Comité Er is een Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. De comitéleden anno 2015 zijn Jet Bussemaker, Nederlands minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Sander Dekker, Nederlands staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en voor Vlaanderen Hilde Crevits, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaamse minister van Onderwijs en Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel.^[4] Geassocieerde leden en andere samenwerking Artikel 20 van het Taalunieverdrag bepaalt dat onder voorbehoud van voorafgaande goedkeuring van de Hoge Verdragsluitende Partijen andere staten die aan activiteiten van de Taalunie wensen mede te werken met de Taalunie een associatieovereenkomst kunnen sluiten. De overeenkomst bepaalt de vormen en voorwaarden van deze samenwerking. Op 12 december 2003 tekenden de Nederlandse staatssecretaris Medy van der Laan (Cultuur), als voorzitter van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie, en de Surinaamse minister van Onderwijs Walter Sandriman te Brussel een associatieovereenkomst.^[5] De ratificatie door het parlement van Suriname vond in december 2004 plaats en op 12 januari 2005 trad de overeenkomst in werking. In 2007 werd een associatieovereenkomst gesloten met de Nederlandse Antillen. Caribisch Nederland valt inmiddels onder verdragspartner Nederland. De Nederlandse Taalunie werkt op diverse terreinen ook nog steeds samen met Curaçao. In november 2013 hernieuwden Aruba en de Nederlandse Taalunie hun uit 2011 daterende raamovereenkomst voor samenwerking op het gebied van de Nederlandse taal.^[6] Zuid-Afrika De Nederlandse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans en de Vlaamse minister van Cultuur Bert Anciaux pleitten in 2008 voor de toetreding van Zuid-Afrika tot de Nederlandse Taalunie.^[7] Op 20 november 2010 werd in Brugge, tijdens de viering van de dertigste verjaardag van de Taalunie, de intentieverklaring tot samenwerking ondertekend tussen Zuid-Afrika en de Nederlandse Taalunie. In januari 2014 werd bekend dat de Zuid-Afrikaanse regering de in 2010 gesloten intentieverklaring betreurde en dat ze wilden afzien van verdere samenwerking.^[8] De Afrikaanse Taalraad verklaarde dat "De vooroordelen en miskenning van de voordelen die de betrokken intentieverklaring voor het Afrikaans zou hebben, een rol gespeeld hebben bij een dergelijk besluit." De Taalunie verklaarde daarop: "De samenwerking op het terrein van de extramurale neerlandistiek verloopt al sinds 1994 naar ieders tevredenheid. Omdat het om een multilaterale overeenkomst gaat, is het goed rekening te houden met de wensen en verwachtingen van alle betrokken partijen. Als de samenwerking aan bijsturing toe is, nemen we ons voor dat in overleg met de Zuid-Afrikaanse overheid te doen."^[9] In september 2014 riep de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL), na een lange voorbereidingstijd, een zelfstandige afdeling Zuid-Afrikaanse literatuur in het leven. De opbouw van de DBNL is mogelijk gemaakt door financiële steun van onder andere NWO en de Nederlandse Taalunie. Sinds 2015 staat de positie van het Nederlands in het Zuid-Afrikaanse onderwijs onder druk. De grootste historisch Afrikaans-Nederlandstalige universiteiten (de Universiteit Stellenbosch, de Universiteit van Pretoria en de Universiteit van de Vrijstaat) hebben het Afrikaans als onderwijstaal afgeschaft en gaan hun curriculum ontdoen van koloniale kenmerken (waaronder het Nederlands), ondanks de status van het Afrikaans als inheemse minderheidstaal. Prijsuitreikingen Sinds 1986 is de Prijs der Nederlandse Letteren bij de Taalunie ondergebracht. Deze prijs bestaat sinds 1956 en wordt eens in de drie jaar uitgereikt voor oorspronkelijk Nederlandstalig proza of poëzie. Het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie benoemt de onafhankelijke jury die de prijs toekent. De Taalunie reikt verder jaarlijks de Taalunie Toneelschrijfprijs uit aan een schrijver van een Nederlands toneelstuk dat in het theaterseizoen daarvoor in première is gegaan. Ten slotte kent de Taalunie de Inktaap, een literaire prijs die jaarlijks door scholieren uit de bovenbouw van het middelbaar en voortgezet onderwijs wordt toegekend aan een van de door de Taalunie genomineerde boeken. Literatuurgeschiedenis Op 23 februari 2006 werden het eerste (Middeleeuwen) en het laatste deel (1945-2005) van een nieuwe, negendelige geschiedenis van de Nederlandstalige literatuur, geschreven onder auspiciën van de Taalunie, in de Grote Kerk in Breda aangeboden aan prinses Máxima van Nederland en prinses Mathilde van België. Steunpunt Nederlandstalige Terminologie Het Steunpunt Nederlandstalige Terminologie werd op 1 april 2007 opgericht door de Nederlandse Taalunie en is in de eerste plaats een informatie- en adviespunt voor alle aspecten rond terminologie voor het hele Nederlandse taalgebied. Het steunpunt onderhoudt in opdracht van de Nederlandse Taalunie de website NedTerm, die fungeert als primaire informatiebron op het gebied van Nederlandstalige terminologie. Het ondersteunt bovendien het terminologiebeleid dat de Nederlandse Taalunie voert via haar Commissie Terminologie (CoTerm) en de activiteiten van de Vlaams-Nederlandse terminologievereniging NL-Term. https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Taalunie