Door de bril van de taal: Variatie in aanspreekvormen in België en in Nederland 17.04.2018 I. DENKERTJE: Wat communiceren we in een gesprek?  verbale informatie die we met onze gesprekspartner willen wisselen  ...  ... II. Wat zeggen de aanspreekvormen? Laten we naar twee kanten ervan kijken: A. sociaal opzicht: B. pragmatisch opzicht: III. The pronouns of power and solidarity Nederlands: jij, u Tsjechisch : Pools: ty, pan/pani Engels: you Belgisch Nederlands: gij, jij u T-voornaamwoorden V-voornaamwoorden Nederlands Tsjechisch Pools Engels Belgisch Nederlands IV. Vlaanderen: Een geval apart In de onderstaande tabel vind je een overzicht van de pronominale aanspreekvormen in Vlaanderen. Wat kunnen ze wel of niet impliceren in de gegeven contexten? Geef het aan met '+', '±' of '-' familiekring peer group werkvloer eenmalig of oppervlakkig contact gij [ ]solidariteit [ ]solidariteit [ ]solidariteit [ ]formaliteit: macht [ ]beleefdheid niet aanwezig u niet aanwezig [ ]solidariteit [ ]formaliteit: macht [ ]solidariteit jij niet aanwezig [ ]solidariteit niet aanwezig niet aanwezig Door de bril van de taal: Variatie in aanspreekvormen in België en in Nederland 17.04.2018 SITUATIE I Freddy in De Zaak Alzheimer probeert informatie te verkrijgen van de vrouw van het slachtoffer dat vermoord is. Hij denkt dat ze meer weet dan ze zegt. Zij heeft duidelijk interesse voor hem. Waarom spreekt ze hem aan met je? Nee, niet alleen omdat ze uit Nederland komt  Kijk naar de wisseling van de aanspreekvormen bij Freddy. Het is de moeite waard om op te merken dat hij haar met gij en niet met jij aanspreekt. Waarom? FREDDY: Mw. Seynaeve? MEVR. SEYNAEVE: Je bent net een echte. FREDDY: De deur stond open. MEVR. SEYNAEVE: Ken je een betere manier om iemand binnen te laten dan? FREDDY: Bedankt dat ik langs mocht komen. MEVR. SEYNAEVE: Shoot. FREDDY: Kent u Angelo Ledda? MEVR. SEYNAEVE: Nee. FREDDY: Bernard Casoni? MEVR. SEYNAEVE: Groot? Blond? FREDDY: Donker. MEVR. SEYNAEVE: Ja, Zo ken ik er wel een paar. Maar, nee sorry, die naam zegt me niets. FREDDY: Hij belde ons een paar uur geleden met de gsm van uw man. FREDDY: Wat denkt ge daarvan? MEVR. SEYNAEVE: Dat je die eens dringend moet laten afsluiten. Je weet het wel mooi in te kleden. FREDDY: Pardon? MEVR. SEYNAEVE: Wat denk je nou? Dat ik niet weet wat jij hier komt doen? FREDDY: Mevrouw, ik ben hier... MEVR. SEYNAEVE: Wat dacht jij? Die kan ik ’s lekker tegen de muur aan plakken? FREDDY: Ik denk dat u meer weet dan u zegt. MEVR. SEYNAEVE: Oh, je bent een denker. MEVR. SEYNAEVE: Ik dacht dat je misschien meer een doener was. SITUATIE II Loft: Vincent, Luc, Chris en Marnix worden verhoord in verband met het lichaam dat gevonden werd in hun loft. Vincent is de hoofdverdachte. De situatie is formeel, maar hij spreekt de ondervraagster en de ondervrager met gij aan en niet met u. Wat zou volgens jou zijn bedoeling zijn? De ondervraagster spreekt hem met u aan, de ondervrager gebruikt gij. Wat zegt dat over hun opstelling ten opzichte van Vincent? In welke stemming zijn de ondervragers? Speelt dat volgens jou een rol bij de keuze van de aanspreekvorm? Waarom begint de ondervraagster ook gij te gebruiken? VINCENT: Ik heb hier niks mee te maken. Ik meen ‘t. Ge moet mij geloven. ONDERVRAAGSTER: We zouden niks liever willen dan u te geloven, meneer Stevens. Maar uwen uitleg is op z’n minst nogal raar. VINCENT: Luister, we zijn geflikt. Alles is in scène gezet. ONDERVRAGER: Dus ge zijt erin geluisd? Is dat wat gij wilt zeggen? Dat ge zelf slachtoffer zijt? (...) VINCENT: Is de anderen ondervraagd? ONDERVRAAGSTER: We zijn ermee bezig. Maakt u geen zorgen. ONDERVRAGER: Dus alles is een groot complot, als ik het goed begrijp? Waarom maakt ge het u niet gemakkelijk en bekent ge? ONDERVRAAGSTER: Kunt u nog ’s vertellen wat er vanmorgen gebeurd is? VINCENT: Nog ‘s? ONDERVRAAGSTER: Nog ‘s, meneer Stevens. Van in het begin, als ge zo vriendelijk wilt zijn. Door de bril van de taal: Variatie in aanspreekvormen in België en in Nederland 17.04.2018 SITUATIE III Vik (Team Spirit 1) heeft geen goede relatie met zijn vader. Ze zien elkaar niet vaak, de vader is bezig met zijn bedrijf en zijn nieuwe vrouw. Vik komt toch naar hem toe met het verzoek dat een vriend van hem door zijn vader wordt aangenomen. Kijk hoe hij zijn vader aanspreekt en wat de reactie van zijn vader is. Wat zegt dat over de opstelling van Vik ten opzichte van zijn vader? VIK: Ik heb gehoord dat u aan het verbouwen was. VADER: ...en dan noemt hij zijn vader u (…). VIK: Dat gij aan het verbouwen waart. Ne kameraad van mij is elektricien (…) VADER: Zijt ge daarvoor naar hier gekomen? Voor iemand anders? Niet eens voor uw eigen? Zijt ge nu loopjongske geworden van die loosers van die vriendjes van u? Is bezoekske afgelopen? (…) SITUATIE IV En wat kan je zeggen over het gebruik van de aanspreekvormen in deze situatie uit Frits en Freddy? FRITS: Dag meneer, goedemiddag FREDDY: Het gaat niet goed met deze wereld. Helemaal niet goed zelfs. FREDDY: De mensen zien mekaar niet graag niet meer. Het vertrouwen is weg. FREDDY: Ze zijn bang. CARLO: Ja? En wat gaan we daar aan doen? FRITS: We zouden graag eens met u willen klappen. FREDDY: Over God. CARLO: Ik geloof niet dat ik daar tijd voor heb. FREDDY: Hoe bedoelt u? CARLO: Hoe bedoelt ge? Welk stuk verstaat ge niet? FREDDY: Goed. Meneer heeft gene tijd om over God te klappen. FREDDY: Verstaat ge deze dan misschien? FRITS: Freddy! FREDDY: Voor Onze Lieve Heer moet ge tijd... maken! FREDDY: Dat zou ik niet doen. Want ik schiet een gat in uwen buik, kerel dat uw kak tot bij de buren tegen de muren plakt! *** In welke situatie staat de verandering van de aanspreekvorm voor  geconceptualiseerde gevoelens:  een geconceptualiseerde opstelling:  een geconceptualiseerde bedoeling: