Causaliteit (oorzakelijkheid) – een overzicht kauzativita = sémanticko-gramatická kategorie zahrnující prostředky týkající se vyvolání, způsobení něčeho, popř. přinucení někoho k něčemu (Čermák, F., Jazyk a jazykověda, Karolinum 2004) kauzativa / causatieve werkwoorden / causatieve constructies = semantische categorie van werkwoorden / werkwoordelijke constructies kácet vellen zabít doden krmit voeren rozjet op vaart zetten zitten – zetten liggen – leggen hangen – hangen koken Jan kookt rijst – Het water kookt smelten Je moet de boter eerst smelten – De boter is door de hitte gesmolten Verschillen tussen doen en laten (Verhagen, A. - Kemmer,S., Interactie en Oorzakelijkheid. Een cognitieve benadering van Causatief-constructies in het Nederlands, in: Gramma/TTT, tijdschrift voor taalkunde, jaargang 1,1992, 1, 1-20) laten = indirecte veroorzaking van een gebeuren - een of andere ándere kracht is meer direct in de productie van een bepaald resultaat betrokken dan de activiteit die van de agens uitgaat: A. De psychiater liet mij aan mijn moeder denken doen = directe veroorzaking van een gebeuren - er is geen intermediaire kracht waarvan de aan- of afwezigheid het optreden van dat resultaat zou kunnen verhinderen: B. De psychiater deed mij aan mijn moeder denken Zin A = interactie tussen twee mensen, zin B = geen interactie Essentieel voor interactie is communicatie, d.w.z. wederzijdse beinvloeding van cognitieve toestanden. C. De seargant liet ons door de modder kruipen. Interactie: de seargant produceert een taaluiting die wij als een bevel interpreteren (cognitieve activiteit) en eraan gehoorzamen. Het gebruik van laten houdt in dat de spreker impliceert dat de activiteit van het object „ertoe doet“, dat hij/zij ook anders had kunnen doen. Het gebruik van doen houdt geen cognitieve activiteit van het object in en het resultaat van de handeling is onvermijdelijk.