Klanken Werkblad 9 Ja hoor, körn maar. Hebjeeventijd? - Ja hoor, kom maar. Zal ikop je wachten? - Nee hoor, ga maar, Kan ikdit weggooien? - Ja hoor, doe maar. Ben je nog iang bezig? - Nee hoor.zo klaar. Zai ikje even helpen? - Nee hoor, laat maar. Is er nog koffie? - Ja hoor, neem maar. Is het moeilijk? - Nee hoor, kijk maar. Doejedit met opzet? - Nee hoor, zomaar. Kan ik wat later komen? - Ja hoor, zie maar. Zal ik maar stoppen? - Nee hoor, ga maar door. Werkblad toA Erg graag Deel 1 - Nederland heeft vaak grijze luchten. Maar vandaag is het wel erg grijs. 2 ledereen wil graag met de docente praten. Maar Harry wil wel erg graag. 3 Een groene broek kan mooi zijn. Maar deze is wel erg groen. 4 Ik hou van grof brood. Maar dit brood is wel erg grof. c De koningin draagt vaak grote hoeden. Maar deze is wel erg groot. Deel 2/cursist A 1 ledereen wil graag met de docente praten. 2 De koningin draagt vaak grote hoeden. 3 Nederland heeft vaak grijze luchten. 4 Een groene broek kan mooi zijn. Ik hou van grof brood. 6 Kees heeft vaak een grauwe kleur. 7 Hans is vaak wat grof. 8 Anneke heeft een grillig karakter. 9 Sjef is een gretige eter. 10 Veel kieine kinderen houden van griezelverhalen. Uitspraaktraincr in de A'J NT;V'U/aoo".A=!--s!.e!'ii,i! Uitspraaktrainer in de les © 200q Afd.NTi vu / iioorn. Amsterdam 1 Klanken ■ Werkblad 10B Erggraag Deel i 1 Nederland heeft vaak grijze luchten. Maar vandaag is het wel erg grijs. 2 ledereen wil graag tnet de docente praten. Maar Harry wil wel erg graag. 3 Een groene broek kan mooi zijn. Maar deze is wel erg groen. 4 1k hou van grof brood. Maar dit brood is wel erg grof. 5 De koningin draagt vaak grote hoeden. Maar deze is wel erg groot. Deel 2 / cursist B l Maar Harry wil wel erg graag. 2 Maar deze is wel erg groen. 3 Maarvandaag ziet hij wel erggrauw. Maar deze is we! erggroot. 5 Maarvandaag is ze wel erg grillig. 6 Maardit brood iswel erg grof. 7 Maar vandaag is hij wel erg gretig. g Maar vandaag is het wel erg grijs. 9 Maardit verhaal iswel erg griezelig. 10 Maarvandaag is hij wel erg grof. UitspF33kt.'3ir.ef mde ies ©aöqjMI Nr;Vlj/Bon".A'r-.srerd3f. Werkblad n Wat is woordaccent? (2) Reeks 1 Reeks 2 hallo appe! iemand moment advies milieu welkorn banaan meneer tijdens prachtig natuur tot ziens tomaat mevrouw wanneer rapport water Werkblad 12 Praktijk en praktisch bezoek b rief)e kaartje boodschap gehakt jongen 2 buurman dokter reizen euro lamsvlees meisje we 1 kom patient station goedkoop s läge r vriendin 3 4 cadeau jammer beleg c ursist bruiloft contant jarig pardon boter huiswerk trouwen netto 5 krijgen sorry koelkast moeiiijk verlief d pinnen 6 a Het iseen chaos in je kamer! b Ja, ik ben ook erg chaotisch. 