BEROERD Of de vergeten medeminnaar Gerardjan Rijnders LOT, een vrouw MAN In een expositieruimte met sculpturen LOT dwaalt, in haar eentje, door de ruimte Ze bekijkt de beelden Blijft er voorstaan Loopt er omheen Raakt ze soms aan Geeft commentaar LOT Ach Tja Nou ja Oh? Ach God ... Wat moet je eigenlijk zeggen? Mooi? Knap? Wat zou Ietje zeggen? Mooi? Knap? Ontroerend? Ontroerend? Ze pakt `automatisch' een sigaret uit een pakje Kijkt ernaar O nee Doet de sigaret weer terug Stilte Goed getroffen Zeggen ze wel Wat nou goed getroffen? Het onvermogen van het kindje? De arrogantie van de macht? De ijdelheid van de prelaat? Hoef ik niet voor naar het museum Zie ik op straat ook Op de televisie Ik wil getroffen Kan me niet schelen hoe Wat Ietje ook zegt ... Tja, het glanst mooi Het koper glanst mooi Kan ik zeggen Maar er glanst zo veel Auto's tramrails ogen Er glanst van alles heel mooi ... En wat stelt dit nou weer voor? Mag ik zeker zelf weten Zelf invullen Waarom? Ik laat me niet dwingen Niks stelt het voor Is een hoop steen Een berg ijzer Wat het ook is Ik word er niet geil van Laat Ietje het niet horen Ze knielt bij De MAN Hij ligt op de grond Doodstil Okay Knap Dat zie ik ook Levensecht zelfs Alsof ie ademt Alsof ie leeft Alsof ie opkijkt Naar me kijkt Als ik hem aanraak Maar zoveel mensen hebben naar me gekeken Heb ik aangeraakt Hebben mij aangeraakt Echt aangeraakt Maar dat was dan wel iets anders Jezus Ze loopt door Ziet niet dat DE MAN achter haar opstaat Z'n jas uit doet en op de grond legt En naar haar blijft kijken Dit dus Zo dus Dit was het Denk ik Dacht ik? Hij pakt me aan een arm Sleurt me tegen de grond Het roze tapijt Waarom roze? Denk ik nog Dacht ik nog? Stompt Trapt me In de rug Randt me aan Overweldigt Overvalt me Spartelend Zwaaiend Maaiend Lig ik op de grond Spartelend schuif ik Richting keuken Richting tuin Grijp een poot van de kast Anker me aan de kast Nee dus Denk ik Dacht ik? Nee dus Nee! Nog niet Zo niet Kruip sleep sleur me Richting voordeur Open voordeur Met moeite Maar ik open de voordeur Kunnen ze me tenminste vinden Kunnen ze moeiteloos binnen Kruip sleep sleur me Terwijl hij op me zit Aan me trekt sjort Op me inbeukt In me rond beukt Me wurgt Knock out slaat Ik ruik hem Voel hem Zie hem niet Natuurlijk niet Je ziet hem nooit De lafaard Belaagt je van achteren Muts op Masker Zijn gezicht zie je nooit Hij zit bovenop me Houdt me in zijn greep Zijn klem Toch sleep ik me Schuif ik me Naar de telefoon Draai het nummer Zeg alleen maar: `Komen' `Nu!' Doorgaan denk ik Dacht ik? Hij zit op mijn rug Sjort aan me Stompt op me in Niet toegeven Geen knock out Gun ik hem niet Nog niet Hij is er Hij die ik belde Is er binnen drie minuten Ziet me liggen Ziet niet wie op me zit Stapt gewoon over me heen Alsof er niemand op me zit Stapt dwars door hem heen En belt Terwijl hij Die andere die eerste Door beukt Dreun na dreun na dreun na dreun Hij rukt aan mijn arm Als was het een mouw Die moet uitgetrokken Ik vecht trap rol schok Als op de elektrische stoel Mijn hele leven Aan een stopcontact Ik hoor de ambulance Eindelijk denk ik Dacht ik? Nu mogen zij Ik heb het mijne gedaan Ik heb mijn best gedaan Redden zij me maar Krijg weer een schop Niet opgeven Hoor ik U moet wel meewerken Hoor ik Niet opgeven Doorgaan Ik vond hem wel leuk Geloof ik Die verpleger Achteraf Was ik toen niet mee bezig Of wel? Mannen Ze hebben me wel Hoe zeg je dat? Beroerd Gisteren nog Hoor ik er een schreeuwen: `Don't look at me!' `I'm not a criminal' Ga niet eens kijken Kijk niet eens uit het raam Om die vent te zien Die daar buiten op straat loopt te schreeuwen: `Don't look at me!' `I'm not a criminal' `I'm just an ordinary man' An ordinary man? Bestaan die? Ordinary women? `Don't look at me!' Is waarschijnlijk het probleem Niemand die hem ooit zag Ja zijn moeder Ooit Maar hoe keek ze? Hoe kotste ze? Is waarschijnlijk het probleem Ik haat trouwens die w.c.'s Waar je je eigen stront niet meer kunt zien Je eigen kots Meteen weg door af gevoerd Weggewerkt Weg Kijk je achter je Of voor je `O ik besta niet eens' Denk je dan `Ik wil het zien' Zei ik `Er valt niets te zien' Zeiden ze `Toch wil ik het zien' Zei ik Er was van alles te zien Ik zag van alles Prut Sorry Maar prut Een niet meer levende wond Ik zag een moord Die met condoom niet gepleegd was Ik zag mijn kindje Mijn dode kindje Een mensje Dat dat niet mocht worden Zie ik altijd Als ik een condoom zie Of word ik nu sentimenteel? Zeg het maar Wat is daar trouwens tegen? Zoeken we toch allemaal? Een een een... Dat het je even Beroert? Maar niet hij Niet die... Die.. Ik zag vooral koppen Die glimlachende koppen Die wijsneusjes die het beste met je voor hebben Zeggen ze in koor Die pantsers Die dat allemaal verordonneren Ja Verordonneren Dat is het woord Mannen die dat verordonneren Vrouwen ook trouwens Vrouwen verordonneren ook Ik waarschijnlijk ook Nu waarschijnlijk MAN Nee LOT Nee? MAN Nee LOT O En wie bent u? Ze kijkt naar de plek waar ze hem heeft zien liggen Merkt niet dat er nu alleen nog maar een jas ligt Ik dacht even... MAN Een man Ik ben een man LOT Dat zie ik ook wel MAN Nou dan? LOT Nou dan? Ik mocht hier alleen Na sluitingstijd Ik kan namelijk niet goed tegen massa's En de directeur was zo vriendelijk MAN Okay MAN druipt af LOT Dat bedoel ik nou Zo'n kop! Dat vanzelfsprekende Zijn er ineens Waren er altijd al Maar je ziet ze ineens En dan maar verordonneren `Nee!' `Nee!' `Nee!' `Ja mits' `Eventueel vermits' Je ruikt Je ruikt angst Hun angst Die ze proberen te verstoppen onder hun oksels AXE vind ik trouwens vreselijk Maar je ruikt hun angst Mijn grootvader zei eens Toen hij Corrie Brokken zag Op de televisie `Toch zonde' `Dat zo'n vrouw ook naar de w.c. moet' Die angst ruik je Bij die koppen die mannen Angst voor stront Hun stront Niet die van Corrie Brokken Dat soort mannen Met dat soort brillen Brillen om maar niets te zien Niets te ruiken Daarom heet een w.c. bril natuurlijk w.c. bril Ze bedoelen het goed Die mannen Niet die brillen Ze bedoelen het goed Ontken ik niet Ontkenden zij maar Die krijgers strijders pantsers helmen Ontkenden zij maar niet Dat ze hun angst ontkennen Niet ontkennen Overspelen Weet ik ook iets van Maar daarover later Hun angst Hun angst voor hun eigen stront Hun eigen prutje Dat ze ook maar toeval zijn Dom toeval Dat een bril opzet Om geen toeval te lijken Vrouwen ook natuurlijk Vrouwen zijn ook toeval MAN Ja? LOT Ja Denk ik MAN Wie ben jij? LOT Ik? MAN Ja? LOT Ik Ik ben ik MAN Ja? LOT Rot op Slappe truc Ken ik MAN Ja? LOT Zeg jij `Ik ben ook ik' Slappe truc Heb ik liever `Heb jij misschien een vuurtje?' MAN Ik rook niet LOT Mag hier niet eens MAN Waar? LOT Nog slapper MAN Okay MAN druipt af LOT Ik dacht niet eens Aan mijn kind Toen Zeg ik niet omdat ik Als ik hem zo zie weg lopen Dat ik dan denk Zo liep ie al toen ie vier was Iedereen loopt zoals ie liep Toen ie vier was En er echt niet nog één snoepje Dikke peuters blijven we Worden we Ik niet Ik denk Dacht ik? Ik dacht alleen maar Nee dus Zo niet Niet nu Nog niet Rot op Blijf van me af Dacht helemaal niet Aan dat kind Had ik aan hem gedacht Was ik er nu niet meer geweest Denk ik nu Had ik aan hem gedacht Had ik mezelf overgeslagen Weggeslagen Ze kijkt in de richting waarin DE MAN is verdwenen Leuke man trouwens Zou ik dat van Ietje mogen zeggen? Wel van Menno Al is die het zelden met mijn smaak eens Maar leuk is meestal niet leuk Had ooit mijn hoop gevestigd Op de gekleurde medemens Medeman kan ik niet zeggen Denk ik Medevrouw? Die bestaat niet, sorry Ik ben niet verbitterd Maar een medevrouw? Nooit ontmoet Gekleurde man dan? Klinkt ik weet niet Pornografisch 't Is wel waar het vooroordeel 't Cliché De omvang zeg maar Fantastische tijd Fantastische momenten Hoe lang duurt de tijd Waarin je de tijd vergeet? Een verblijfsvergunning Was ie op uit Mij niet Bleek ook weer waar Dat vooroordeel cliché Dumpen dus Rot op wegwezen Al heb je een lul als een kathedraal Ik geloof je niet meer Gelukkig zitten bij een vrouw Ook de littekens van binnen Onzin natuurlijk De meeste zijn uitsluitend littekens Zie ze lopen langs de schapjes Littekens op koopjesjacht Bij gebrek aan wat simpel geluk Begrijp je? MAN Ik? LOT Vroeg ik wat? MAN Begrijp je LOT Wat? MAN Begrijp je? Vroeg je LOT Ik? MAN Jij