BLOWING versie V Jeroen van den Berg Januari 2003 VADER MOEDER ESTHER JURGEN Het is een mooie zonnige dag. Het hele gezin is feestelijk gekleed. De tafel is gedekt, een overdreven grote brunch. Vader staat te prutsen aan het bedieningspaneel van een rolluikensysteem, Jurgen leest en Esther zit aan de ontbijttafel, Moeder staat voor het raam te telefoneren MOEDER: Fantastisch. Nee, écht fantastisch schat. Geweldige dag. Niks vijfenveertig. Voel je niets van hoor (moet heel hard lachen). Het is een feestje, (tegen de kinderen en vader) het is hier feest he jongens- VADER: (leest de bedieningsinstructies) Steek de sleutel in het bedieningspaneel en toets uw code in- MOEDER: Ik voel me geweldig. Is maar een getal toch, vijfenveertig. VADER: Jurg- MOEDER: Weet je nog dat moeder vijfenveertig werd. Die was toch al bejaard toen. Grijze jurken en gezondheidsschoenen- precies- Moet je mij zien, kwestie van een andere tijd Thea, ik word minstens honderdvijftig- VADER: Jurg- MOEDER: Ze gaan nog van alles ontdekken let maar op- Dat is niet optimistisch, dat is reëel. VADER: Ik zie dus nergens een code Jurg. MOEDER: Ik heb toch geen enkele reden om somber te zijn. Het is hier ronduit gezellig. Ik heb een fantastische brunch in elkaar gedraaid. Ben ik dagen mee bezig geweest. VADER: Jurg- ESTHER: Hou nou eens op met lezen Jurg. JURGEN: (doet haar na, terwijl hij door leest) Hou nou eens op met lezen Jurg. MOEDER: Je zou het moeten zien. Hoe we hier met z'n allen zitten. Leo heeft een nieuw pak, hij draagt zelfs een strikje, ik heb hem eindelijk zo ver Thé (moet lachen) VADER: Hier. Uw code staat er. (trekt aan zijn strikje) MOEDER: Laat nou zitten Leo, hij zat daarnet juist prima- nou zit hij er dus aan te prutsen he, nee joh, staat hem geweldig, past echt bij hem. Wat bedoel je daar nou mee Thé. Hij kan het juist heel goed hebben- ESTHER: Mamma- MOEDER: Wacht even Thea, Esther zegt iets- ESTHER: Gaan we nou een keer eten- MOEDER: (tegen Esther) Ik zit even met tante Thea- Je zou ons hier moeten zien zitten Thea. Leo dus met dat strikje en Jurgen, gaat geweldig op school met Jurg, zit de hele dag te lezen, zo leergierig- En Esther. Dat wordt een echte dame. Ik liep laatst met haar op straat Thé, dachten ze dat we zussen waren he Es- ESTHER: Eén keer gebeurd- MOEDER: Hoor je, ze zegt het zelf, Es, vertel eens aan tante Thea- (geeft haar de telefoon) ESTHER: (pakt de telefoon niet aan) Gaan we nou een keer eten. VADER: (is nog steeds verdiept in de gebruiksaanwijzing) Dat is toch niet te begrijpen. MOEDER: (in de telefoon) Dus dat bedoel ik. Wat nou vijfenveertig. Het is maar net hoe je je voelt. En ik voel me fantastisch. Ze zijn zo lief voor me Thea, versierde tafels, bergen kadootjes- dat zeg ik nergens om- ik beschrijf gewoon wat ik zie Thé- VADER: (slaat met zijn vlakke hand op de gebruiksaanwijzing) Ik begrijp hier dus helemaal niets van he! Jurg! JURGEN: Moet dat persé op haar verjaardag. VADER: Je zal net zien: installeer je die luiken morgen staan ze hier vannacht voor de deur, de inbrekers. MOEDER: Hoezo, nee, ik zeg alleen maar- JURGEN: Wat valt hier nou te halen? VADER: Ho ho, we hebben het goed voor elkaar. Kijk eens om je heen. En tel dat dan eens allemaal bij elkaar op. MOEDER: Luister Thé, ik bedoel daar helemaal niks mee- ESTHER: Wie zegt dat de inbrekers uitgerekend vandaag langs komen. VADER: Je hoort ze toch rondjes rijden op hun scootertjes, 's avonds. Die houden ons al weken in de gaten. (kijkt ondertussen in de gebruiksaanwijzing) Ik begrijp toch niet- (drukt op willekeurige knoppen) MOEDER: Wij zijn hier gelukkig ja, kan ik er wat aan doen. VADER: (roept) Dat is toch godverdomme- MOEDER: Doe dat nou straks Leo. VADER: Ik ben zo klaar Els! MOEDER: Leo is bezig met het installeren van een rolluik. VADER: (slaat op het bedieningspaneel, roept) Dit is toch godverdomme niet te begrijpen! (de rolluiken gaan naar beneden, het wordt donker in de kamer) MOEDER: Leo! VADER: Zo! JURGEN: Zo kan ik niet lezen. ESTHER: Pap! VADER: Ik zei toch dat het zo gebeurd was. MOEDER: Leo! Wacht even Thé- Ik zit hier opeens in het donker. Leo! Ik moet nu ophangen Thé. (hangt op) VADER: Perfect! MOEDER: Ik ga zo geen verjaardag vieren Leo! VADER: Wat is er nou? MOEDER: Doe die luiken omhoog! VADER: (steekt een aansteker aan, probeert ondertussen de gebruiksaanwijzing te lezen) Ehm- JURGEN: (knipt een lampje aan) VADER: Wacht even jongens- MOEDER: Je hebt ze toch net ook naar beneden gekregen. VADER: Nou en. MOEDER: Dan krijg je ze toch ook wel weer omhoog. VADER: Ik zie het verband niet Els. MOEDER: Jij bent zo godschruwlijk onhandig, jij bent zo godschruwlijk godschruwlijk- (ze staat op) Ik ga hier niet in het donker zitten wachten. (af, komt niet veel later weer terug) Er zit een luik voor de deur Leo! VADER: Jij wilde dat de hele zaak beveiligd werd. MOEDER: Ik wilde dat ze niet van buiten naar binnen konden komen. VADER: Dat zeg ik. MOEDER: Dit is andersom. Ik kan mijn eigen huis niet uit! VADER: Als je nou even rustig- MOEDER: Ik kan het niet uitstaan Leo. Kan je niet proberen er een dag voor mij iets leuks van te maken. Gewoon een keer in het jaar een fijne dag- Is dat zo veel gevraagd? VADER: (leest de gebruiksaanwijzing) Ik begrijp het gewoon eventjes niet. MOEDER: Gewoon eventjes niet. (gaat achter hem staan) Doe die luiken omhoog Leo. VADER: Niet op mijn vingers kijken Els, dat maakt me bloednerveus! MOEDER: (grijpt naar de sleutel op het bedieningspaneel) VADER: Blijf af, je kan niet zo maar willekeurig- (de luiken gaan omhoog) MOEDER: Zo eenvoudig Leo- VADER: Hoe deed je dat. MOEDER: Oké. De dag is al verprutst. Dankzij Leo Beumer. ESTHER: Mogen we nou gaan eten. MOEDER: Vergeet het maar. Met zo'n begin wordt het nooit meer wat. Ik laat mijn verjaardag door niemand verpesten. VADER: Maar luister nou Els- MOEDER: Niks mee te maken. Er is niks gebeurd. We beginnen gewoon weer van voren af aan en je blijft met je vingers van die rolluiken af Leo- BLACK OUT Het is een mooie zonnige dag. Het hele gezin is feestelijk gekleed. De tafel is gedekt, een overdreven grote brunch. Vader zit de krant te lezen, Jurgen leest ook en Esther zit zich te vervelen aan de ontbijttafel. Moeder staat voor het raam te telefoneren MOEDER: Fantastisch. Nee, écht fantastisch schat. Geweldige dag. Niks vijfenveertig. Voel je niets van hoor (moet heel hard lachen). Het is een feestje, (tegen de kinderen en vader) het is hier feest he jongens- VADER: (richting de telefoon) Het is hier feest hoor Thea- (Jurgen kijkt spottend naar zijn vader) Het is toch zo- MOEDER: Ik voel me geweldig. Is maar een getal toch, vijfenveertig. Weet je nog dat moeder vijfenveertig werd- ESTHER: Mam- MOEDER: Die was toch al bejaard toen. Grijze jurken en gezondheidsschoenen- precies- Moet je mij zien, kwestie van een andere tijd Thea, ik word minstens honderdvijftig- Ze gaan nog van alles ontdekken let maar op- Dat is niet optimistisch, dat is reëel. ESTHER: Mam- MOEDER: Je zou het moeten zien. Hoe we hier met z'n allen zitten. Leo heeft een nieuw pak, hij draagt zelfs een strikje, ik heb hem eindelijk zo ver Thé (moet lachen, Vader trekt aan het strikje). ESTHER: Hou nou eens op met lezen Jurg. JURGEN: (doet haar na, terwijl hij door leest) Hou nou eens op met lezen Jurg. MOEDER: Laat nou zitten Leo, hij zat daarnet juist prima- ESTHER: Pap- VADER: (reageert niet) MOEDER: Nou zit hij er dus aan te prutsen he, nee joh, staat hem geweldig, past echt bij hem. Wat bedoel je daar nou mee Thé. Hij kan het juist heel goed hebben. ESTHER: Mamma- MOEDER: Wacht even Thea, Esther zegt iets- (tegen Esther) Ik zit even met tante Thea- ESTHER: Gaan we nou een keer eten- VADER: (van achter zijn krant) We wachten op je Els. MOEDER: (in de telefoon) De groeten van Leo- Dus dat bedoel ik. Wat nou vijfenveertig. Het is maar net hoe je je voelt. En ik voel me fantastisch. Ze zijn zo lief voor me Thea, versierde tafels, bergen kadootjes- dat zeg ik nergens om- ik beschrijf gewoon wat ik zie Thé, hoezo, nee, ik zeg alleen maar- luister Thé, ik bedoel daar helemaal niks mee- Nee- Wij zijn hier gelukkig ja, kan ik er wat aan doen- Jij niet nee, maar het is mijn verjaardag, ik heb geen zin om op mijn verjaardag jouw ellende- daar heb ik gewoon geen zin in Thé- (tegen Júrgen die een boterham op zijn bord legt) Wacht nou even tot ik klaar ben. Het spijt me verschrikkelijk Thea, maar ik voel me goed, ik voel me jong ik heb een fantastisch gezin- (fel) Dat is me helemaal niet aan komen waaien, daar hebben we met z'n allen keihard voor gewerkt- Ja dat denk ik ja- Je hebt een heel groot deel van je geluk in de hand ja- Als jij een beetje meer je best had gedaan- Je hebt je kansen gehad Thé, je begon zelfs beter dan ik- Erik had geld- VADER: (kijkt op van zijn krant) MOEDER: Dat is niet gemeen, zo zie ik het gewoon. Erik had geld toen jullie trouwden en jouw kinderen zijn een stuk slimmer dan die van mij- Ik ben heel tevreden met Jurgen en Esther maar ze zijn niet briljant, jouw kinderen- JURGEN: (begint te zingen) Lang zal ze leven, lang- MOEDER: Zo hoor ik niets Jurg- Ze zingen voor me Thé, ze kunnen niet meer wachten, ik moet