Een belangrijke onderscheiding die in de tekstlinguistiek wordt gemaakt is die tussen cohesie en coherentie. Met cohesie worden over het algemeen syntactische of semantische elementen aangeduid die een tekst aan de oppervlakte bij elkaar houden. Zo zijn in de volgende tekst bijvoorbeeld deze hypothese, hem em die klasse cohesieve elementen: Het werk van Bernstein is in deze periode sterk geinspireerd door de Sapir-Whorf-hypothese. Bernstein neemt deze hypothese in iets gewijzigde vorm over. Volgens hem is er niet alleen een verband tussen taal en cultuur, maar ook tussen de variëteit van een taal die in een bepaalde sociale klasse wordt gesproken en de sociale werkelijkheid van die klasse. Onder coherentie wordt het conceptuele verband binnen een tekst verstaan, bijvoorbeeld dat er eerst iets beweerd wordt en dat er vervolgens 'bewijsmateriaal' voor geleverd wordt zoals in de volgende tekst: Zij is gisteren vast weer naar de bioscoop geweest. Ik zag op de keukentafel een kaartje van het Filmhuis liggen. Wel cohesie, maar geen tekst: Op maandag stond de journalist vroeg op want hij moest naar Praag gaan. Deze stad heeft meer dan 1 miljoen inwoners. De inwoners van Praag klagen vaak over de slechte luchtkwaliteit in de stad. Dit feit is ook een reden waarom ik niet in Praag wil wonen. Ik ga nu het verschil tussen cohesie en coherentie uitleggen. Wel coherentie, maar geen goede tekst: Op maandag stond de journalist vroeg op want hij moest naar Praag gaan. In Praag moest de journalist een interview maken met de minister van buitenlandse zaken. De minister heeft een bezoek aan Oezbekistan afgelegd. In Oezbekistan heeft de minister naast het officiële programma ook nog een privé bezoek afgelegd aan een vroegere vriend van hem. De vroegere vriend van hem is verwikkeld in zaken met de Russische mafia. De minister wordt verdacht ook in zaken met de Russische mafia verwikkeld te zijn. De journalist zal in zijn interview vragen moeten stellen over het bezoek van de minister aan de vriend die verwikkeld is in de zaken met de mafia. Cohesie zit in de taal, coherentie zit in de betekenis, in de context. Maar je krijgt alleen een goede tekst, als je ook coherentie steunt met talige middelen: - verwijswoorden: hem, daar, hiermee, dit feit ... - signaalwoorden: en toen, maar later, en daarom, dat was de reden waarom, dankzij deze ervaring ...