LOT Fuck MAN Vraag je dat? LOT Weg wezen! MAN Okay MAN druipt af LOT Hitsige eikel Ik vraag het me niet eens meer af Hoef het me niet eens meer af te vragen Ben de vraag Hoef me niets meer af te vragen Alleen te zijn En te kijken en te luisteren Tussen de schapjes Overal Niet alleen dat slaan dat schoppen Dat dat dat Nee gewoon Piercings uitrukken Zo begint het Zo'n ringetje door een navel Rats Zo'n ringetje door een tong Rats Zo'n ringetje door een lip Rats Is allemaal te overzien Liggen zij niet wakker van Liggen ze ooit wakker? Natuurlijk liggen ze wakker Maar waarvan? Ja Boekhoudkundige constructies Alimentatie promotie concurrentie MAN Jij die aan de lopende band... LOT Die concurrentie bedoel ik niet MAN Nee? LOT Die concurrentie Hadden ze aan zich zelf te danken MAN Dus toch? LOT Heb ik jou wat gevraagd? MAN Hoeft toch niet LOT Wat? MAN Zeg je zelf Jij hoeft niets te vragen Alleen te zijn En dat doe je Zijn Dus MAN verwijdert zich LOT Lul Wijsneus Slimpik Ik ken ze toch Ze pakt `automatisch' een sigaret uit het pakje O nee Kut Ze stopt hem weer terug Ineens een kaartje Uit Ibiza `Sorry, maar ik kon niet meer' `Ik hield het niet meer uit' `Allemaal mijn fout' Schreef ie `Mijn fout!' `Sorry, allemaal mijn fout' Schreeuwde ik tegen mijn zoon Ik had een zoon Maar Hij is een beetje verdwenen Geloof ik Ben ik bang Heeft zelfs nooit een kaartje gestuurd Uit waar dan ook ... Ik hield wel van hem Van mijn man Van mijn zoon ook Maar ook van mijn man Vooral als hij zich concentreerde Al was het maar op Zo een brok steen Hij hield ook van mij Kocht af en toe bloemen Beetje onhandige bloemen Bloemen die niets toevoegen Behalve het gebaar Maar misschien was dat niet genoeg Mijn liefde voor hem Zo voelde hij dat waarschijnlijk Vandaar dat kaartje ... Mannen Ik ken ze allemaal Jullie allemaal Jullie met jullie Stropdasjes Die lullige stropdasjes Sorry Maar die stropdasjes Zijn nog lulliger Dan die tampons van ons Met zo'n lullig touwtje Wij moeten wel Willen wij geen bloedspoor achter laten Jullie zitten er niet mee Dat jullie alleen maar Bloedsporen achter laten Ondanks al die stropdasjes Maar ik zie die bloedsporen Ik zie die gekloven handen Die ingekerfde polsen Vrouwen die hun servet opeten En als het servet op is Beginnen ze aan de krant Vrouwen die alleen maar tellen Alles tellen Is alles geteld Trekken ze hun bloes uit En tellen de naden En dan de steekjes Alleen maar tellen Iets waarvan jullie altijd denken Dat het jullie voorrecht is Hoeveel vrachtwagens Hoeveel ritten Hoeveel vrouwen Hoeveel paspoorten Hoeveel dollars Hoeveel Balkan grenzen Moldavië, Roemenië, Servië, Kosovo En ze durven niet eens terug Want als haar broer er achter komt Dat ze de hoer... Schiet ie haar alsnog overhoop Maar ik wou terug Ik moest terug Of we blijven hier Dacht ik Of hier komen we uit Meer smaken zijn er niet Kijk nou wat ze doet Zeg ik tegen die artsen Twee lastige kinderen Een hand verlamd En de andere hand slaat Blijft maar tegen de muur slaan We moeten een scan maken van haar hoofd Zegt iemand Kan toch niet Ze zwaait voortdurend met dat hoofd Houdt ze dat hoofd toch vast Denk ik Doe ik Ik hou dat hoofd vast Scan gemaakt En dan weer zwaaien Ik wil ik wil ik wil Ik wil lopen kruipen Zet drie stappen Iemand zegt Hoi Lig ik weer op de grond Ik wil lopen Ik wil douchen Ik stink Da's het ergste En dat janken dat janken Ik was helemaal niet verdrietig Maar ik moest om alles janken Hij liet me om alles janken En al die nachtmerries Steeds dezelfde nachtmerries Dood kind Dood kind van mij Ligt in mijn armen Niets te zien aan dat kind Maar onherstelbaar dood Weet ik Onherstelbaar dood Vraagt de dokter Die jongen naast hem heeft zijn nieren nodig Ik heb ook mijn nieren nodig zeg ik Hij heeft zijn nieren nodig O zeg ik Is ook goed zeg ik Neem ze maar Je mag hem hebben Hij mag ze hebben Neem hem maar Mag ik hem hebben? Vraagt de dokter Neem hem maar Zeg ik Geef hem dan Is geen probleem zeg ik Maar geef hem dan zegt hij Doe ik toch zeg ik Zitten er hele lange scherpe messen Aan mijn voeten Zijn mijn teennagels Hele lange scherpe messen Zo vocht ik voor mijn kind mijn zoon droomde ik