écht- Je hoort toch dat ze zingen- daarnet zongen ze, Jurgen- JURGEN: (leest ingespannen in zijn boek) MOEDER: Ik praat tegen je Jurg- (in de telefoon) Je hoorde toch dat ie zong daarnet, luister Thé, ik moet nog een hele stapel cadeautjes uitpakken (doet ondertussen de strik van vader recht), er staat hier een geweldige brunch op tafel- nee geen ontbijt, brunch heet dat- zo heet dat gewoon, luister Thé, ik moet nu écht- (wrijft een lok haar uit Esthers ogen, Esther wrijft de lok direct weer terug) Dat weet ik wel--(houdt haar hand op de hoorn, fluistert tegen Esther) Laten we nog even lang zal ze leven zingen schat- ESTHER: Gaan we nou een keer eten- MOEDER: Eerst even zingen. (begin te zingen, Esther doet mee) Lang zal ze leven, Lang zal ze- (in de hoorn) Thé, ze willen nu echt dat ik aan tafel kom- ik kom er aan jongens- (zingt) Lang zal ze leven in de gloria- (in de hoorn) Ik moet nu echt ophangen The, nou daag- (hangt op) Die denkt werkelijk- VADER: En- (zet in) ze leve hoog ze leve hoog- (Esther en Jurgen vallen in) MOEDER: Het hoeft niet meer jongens- Leo- Leo alsjeblieft hou op- Jurgen- Ze heeft toch al opgehangen. (het lied is afgelopen) Dat is toch niet te geloven jongens, die is alleen maar met zichzelf bezig. ESTHER: Ik heb honger- MOEDER: Wat heeft ze tegen mij Leo. VADER: (houdt een cadeau voor Moeder omhoog) Gefeliciteerd! MOEDER: Die kan gewoon niet hebben dat het ergens anders wel leuk is. VADER: (met het cadeau nog steeds in zijn handen) Let op Jurg! VADER: Wacht even Es. Eerst uitpakken- (zet het cadeau voor Moeder op de tafel) Els- MOEDER: Ze kan het niet hebben, ze kan het gewoon niet hebben. VADER: (tegen Jurgen, wijst op het cadeau) Hé Jurg, moet je eens kijken- ESTHER: Pak nou uit mam- MOEDER: Ze heeft me niet eens gefeliciteerd geloof ik. (pakt ondertussen haar cadeau uit) Verdomd. Ze heeft me niet eens gefeliciteerd! Ik mag hopen dat wij nooit zo worden. Inleven in een ander, dat is zoiets belangrijks jongens, maar dat beseft ze niet he, daarom ging het ook mis met oom Erik- VADER: Jurg, kijk nou even- MOEDER: Die kan heel wat hebben, toch, oom Erik? JURGEN: Oom Erik is een saaie zak. MOEDER: Onzin. Jullie zijn altijd gek geweest met oom Erik he Es- Maar niemand houdt dat uit, op de lange duur, zo'n vrouw verjaagt iedereen om zich heen. Dat is toch zo Leo. Zo'n vrouw- (alsof ze dagelijks een videocamera kado krijgt) Oh, een videocamera, leuk hoor- (pakt hem uit, praat ondertussen gewoon door) VADER: Zie je Jurg, een videocamera- MOEDER: Mij hoeft ze niet meer te bellen Leo, als het zo gaat als daarnet. VADER: Hé Jurg, uitzendkwaliteit he. MOEDER: Geen idee wat ik haar misdaan heb. Er zit ook een bandje bij Els. (geeft haar een tape-je) MOEDER: (kijkt door de lens) Ik zie dus niets he. VADER: Er moet ergens een gebruiksaanwijzing eh- JURGEN: (haalt het beschermkapje voor de lens vandaan) MOEDER: Ah ja- ESTHER: Mogen we nou eten- VADER: Wacht nou even, we moeten eerst een opname hebben. Hé Jurg, wat vind je ervan? JURGEN: Waarvoor hebben we eigenlijk