3 Heeft hij belangstelling voor techniek? b Ja, hij houdt van alles wat technisch is. a Wil je mijn werk kritisch bekijken alsjeblieft? b Ja, als ik kritiek heb, hoor je het van me. a Het gaat toch niet heel siecht met de Nederiandse economic? b Nee, maar internationaal zijndeeccnornŕscheontwikkeEingen niet goed. a Wat heb je naje Studie psychológie ^edaan? b Neu, ik heb voor een psychologisch adviesbureau gewerkt. a Is het problematisch als ik morgen niet kom? b Nee hoor, dat is geen enkel probleem. a Heb je die boeken niet op alfabet gezet? b O, ik wist niet dat ik ze alfabetisch moest ordenen. a Zie jij een systeem in zijn manier van werken? b Nee, maar hij werkt ook helemaal niet systematisch. a 1 wee r leerling ' auto balie bewölkt effect opnieuw niveau monteur bewijs gebied gevolg verde r student verkeer kantoor regen oorzaak Uitspraairtrairer in de Iss ® loot £'ú NT;.vu / BíWT.Air^srssn-: Ulíspraakrrainc-r in I SU -% OJ tu SE (FD OJ ĎJ -t O fl) 7\-CL cr cu CL Werkblad 15 Werkblad 16C Staatsbezoeken Staatsbezoeken koningin Beatrix 1981 -2008 1981: Luxemburg Ooo 1990: Portugal Ooo 1999: China Oo 1981: Belgie Ooo 1991: Frankrijk Oo 1999: Bulgarije 00O0 1982: Oo 1991: as 2001: Rusland Oo 1982: Verenigde Staten 0000O0 1992: Nieuw-Zeeland 0O0 2001: Roemenie 0O00 1982: Groot-Brittannie 00O00 1993: Zwitserland Ooo 2003: Chili Oo 1984: Oooo 1994: IJsland Oo 2003: Brazilie oOco 198s: oOoo 1994: Jordanie 0O00 2004: Thailand Oo 1985: Spanje Oo 1995: Israel Ooo 2006: Argentina 00O00 1986: India Ooo 1995: Finland Oo 2006: Letland Oo 1986: Noorwegen Ooo 1995: 00O00 2006: Belgie Ooo 1987: 000O0 1996: 00O0 2007: 0O0 1987: Zweden Oo 1996: Zuid-Afrika 0O00 2007: Slowakije 00O0 !Slg: Q°o 1997: Griekenland Coo 2007: India Ooo 1988: Australie 0O00 1997: Egypte 0O0 2008: Estland Oo 1990 lerland Oo 1997: Polen Oo 2008: Litouwen Ooo Uttspraalrtrainer in de i« e joc^A'd ntivu/ Boo-■A--~-?>.f?.3: Woordaccentspe SpeSregeis 1 Zet je pion in het vakje'Start'. Je moet zo snel mogeiijk de 'Finish' zien te bereiken. Wie Mel eerst bij de finish is, is de winnaar. 2 Spreek af wie mag beginnen. 3 Als je mag beginnen, pak dan een kaartje van de stapel. Kijk naar het woord [of de wocrden) op het kaartje. Lees het woord voor met het accent op de goede syllabe. Waag aan de andere cursisten van je groepje of je het goed hebt uitgesproken. 4 Zoek op het speelbord het cerstc woord met hetzeitde woo rd accent pat roon. Zet je pion in het vakje. Je mag in een vakje gaan staan waar al een andere pion Staat. Lees het woord in het vakje voor. De andere speiers beoordeien of je uitspraak goed is. r: Als je in een vakje komt met een pijl naar boven (T),doe dan hetzelfde aisonder nummer 3: iees het woord voor. Ga daarna met je pion naar het vakje in de rij erboven. 6 Als je in een vakje komt met een pijl naar beneden (1), doe dan hetzeifde aisonder nummer 3: lees het woord voor. Ga daarna met je pion naar het vakje in de rij eronder. 7 Als je in een vakje komt met'beurt overslaan'.doe dan hetzeifde aisonder nummer 3: lees het woord voor. Daarna magje een ronde niet meedoen. 8 Als ervdorde finish geen woorden meer zijn met het goede woorriacc.entpatroon,dan magje pion verder naarde finish, Je bent de winnaar. U;:sp?33k:raJner in de les 8 ioog Afs VI:-v.. .