Heb nooit een zoon gehad Of heb ik wel een zoon gehad? Anders droom je dat toch niet? Ik heb een zoon gehad Heb misschien nog een zoon Maar waar is die zoon dan? Ben jij mijn zoon? MAN Ik? LOT Ja Wie anders? MAN Nee Niet dat ik weet LOT O Dus jij weet iets? Jij weet? Al die mannen met al dat weten Je moest eens weten MAN Wat? LOT Ach man Komen ze die ziekenhuiskamer binnen Denk ik alleen Wat zien ze nu eigenlijk? Wie zien ze nu eigenlijk? Wie willen ze zien? Is het voor hen net zo erg als voor mij? Niet erg genoeg? Stel ik ze teleur? Altijd die faalangst Is er in geramd Door jullie Door jou Ook al lig je zwaaiend en zwabberend in een ziekenhuis Omdat jij bovenop me bent gaat zitten MAN Ik? LOT Iemand Rot op God wat begrijp ik die vrouw Duitse vrouw Die de verkrachter en moordenaar van haar dochter Neer knalt in de rechtzaal Schiet in een keer raak Legt pistool neer En bekent schuld Zeven jaar krijgt ze Heeft er drie van uitgezeten Dochter heeft ze niet terug natuurlijk Ik begrijp haar Had ze een man? Heeft ze nog een man? Bij de dood van een kind Kun je het huwelijk meestal schudden Zeggen ze Geen idee Ja ik had een man Ik had een man Maar wat is hebben? Zelfs als je hem in je kut geklemd houdt Weet jij waar hij aan denkt? Weet hij waar jij aan denkt? God waar ik allemaal aan dacht Maar daar doe je het toch voor? Om aan van alles te denken? Om niets meer te denken? Eindelijk komen die kraanvogels overvliegen Eindelijk dringen die panters de slaapkamer binnen Maar meestal dacht ik aan de boodschappen Terwijl hij in mij wroette Op zoek naar god weet wat Niet naar mij vrees ik Naar zichzelf? Een wroetend pikkie? Een wroetend ikkie? Ach god ... Zo'n dag dat het verkeer Alleen maar iets is dat door de stad kruipt Zoals bloed door aderen Gedachten door een hoofd Gelukkig heb ik meestal nog een afspraak Ik ben geen loser Ik zie ze wel De dokter de bakker de tandarts Maar ook godzijdank Die man die zijn vinger tegen de stoeptegel duwt `You see this, you see this? `That's me!' `That's where I come from!' Of mannen die van hun werk komen Bankwerk Iets met geld en gevaar Misschien wel iets wiskundigs Iets duizelingwekkends abstracts Dat stropdasje al iets losser Iets meer dat zwabberende jongetje Dat ze ondanks alles altijd zullen blijven Kijk ik naar hun handen Denk ik Hoe zou het zijn als ze mij zo behandelden Als ze hun computer behandelen Of hun krijtjes Of hun Lul Want daar zijn ze altijd mee bezig Lijken ze altijd mee bezig Zijn ze altijd mee bezig Al doen ze nog zo hun best Net te doen Of ze daar niet altijd mee bezig zijn Bijna altijd MAN Hoe zou het zijn Als ze altijd met jou bezig waren? LOT Hou op zeg MAN Dat zeg je toch? LOT Ik heb nog een eigen leven MAN Sluit dat elkaar uit? LOT Natuurlijk MAN Een eigen leven en een man? LOT Een eigen leven En een stropdas om mijn nek? Het woord zegt het al! MAN Doet ie die stropdas toch eerst af? LOT Het kwaad is al geschied Kijk maar om je heen Overal de puinhopen Van hun razernij Om de geschiedenis naar hun hand te zetten Hun onmacht Maar ik leg me daar niet bij neer Heb ik me voorgenomen `Je gaat toch niet dood?' Vroeg mijn zoon Ik heb dus een zoon! `Natuurlijk ga ik dood' Zei ik `Maar niet nu' Zei ik maar Wist ik veel MAN Ben je dan dood? LOT Nee Nee Niet dat ik weet Nee Als dit dood zijn is Dan is er geen verschil tussen dood en leven Ik bedoel Er is nog altijd dat verkeer Die vuilniszakken die opengebroken worden Politici met zweetplekken Ik noem maar wat Al die gekken op straat Die beweren dat zij de navel van God zijn Waar wij ooit van zijn los geknipt En zij beweren te weten waarom Van God los? Nee Ik ben niet dood Hoop ik Ben ik bang MAN Hoop je? LOT Ben ik bang Zeg ik toch? Wie ben jij? MAN Ik... LOT Laat ook maar Ik hoef het niet te weten Ik bedoel Ik weet het al Ik weet genoeg Ik weet te veel Al die verhalen Al die verhalen hier Die man die vrouwen hun haar deed Gratis Sprak ze op straat aan Of belde ze op `Mag ik uw haar gratis doen?' Met een of ander excuus Dat het voor een blad was Of zoiets Zeiden die vrouwen ja Kwam ie bij hen thuis Hun haar doen Wassen knippen alles Maakte er een puinhoop van Deed