uitzendkwaliteit nodig? ESTHER: (pakt een broodje) MOEDER: Nog nergens aankomen! ESTHER: Mam! MOEDER: He verdorie. Nou zet ik dus zo de camera aan en dan moeten jullie doen alsof ik dus net beneden kom. VADER: Lees nou eerst even de gebruiksaanwijzing. (zoekt in de doos naar de gebruiksaanwijzing) MOEDER: Ik zie toch dat ie het doet- Luister, ik zet dus zo de camera aan en dan gaan jullie voor me zingen- ESTHER: Alweer- MOEDER: Voor de video. VADER: (heeft ondertussen zelf de gebruiksaanwijzing gevonden) Kijk Els- MOEDER: Ik ben toch niet achterlijk Leo. VADER: Het is een geavanceerd apparaat- MOEDER: Hij staat aan jongens. VADER: (wijst naar de camera) Wat dacht je dat zoiets kost Jurgen. JURGEN: (haalt zijn schouders op) MOEDER: (teglijkertijd, kijkt door de camera) Begin maar te zingen- VADER en ESTHER beginnen te zingen JURGEN: (staat op) MOEDER: Jurg- JURGEN: Ik heb hier niet zo'n zin in- ESTHER: (zingt door) VADER: (staat op, loopt achter Jurgen aan) Jurg, kom op jochie, toe nou even- JURGEN: Waarom moet hier altijd alles- VADER: Altijd alles, altijd alles- JURGEN: Altijd alles ja. VADER: (slaat hem op zijn schouder) Hé Jurg- JURGEN: (dreigend) Blijf van me af. ESTHER: Hiep hiep- VADER: Hoera- Jurg! ESTHER: Hiep piep- MOEDER: Ik zie dus opeens alleen maar zwart. ESTHER: Hoera! Neem het nou op mam! MOEDER: Ik zie dus opeens helemaal niets meer- VADER: Kan niet. ESTHER: (wil een broodje pakken) MOEDER: Laat dat- Is dat ding nu al kapot. VADER: Dat ding, Els, is een peperdure videocamera. MOEDER: Nou en- VADER: Die kan dus niet kapot. MOEDER: Zit er garantie op Leo. VADER: Het is verdomme uitzendkwaliteit. MOEDER: Zegt me niets- VADER: Hier, het staat zelfs in de gebruiksaanwijzing- (tegen Esther) Wat staat daar? ESTHER: Uitzendkwaliteit. VADER: Nou? MOEDER: Hij doét het toch niet Leo. VADER: Ik laat me hier een beetje in een hoek zetten. MOEDER: Leo- VADER: Alsof ik dat ding uit de Via Via, alsof ik hier met een of ander koopje aan kom zetten. Hier-(laat Jurgen het merkplaatje van de video zien) Wat staat daar? Juist! Philips. JURGEN: Ik denk- VADER: Philips staat daar. ESTHER: Het is gewoon de accu. VADER: (alsof hij dat zelf ook al lang wist) Precies- JURGEN: Of het is de accu niet. VADER: Wacht even- MOEDER: Zo'n ding moet toch langer dan vijf minuten- JURGEN: Zo'n accu loopt leeg, dat is normaal. VADER: Is toch algemeen bekend Els. MOEDER: Waarom doen ze daar dan niets aan? VADER: (vermoeid) Als het leven zo gemakkelijk in elkaar zat. MOEDER: Als iets niet werkt moet je zorgen dat het wel gaat werken. VADER: (plotseling heel geirriteerd) Zo typisch, dit is nou zo typisch he- Els, zo'n accu is gewoon, dat is gewoon- JURGEN: Je moet hem eerst opladen. (doet de stekker van de camera in het stopcontact) VADER: Weet ik toch Jurg. MOEDER: Dan had je dat ding van te voren moeten opladen. VADER: Hij zat nog in de doos! MOEDER: Dan had je hem uít de doos moeten halen! VADER: Ik kan toch niet, ik ga toch niet- MOEDER: Je kunt op je vingers natellen dat ik direct die hele brunch wil opnemen. VADER: Maar hoe moet ik nou- MOEDER: (nadrukkelijk) Dit is mijn verjaardag Leo- Sorry jongens, we zitten hier zo omdat pappa zo slim was de video niet op te laden. ESTHER: Hoe lang gaat dat dan duren? VADER: Neem maar vast een broodje Esther. ESTHER: (pakt opgelucht een broodje) MOEDER: Laat liggen. ESTHER: Mam- MOEDER: O nee Leo. Zo gemakkelijk gaat dat niet. We gaan nu heel rustig wachten tot het apparaat is opgeladen. ESTHER: Ik klap zowat uit elkaar. MOEDER: Dan moet je bij je vader wezen schat. ESTHER: Pap- VADER: (maakt een hulpeloos gebaar, "ik kan er ook niets aan doen") ESTHER: Mam- MOEDER: (wijst naar Vader) (pauze, iedereen wacht) JURGEN: (pakt een broodje) MOEDER: Waag het eens Jurgen- JURGEN: (brengt het broodje langzaam naar zijn mond) MOEDER: Ik waarschuw je Jurgen- Je hoort wat ik zeg he. Leo- VADER: Kom op Jurgen, laten we nou even wachten tot de video- MOEDER: (steeds opgewondender, fel, terwijl Jurgen het broodje steeds dichterbij zijn mond brengt) Als je het doet Jurgen. Je bent gewaarschuwd he. Waag het eens jongen. Daar gaat ie spijt van krijgen Leo- VADER: (hulpeloos) Jurg, jongen- MOEDER: De gevolgen zijn voor jou he. O, als je toch eens durft. Als je toch eens- JURGEN: (propt in één keer het hele broodje in zijn mond) MOEDER: Oké Jurg. Oké. JURGEN: (neemt nog een broodje, geeft Esther er ook een) MOEDER: Heel goed. Dat is dus duidelijk. ESTHER: (wil het broodje opeten, twijfelt) MOEDER: (pakt het broodje af) Beginnen we dus weer van voren af aan jongens. ESTHER: Mam! MOEDER: Niks mee te maken. Ik ga nu de kamer uit en als ik weer binnenkom hebben we beste met elkaar voor en we maken er een leuke dag van. VADER: Els. MOEDER: Dan maken we er een gezellige, vrolijke en vooral ongecompliceerde dag van. JURGEN: Alsof dit ongecompliceert is. MOEDER: Dit hoort er nog niet bij. (af) JURGEN: (tegen Esther) Vind jij dat we zielig zijn- ESTHER: Hoe bedoel je? JURGEN: Met zulke ouders- VADER: (geirriteerd) Hij staat al aan jongens- (hij wordt gebeld op zijn mobiele telefoon) He godver! (kijkt op de display, neemt het telefoontje aan) We zitten midden in die brunch. Ik heb nu geen tijd, Esther en Jurgen zitten hier aan tafel- MOEDER: (ondertussen vanaf de gang) Kan het al Leo? VADER: (roept) Momentje Els! (in de telefoon) Luister, Els kan ieder moment binnenkomen, ik zit hier met die nieuwe camera- (ziet dat de kinderen niet snappen wie hij aan de lijn heeft) Ik bel je later- (geirriteerd) Ik zeg toch dat ik je later bel! (schakelt de telefoon uit, roept) Nog een momentje Els- (houdt de camera voor zijn gezicht) Oké jongens- JURGEN: Wie was dat? VADER: Iemand van de zaak. JURGEN: Hoe weet die dat wij een brunch hebben. VADER: Omdat ik dat verteld heb. (roept) Oké Els! JURGEN: Wat hebben ze daar op de zaak mee te maken? VADER: (doet de camera voor zijn gezicht weg, geirriteerd) Ik hoef jou toch niet alles- MOEDER: (komt ondertussen weer binnen, met een glas champagne) Proost jongens, op mij! VADER: (pakt snel de videocamera) MOEDER: Nou ben je dus te laat Leo. VADER: Ga