■ Soo^. Amsterdam 3 Intonatie en zinsaccent it t e en zinsaccent Werkbladi8 Klaar of niet kiaar? (ij 1 □ a en ook heel s!im. □ b Oja? Dat isfijn. 2 □ a dan krijgt u de uitslag. □ b Oja? Datisvlug! 3 Li 3 maar dan moet u goed opletten. n b Oja? Dát is aardigvari u! 4 n a maarweí een beetje later. □ b Oja?Datisleuk! c J □ a waní het brood isop. U b Oja? Maar ik ben net geweest. 6 □ a want ikwií naar Austrálie. n b Oja? Dat wil ikook gaan doen. 7 □ a dus we gaan lekker zwemmen. □ b Oja? Dan ga ik lekkerfietsen. 8 n a dus je krijgt een kop thee. □ b Oja? Geef dan maar thee. Werkbiad 19 Klaarof niet klaar? (2) Teksti.Ontvangst Geef je tas maar hier. Doe je jas uit. En ga zitten. ekst 2. Haren wassen Haar nat maken. Wrijf Shampoo in het haar. En dan uitspoelea Tekst 3: Een formulier Vu! uw naam in. Vuldeíege vakken in. Zet de datum eronder. En dan uw handtekening. Tekst 4: Nietjes bijvullen Open het klepje. Doe de nietjes in het apparaat. Klepje dicht. Klaar. Tekst 5: Bloemen in een vaas Haal de bioemen uit het papier. Vul een vaas met water. Snij een stukje van de stelen. En zet de bloemen in het water. Uitspraafctrainer in de les © 3005 Afd. NT; VU / Boorr.Airisterílafr Uííspfaaktrainer in de les e 2003 Afc. NT.-'.vu : So:?^.ArriMf[d«m Werkblad 20 Zinsaecent:oudeen nieuwe infcrmatie / corrtrast 1 i Waar liggen de sletitcls? In het kastje. Nee,:in het kastje. j Liggen de sieutels op hetkastje? 2 i Wat is zijn beroep?, ; Spreekt hij Engels? Hij is ieraar Engels. Hij is Ieraar Engels, 3 ; Het kost 8 eure : Het kost 9,50. Nee, 8,50. Nee, 8,50. 4 Wat vindje nou het iekkerst? ;:; Hou je van pizza? ik ben gekop pizza. ik ben gekop pizza. r \ Een biertje? ; Een glas witte wijn? Liever een glas rode wijn. Liever een glas rode wijn. 6 ; i Jij spreekt Frans en Duits? Nee, Engels en Duits. ■ Nee,Engelsen Duits. ; Jij spreekt Engels en Frans? 7 ■ Wat haat je nou echt in Nederland? Wat vlnd je van het Nederländse weer? Ik haat het Nederländse weer. Ik haat het Nederländse weer. s ; Hoe iaatzal ik körnen? ; Ik ko.m.om kwartvoor drie. Korn maarorn half drie. Kom rnaar om half drie. 9 Duurtdie opleiding vier maanden? ; Duurtdie opleiding driejaar? Nee, vier jaar. Nee, vier jaar. "0 Heb je weleens in het buitenland gewoond? Ben je weleens in ierland geweesl? Ja, ik heb een tijd in ierland gewoond. Ja, ik heb een tijd in Ierland gewoond. Werkblad 21A Accenten in uitdrukkingen en idioem Ik moet er niet aan denken. Zet dat maar uit je hoofd. 3 Ze hebben me van het kastje naarde muur gestuurd. 4 Hoe haal je het in je hoofd. 5 Daar ben je dan mooi klaar mee. 6 Mij niet gezien. 7 Dan weet je wei hoe laat het is. 8 Kom op, we gaan weer aan de s ag. 9 Als je niet je best doetdan wordt het nooit wat. 10 Jammer, maar er is niets aan tedoen. Üitspraaktrainef in d. ! Amsterdam Werkblad 21B Accenteri in uitdrukkingen en idicom 1 We g