het alleen maar om het genot Hij met zijn handen door het haar Van die vrouwen Is nu gearresteerd Vorig jaar deed het ie ook al In een andere stad Volgens de politie Is ie in dat jaar Wel iets beter gaan knippen Wil jij mijn haar doen? Valt weinig aan te verpesten MAN Nee LOT O dank je Heb ik jou om een oordeel gevraagd? MAN Nee LOT Nou dan MAN Ik zei alleen maar nee Ik wil jouw haar niet knippen LOT Ik ben het zat Al die oordelen Al die mannen die maar oordelen `Wat heeft u een prachtig figuur' `Dank u dokter' `Om een echo te maken' MAN Vrouwen oordelen niet? Jij oordeelt ...? LOT Ik doe niet anders Maar wil nu even verschoond blijven Van jullie oordelen Even de illusie Dat het inderdaad Allemaal maar illusie is MAN Wij? LOT Jij en ik Iedereen Dat we wel benul hebben Van wat gelul Geluk bedoel ik Of schoonheid Of houden van Zou moeten zijn Maar dat zijn alleen maar idealen Dromen Ideeën De realiteit is liposuctie Dat ze vet afzuigen uit een bierbuik Uit fietstassen bij vrouwen Zo noemen ze dat `Fietstassen' Heupen zijn dat Om jullie kinderen te baren MAN Mijn kinderen? LOT Pijn lijden Om aan iets te voldoen Wat er niet toe doet Dat we alleen maar bezig zijn In onze eigen mierenhoop Een paar takjes op orde te brengen Om een nestje te bouwen Om een gezinnetje te stichten En waarom? Om die kindjes Dat kind Uit te zien vliegen Waarheen? Dat je alleen maar je adem inhoudt Uit angst voor dat kind? Lang genoeg gedaan Tevergeefs Ik wil mijn adem niet meer inhouden Ik wil ademen Waarom mag ik dat niet? Ga weg Alsjeblieft MAN En als ik dat doe Dan is dat geen oordeel? LOT Als je blijft Is dat ook een oordeel Dus heb ik liever dat je gaat Dat is een milder oordeel Dan luister je naar me MAN Okay Hij gaat LOT Moet je hem zien lopen Dikke peuter Afgewezen Snotneus tussen zijn benen Niet onaantrekkelijk Ik geef het toe Over hem mag ik dat zeggen Over al die anderen hier niet Volgens Ietje Ze had een kaartje gekregen Van Menno Hij had in een kerkje in de Po vlakte Een schilderij van Titian gezien Met natuurlijk een Jezus Hij had die Jezus wel aantrekkelijk gevonden Schreef hij Geil Ietje was geschokt Dat kan toch niet Jezus aantrekkelijk vinden Een geschilderde Jezus geil vinden Dat is juist de bedoeling Zei ik Die bijbelse verhaaltjes zijn een alibi Stichtelijke verhaaltjes Teneinde geile blote dames en heren In de salon te kunnen hangen Misschien dat het ooit begonnen is als magie Als bezwering Kunst Maar nu functioneert het alleen nog als pornografie Kunst Ietje onthutst Maar ik heb wel gelijk ... Ze pakt `automatisch' een sigaret uit het pakje Kut ... Ik doe het gewoon ... Steekt de sigaret toch maar weer terug Ik vraag me altijd af In een museum Wat voor iemand zou dat zijn? Zijn geweest? Die kunstenaar Bij beelden Sculpturen Is dat nogal voorspelbaar Grote sterke mannen Met ontbloot bovenlijf Die d'r op los hakken In stenen In metaal In hout Of ze zijn in de weer met lassen In ijzer staal Vuur Vonkenregens Vlezige lippen Halflang haar Drinken te veel Neuken te veel Hebben minstens drie vrouwen Waar ze niet mee kunnen praten Waar ze wel voor koken Groot slagveld Die keuken En na een jaar of vier Laten ze ze zitten Die vrouwen Mij Met een kind of wat Een kind of wat Sturen een kaartje Uit Ibiza Ik ken ze Vrouwen maken ook beelden Natuurlijk Maar dat is toch meer boetseren Zo'n beetje in klei frutten Een beetje vingeren En na afloop wassen ze hun handen Dat doen mannen niet Hun handen wassen na afloop Zelfs niet voor aanvang Mannen Jongetjes Jongetjes met borsthaar Die vertellen Want vertellen kunnen ze Vertellen is iets anders dan praten Vertellen is het tegendeel van praten Vertellen over Hoe ze de wereld in zijn gegaan Hun piemeltje insmeerden met jam Pasgeboren kalfjes daaraan lieten sabbelen Hoe ze hun hand in een koeienkut staken Die hand voor de neus van een stier hielden Die dan een stijve kreeg Die zij dan weer aftrokken En zo gingen ze de wereld in `Zoekt u iets speciaals?' Vroeg de directeur `Heb ik een kind gehad? `Is dat een vraag?' `Ja, maar niet aan u' Ik heb een zoon gehad Weet het zeker Ik heb een zoon Maar hij is dood Zeggen ze Overdosis Zeggen