nog even terug, ga nog even terug alsjeblieft. MOEDER: Doe je dat nou expres? VADER: Het spijt me. Ik moest nog even iets instellen- MOEDER: Je doet het gewoon expres he! (af) VADER: Els! He, godverdomme Els- (loopt haar achterna) (stilte, Jurgen en Esther wetene niet zo goed wat ze moeten doen) JURGEN: (steekt zijn vinger op, luistert) ESTHER: Wat is er. JURGEN: Zo'n stilte is toch niet normaal. (pauze, hij luistert) Waar zijn die twee mee bezig? ESTHER: Die komen zo wel terug. (stilte) JURGEN: Wie had hij daarnet aan de telefoon bijvoorbeeld. ESTHER: Iemand van de zaak. JURGEN: Zo praat je niet tegen iemand van de zaak. ESTHER: Nou en. JURGEN: Wat is er aan de hand Es. Ze zitten nachtenlang aan tafel. Uren zitten ze te fluisteren. ESTHER: Alsof ik dat niet weet. JURGEN: Of loopt steeds maar rondjes en zij staat doodstil voor het raam. Nachtenlang Es- ESTHER: Alsof ik dat niet weet. JURGEN: Dat is toch niet normaal. Niemand slaapt hier in dit huis. En overdag doet iedereen alsof er niets aan de hand is. ESTHER: Er is niets aan de hand! JURGEN: Onzin. (pakt haar bij haar arm) Er worden hier spelletjes gespeeld Esther. ESTHER: Laat mijn arm los Jurg. JURGEN: Jij ziet dat net zo goed- ESTHER: Laat los. Je doet me pijn. VADER: (komt binnen rennen, pakt snel de camera) MOEDER: (vanaf de gang) Ja? VADER: (roept) Oké! MOEDER: (komt weer binnen, met een glas champagne) Proost jongens, op mij! VADER: Op jou Els! JURGEN: Op jou Els! ESTHER: Sinds wanneer zeg jij Els. JURGEN: Sinds mijn moeder mijn beste vriendin is. (tegen vader) Heb je dat? MOEDER: (ondertussen) God, wat een brunch jongens, ik heb zo verschrikkelijk mijn best gedaan. VADER: Het ziet er geweldig uit Els! MOEDER: Dat mag ook wel zeg, ik heb ontzettend mijn best- Heb je zo wel alles Leo- VADER: Laat mij nou gewoon even zelf- MOEDER: Ik denk toch dat je net iets dichterbij- VADER: (loopt ondertussen naar voren, totdat hij door het snoer wordt tegengehouden) JURGEN: Je kan ook inzoomen- VADER: Als jullie nou eens doen alsof er niet wordt gefilmd. (filmt Esther, die met haar handen voor haar gezicht zit) Wat is er nou schat? ESTHER: Ik wil er niet op. MOEDER: Dat is juist leuk Es, kun je later aan je kinderen laten zien- ESTHER: Ik wil geen kinderen- MOEDER: Waarom niet schatje- ESTHER: Ik wil geen moeder wil worden. MOEDER: (tegen Vader) Hoe komt ze daar nou bij he. (kust Esther, weet dat de camera alles opneemt) Och jongens! Ik ben zo trots op ons, écht waar. Dit wordt een geweldige opname. We zijn zo'n bijzonder gezin- JURGEN: Gelukkig zijn we niet zoals tante Thea- MOEDER: (moet lachen) Nou Jurg! Zo kan ik de band toch nooit aan Thé laten zien- JURGEN: Je moet een beetje van standpunt variëren pap, zo wordt het saai. VADER: Jurg- (zakt door zijn knieën) Het is de bedoeling dat het een beetje spontaan- MOEDER: Zie je zo nog wel iets van de brunch Leo- VADER: Els- MOEDER: (geirriteerd) Wat is er nou- VADER: Doe nou gewoon alsof je niet gefilmd wordt- MOEDER: Als jij de hele tijd tegen me praat. VADER: Oké oké. JURGEN: (heeft