tot taalfouten. Heel vaak is er geen enkel taalkundig argument te geven waarom de ene constructie wordt verkozen boven de andere. In de praktijk zie je dat wie zich uitspreekt voor een dergelijk oordeel en daartoe ook suggesties doet, zich meestal baseert op de kenmerken van de sprekers die een bepaalde variant aandragen. En daarin schuilt nou net het gevaar. Wat moeten sprekers denken die door de normatieve oordelen van een of andere instantie steeds tot tweederangsgebruikers van hun eigen taal worden gedegradeerd. Wat gebeurt er als men het Nederlands van de Randstedelijke elite uitroept tot correcte standaardtaal en Vlamingen, Surinamers, niet-Randstedelingen, jongeren, allochtonen, volksbuurtbewoners, et cetera bestempelt als gebruikers van een gecorrumpeerd Nederlands? Mijn voorspelling is dat die groepen in sneltreinvaart zullen vervreemden van dat Nederlands. In deze tijd lijkt deze vervreemding mij nu juist het grootste gevaar dat het Nederlands bedreigt. Zolang 22 miljoen Nederlandssprekenden vinden dat ze een eigen taal hebben waarmee ze zoveel meer kunnen doen dan met dat vreemde Engels, heeft het Nederlands weinig te vrezen. 5. De keuze om niet de correcte taal voor te schrijven betekent natuurlijk niet dat de Taalunie de taalevolutie maar laat waaien. Ook dat is niet goed voor het Nederlands. Er zijn nu eenmaal van die momenten waarop gekozen moet worden. In een recente discussie in Taalschrift, een digitaal tijdschrift over het Nederlands, beschreef een Nederlandse uitgever die veel Vlamingen in zijn fonds heeft, hoe hij dagelijks keuzes moet maken. De boeken die hij uitgeeft, zijn voor het hele taalgebied bedoeld. Een ieder die, in zijn beroep of ook privé, met taal te maken heeft, moet geregeld keuzes maken met betrekking tot het gebruik van bepaalde formuleringen of constructies. Soms leidt dit tot onzekerheid. Om mensen bij dit soort keuzes te helpen heeft de Taalunie samen met taaladviesdiensten in Nederland en Vlaanderen de internetservice Taaladvies in het leven geroepen. Op deze taaladviessite op het internet kan elke taalgebruiker informatie vinden over de manier waarop zaken in het Standaardnederlands verwoord worden. Als de databank van de Taalunie geen oplossing biedt, kan de vraag voorgelegd worden aan specialisten. Op deze wijze probeert de Taalunie elke taalgebruiker die daaraan behoefte heeft te helpen bij het maken van een geinformeerde taalkeuze. 6. Voor de Taalunie is de eenheid van de Nederlandse taal cruciaal. Eenheid van taal betekent echter niet dat er geen ruimte is voor variatie. In het Taalunieverdrag tussen Nederland en Vlaanderen staat dat er moet worden gestreefd naar eenheid in verscheidenheid. Verscheidenheid die groot genoeg is opdat iedereen het Nederlands als eigen taal kan ervaren. Eenheid die groot genoeg is opdat iedereen alle anderen in het taalgebied als zijn taalgenoten kan beschouwen. Dit is de evenwichtsoefening waar de Taalunie dagelijks mee bezig is. Koen Jaspaert is algemeen secretaris Nederlandse Taalunie.