ze Maar ik geloof ze niet `Zoekt u iets speciaals?' Vroeg de directeur `Troost bijvoorbeeld?' `Is het wel eens bij u opgekomen' Zei ik `Dat mensen naar een museum komen' `Niet om iets te vinden' `Maar om iets te vergeten? `Ja' Zei de directeur `Dat noem ik troost' .... Ze pakt `automatisch een sigaret uit het pakje Kut Doet hem weer terug Kijkt om zich heen Ik begin hem al te missen ... Waarom ben ik nooit eens echt kwaad geworden? Heb redenen genoeg gehad Een kaartje uit Ibiza `Sorry' Hoezo sorry? Lul Of je eigen zoon Zit tegenover je Die ogen zijn alleen op zoek naar je portemonnee Je geld Ben je zijn moeder niet meer Alleen z'n volgende shot `Redelijk blijven, redelijk blijven' Ik rustig doorpraten `Haat je me zo?' Vraag ik `Haat je je ouders zo? Vraag ik Kijkt ie me aan met een blik: `Waar heb je het in godsnaam over?' Dat was veel erger Dan wanneer ie had gezegd `Ja!' Twee dagen later heb ik wel alle sloten vernieuwd .... Kijkt om zich heen Ik begin hem al te missen ... Ach, al die kunst Gaat natuurlijk allemaal over hetzelfde Hoe? Waarom? Waaruit? Waarheen? Waartoe? De muisjes en de poesjes Zeg maar MAN De muisjes en de poesjes? LOT Ja Stel Er is een hemel En eenmaal in die hemel Krijgen we te horen Hoe het allemaal eigenlijk zit En dat begrijpen wij dan Maar stel De muisjes en de poesjes Krijgen dat ook te horen Maar die begrijpen dat natuurlijk niet MAN Nee? LOT Nee Die kunnen niet eens tot 10 tellen Dus wat moeten die met al die informatie? Maar misschien Krijgen wij ook veel informatie Waar we niks mee kunnen Omdat we die niet kunnen begrijpen Maar wat heb je dan aan al die informatie? Dus misschien is het wel zo Dat we in de hemel net zoveel informatie krijgen Dat onze fundamenteelste angsten Zorgen, twijfels, whatever Zijn weggenomen, opgeheven Eindelijk rust En voor een poesje betekent dat Dat het niet eeuwig voor een muizenholletje hoeft zitten wachten Tot er misschien ooit een muisje uit te voorschijn komt De hemel bestaat dan uit een muizenholletje Waar voortdurend muisjes uit komen Maar voor een muisje is de hemel juist een muizenholletje Waar het voortdurend in en uit kan lopen Zonder bang te hoeven zijn Dat er een grote hongerige poes voor zit En dat betekent dat er dan minstens twee hemels moeten zijn Een voor de poesjes Stikvol dode muisjes En een voor de muisjes Een hemel zonder poesjes Of hoogstens met een dode poes En misschien is de muisjeshemel Tegelijkertijd de poesjeshel En andersom En zo is het misschien ook met mannen en vrouwen Maar wat is dan het verschil met hier? In welke hemel of hel zitten wij? Zit jij in mijn hemel en is dat jouw hel? Zit ik in jouw hemel en is dat mijn hel? En wat betekent dat? MAN Ja LOT Wat ja? MAN Ik volg je LOT O MAN Maar waarheen? LOT Ja He? MAN Of niet? LOT Liever niet MAN Goed Man verwijdert zich LOT Hij doet me ook denken aan die man die vroeg `What do you do for a dying?' Of die man waarmee ik in de lift stond `While we're going up' `Mine is going up as well' Zegt ie `Okay' Zeg ik En zet de lift stop En pijp hem Deed ik gewoon Keurig Haags vrouwtje of niet Daarna zeg ik: `While yours is going down' `Where are we going?' Hij Nogal verbouwereerd: `Let's have a drink' `I just had one' Zeg ik Kon ie wel om lachen Is nooit iets geworden natuurlijk Was aan alle kanten getrouwd En zo ging het vaker Eigenlijk altijd Onvermijdelijk bergafwaarts ... Ach Die jongen In die hoe heet dat? Die slurf Die slurf ja Naar dat vliegtuig Beetje non-descript gezicht Pluizig haar Rugzakje En ineens is daar die hond Die hond blaft Tegen z'n schoenen Jongen meegenomen door politieman Twee meter verder Hond blaft weer Blaft uitzinnig Tegen die schoenen Tegen de zolen van die schoenen Jongen afgevoerd `En z'n bagage zit al in het vliegtuig!' Denk ik `Zijn tandenborstel, zijn scheerapparaat, zijn onderbroeken' En: `Betekent vast minstens een uur vertraging' En ik denk ook Ik zie Hij schreeuwt niet Hij gilt niet Hij huilt niet Hij kijkt gewoon Alsof ie gewoon kijkt Zie ik En zo keek ik denk ik ook Toen Toen ik zo beroerd werd Gepakt werd Ge... Hoe moet ik het noemen? Toen En nu kijkt die jongen weer Net zo Die jongen met die spullen in z'n schoenen Die jongen die `Hij lijkt op mijn zoon' Dacht ik Nee Niet waar `Minstens een uur vertraging' Dat dacht ik Ze huilt MAN Ken je dat verhaal van de vergeten medeminnaar? LOT Ik heb geen één van mijn minnaars Ooit kunnen vergeten Hoe hard ik het ook probeerde MAN Een man wilde zijn rivaal vermoorden Zijn medeminnaar Toen hij op het punt stond dat te doen Het mes had gekocht Knapte er iets Op het moment van de voorgenomen moord Knapte er iets Ergens Hij was zijn geheugen kwijt Wist zich niets meer te herinneren Ook niet wie hij zelf was Maanden lang behandeld En heel langzaam komt het terug Dat geheugen Alleen is het het geheugen Van die medeminnaar Die hij wilde vermoorden Hij komt terug als het beoogde slachtoffer Niet als de moordenaar Die hij niet was LOT Ja? MAN Ja LOT En als wat kom jij nu terug? Als de moordenaar die je had willen zijn? MAN Wie ben jij? LOT Weet je dat niet? MAN Nee LOT Waarom denk ik dan dat je dat wel weet? MAN Geen idee Of misschien wel Maar dan spreek ik een oordeel uit Over jou LOT Je doet niet anders Door voortdurend op te duiken MAN Welk oordeel? LOT Dat je Dat je Dat je me kennelijk Niet oninteressant vindt MAN In welk opzicht? LOT Nou Als Als mens Als vrouw Lacht Wil je mijn haar doen? MAN Dat doe ik je niet aan LOT Wat wil je dan? Weten wie ik ben? Weet ik zelf niet eens Hoe ik heet? Noem mij maar Lot En jij? MAN Noem mij maar... LOT Laat maar MAN Laat maar? LOT Ja MAN Okay Noem mij maar Laat maar LOT He? MAN Noem mij maar Laat maar Noem ik jou Lot LOT God MAN God? LOT Wat wil je van me? MAN Een gesprek LOT Waarover? MAN Doet er niet toe Euthanasie LOT Euthanasie? MAN Bijvoorbeeld LOT Ik ben voor Ben jij tegen? MAN Ja LOT Ja? ... Omdat het moord is? Omdat... Maar mensen hoeven toch niet Heel lang pijn te lijden Heel lang onverdraaglijk... MAN En als het er nu bij hoort? LOT Wat? MAN Ik bij jou Jij bij mij Hoor Hoort LOT Wij? MAN Bijvoorbeeld LOT Ga weg Ga alsjeblieft weg MAN Nee LOT Ik vind dit... Laat me met rust MAN Okay Maar ik ga niet weg LOT Dan ga ik weg MAN Goed Ga maar weg LOT verwijdert zich van de man Ze kijkt steeds achterom of hij haar niet volgt Dat doet ie niet DE MAN doet niets Stilte LOT verschijnt weer Ze bekijkt de man op afstand LOT Dit wil ik niet Niet nog eens Dat had ik me toch voorgenomen De laatste keer In de trein De jongen met het volmaakte profiel En kleine blonde haartjes op zijn polsen Terwijl hij zijn laptop bespeelde Tot hij in slaap viel Met zijn walkman op En ik hem wel twintig minuten kon zitten bekijken Twintig heerlijke minuten En toen hij wakker werd Glimlachte hij naar me Ik voelde me betrapt Ben het volgende station uitgestapt Hoewel ik daar helemaal niet moest zijn En weer glimlachte hij `Dag' Zei hij Ik holde de trein uit Nooit meer Had ik me voorgenomen Je bent moeder Wist ik ineens met grote stelligheid Ben het nog Krijg alleen de kans niet Maar al kijkt dat kind niet naar je om En is dat andere kind nooit meer geworden dan een prutje En al heb je ooit liggen zwabberen op een roze vloerbedekking En in het ziekenhuis Omdat iets, iets... Omdat er iets knapte Je hebt je verantwoordelijkheden Houd je daaraan Anders wordt het weer Één grote puinzooi Dit is voorbij, Lot Je bent nu vijfenvijftig Dit is nu echt voorbij Ja Ik ben nu vijfenvijftig Tijd dat het eens echt begint Ze gaat naar DE MAN toe Gaat naast hem zitten Bekijkt hem in stilte LOT God zal toch ook wel eens denken Wie ben ik? Waarom ben ik hier? MAN Nee LOT Nee? MAN Dat doet God niet Dan is God God niet LOT Dan zou hij zich schuldig voelen? MAN Dat doet ie niet Dat woord kent hij niet LOT Hij voelt zich nooit schuldig? Heeft nooit eens spijt? MAN Lijkt me niet Anders leidde hij een ellendig leven Een onverdraaglijk... LOT Dan maakten wij daar toch een einde aan? MAN Wij? LOT Ik zou dat doen Jij niet? MAN Nee Stilte LOT Als ik jou aankijk Kijk jij mij dan ook aan? MAN Ja LOT Ja? MAN Dat zie je toch LOT Ja Maar ik heb daar slechte ervaringen mee Mannen die me aankijken Maar me eigenlijk niet aankijken Iets anders zoeken Iemand anders zoeken Terwijl ze me aankijken MAN Ja? LOT Kijk jij mij aan Als je mij aankijkt? Zoek je mij? MAN Ja LOT En waarom zou ik jou geloven Zoals ik al die anderen ooit geloofde Helaas? MAN Dat weet jij alleen LOT Maar ik weet het niet Zou het willen weten Maar weet het niet Ik zou het `t liefste wel doen Me overgeven Zoals je in een warm bad gaat liggen Of de zee in duikt Of je in een massa feestvierende mensen stort Tijdens carnaval Maar ik ben bang voor massa's Daarom ben ik hier alleen MAN Oh ja? LOT Ja Daarom durf ik het hier allemaal te zeggen Wat er allemaal door me heen spookt Al die gezichten die ineens opduiken Ook al wilde ik ze vergeten Was ik ze vergeten Of zeg je had ik ze vergeten? Maar ook gezichten die ik niet vergeten wilde Maar toch vergeten ben En die ineens weer opduiken Doordat je ineens Ineens iets ziet glanzen Je ineens een glimlach denkt te herkennen Vanuit een andere tijd Van voor dat litteken Je ziet iemand weg lopen En je ziet ineens de peuter die hij ooit was En eigenlijk nog steeds is En dan voel je je weer dat meisje Dat jij ooit was Ik ooit was Nog ben Dan En dan durf ik me ook weer te herinneren Dat ik later Toen dat meisje al van alles had mee gemaakt Ook mooie dingen natuurlijk Dat er ook een moment was dat ik dacht Dit dus Zo dus Dit was het Denk ik Dacht ik? Hij pakt me aan een arm Sleurt me tegen de grond Het roze tapijt Waarom roze? Denk ik nog Dacht ik nog? Stompt Trapt me In de rug Randt me aan Overweldigt Overvalt me Spartelend Zwaaiend Maaiend Lig ik op de grond Spartelend schuif ik Richting keuken Richting tuin Grijp een poot van de kast Anker me aan de kast Nee dus Denk ik Dacht ik? Nee dus Nee! Nog niet Zo niet Kruip sleep sleur me Richting voordeur Open voordeur Met moeite Maar ik open de voordeur Kunnen ze me tenminste vinden Kunnen ze moeiteloos binnen Kruip sleep sleur me Terwijl hij op me zit Aan me trekt sjort Op me inbeukt In me rond beukt Me wurgt Knock out slaat Ik ruik hem Voel hem Zie hem niet Natuurlijk niet Je ziet hem nooit De lafaard Belaagt je van achteren Muts op Masker Zijn gezicht zie je nooit Hij zit bovenop me Houdt me in zijn greep Zijn klem Toch sleep ik me Schuif ik me Naar de telefoon Draai het nummer Zeg alleen maar: `Komen' `Nu!' Doorgaan denk ik Dacht ik? Hij zit op mijn rug Sjort aan me Stompt op me in Niet toegeven Geen knock out Gun ik hem niet Nog niet Hij is er Hij die ik belde Is er binnen drie minuten Ziet me liggen Ziet niet wie op me zit Stapt gewoon over me heen Alsof er niemand op me zit Stapt dwars door hem heen En belt Terwijl hij Die andere die eerste Door beukt Dreun na dreun na dreun na dreun Hij rukt aan mijn arm Als was het een mouw Die moet uitgetrokken Ik vecht trap rol schok Als op de elektrische stoel Mijn hele leven Aan een stopcontact Ik hoor de ambulance Eindelijk denk ik Dacht ik? Nu mogen zij Ik heb het mijne gedaan Ik heb mijn best gedaan Redden zij me maar Krijg weer een schop Niet opgeven Hoor ik U moet wel meewerken Hoor ik Niet opgeven Doorgaan Ik vond hem wel leuk Geloof ik Vind je dat gek? Ze kijkt hem aan Hij kijkt haar aan MAN Nee Hij raakt haar aan LOT Laat maar Ze haalt een sigaret uit het pakje Ze kijkt DE MAN aan Wat kan het mij ook schelen Ze steekt de sigaret op Dan gooit DE MAN haar op de grond Gaat bovenop haar rug zitten Ze spartelt, stribbelt tegen Hij wurgt haat Ze stuiptrekt Ze sterft DE MAN loopt weg door de ruimte Tussen de beelden door MAN Ach Tja Nou ja Oh? Ach God ... Wat moet je eigenlijk zeggen? Mooi? Knap? Wat zou zij gezegd hebben? Mooi? Knap? Ontroerend? Ontroerend? ... Goed getroffen Zeggen ze wel Wat nou goed getroffen? Het onvermogen van het kindje? De arrogantie van de macht? De ijdelheid van de prelaat? Hoef ik niet voor naar het museum Zie ik op straat ook Op de televisie Ik wil getroffen Kan me niet schelen hoe ... Tja, het glanst mooi Het koper glanst mooi Kan ik zeggen Maar er glanst zo veel Auto's tramrails ogen Er glanst van alles heel mooi ... En wat stelt dit nou weer voor? Mag ik zeker zelf weten Zelf invullen Waarom? Ik laat me niet dwingen Niks stelt het voor Is een hoop steen Een berg ijzer Wat het ook is Hij pakt zijn jas en verdwijnt EINDE (c) Gerardjan Rijnders, december 2002