intussen een flinke berg kaas op zijn boterham geschaafd) Echt verrukkelijk Els- MOEDER: (ziet de berg kaas) Nou Jurgen- (tegen Vader) Doe maar even uit Leo- Leo- Uit die camera- VADER: (doet de camera uit) JURGEN: We zouden eigenlijk een vaste cameraman in dienst moeten nemen. En dan alles live uitzenden. Zodat de hele wereld kan zien hoe fijn wij het hier hebben. Het is tenslotte uitzendkwaliteit, lijkt jullie dat wat- Een soort voorbeeldgezin snap je, dat de mensen van ons kunnen leren- (Jurgen schaaft ondertussen rustig door) Wat is er nou? MOEDER: Ga je je nu normaal gedragen- VADER: (wijst op de kaas) Daar is hard voor gewerkt jongen- MOEDER: Daar gaat het niet om Leo- VADER: Die denkt dat dat allemaal maar gratis- MOEDER: Luister Leo- VADER: Die denkt dat alles hier gewoon maar vanzelf- MOEDER: Dat denkt ie helemaal niet- JURGEN: Jawel- VADER: Zie je nou. MOEDER: Kijk dan dat lachje Leo- JURGEN: Ik heb écht nooit geweten dat dat allemaal geld kostte mam. MOEDER: Kijk dan. Hij provoceert je. JURGEN: (schuift ondertussen de helft van de kaas op de boterham van Esther) ESTHER: Jurgen! JURGEN: (doet haar na) Jurgen! VADER: Godverdomme Jurg! ESTHER: Hij weet best dat ik geen kaas lust. JURGEN: Jij denkt zeker dat dat allemaal maar gratis. VADER: Ik zie een grote rode vlek. Daar, achter jou op het behang- MOEDER: Laat je door zo'n jochie toch niet op de kast jagen- VADER: (woedend) Ik laat me hier door niemand op de kast jagen. JURGEN: Kunnen we niet eens gewoon een keertje gewoon gezellig- MOEDER: Er zijn er hier nog altijd drie die het wél leuk willen hebben. Leo! (gebaart dat hij haar moet opnemen) VADER: (doet de camera aan, filmt het deel van de tafel waar Moeder en Esther aan zitten) VADER: Fantastisch Els! ESTHER: (roept) Ik wil er niet op. MOEDER: (schept haar bord vol, kijkt naar de camera) Neem jij nou ook maar fijn Esther- ESTHER: Ik heb niet zo'n honger- MOEDER: (schept Esthers bord vol) Voor de gezelligheid- ESTHER: (huilt) Ik heb gewoon niet zo'n honger. MOEDER: Wat krijgen we nou schatje. VADER: Wie wil er nou huilend op de video. ESTHER: (huilt nog steeds, handen voor haar gezicht) Ik wil er ook niet op. JURGEN: (geruststellend) Niets aan de hand Es. Hij staat niet eens aan. MOEDER: (fel) Houdt je mond jij. VADER: Wat bedoel je? JURGEN: Als het rode lampje niet brandt- MOEDER: Hij provoceert je Leo. VADER: Wacht even Els- Ik weet niets van een lampje Jurg- MOEDER: Ga er nou gewoon niet op in. VADER: Ik druk toch gewoon steeds op aan. JURGEN: Dan is ie al aan en druk je hem dus uit. MOEDER: Leo! VADER: Wacht nou even. Jurg, jongen- JURGEN: Je hebt juist opgenomen wat je niet wilde opnemen. Hebben we nu een band vol ruzie in uitzendkwaliteit. MOEDER: Ik dacht dat jij de gebruiksaanwijzing- VADER: Zeg, als jullie hier toch alles beter weten- MOEDER: Je kan toch wel lezen Leo. JURGEN: Je kan toch wel lezen Leo. VADER: (legt de camera op tafel) Dan gaat iemand anders maar filmen. MOEDER: Die man is gewoon overal te dom voor- VADER: Welja- MOEDER: Het is toch zo jongens. JURGEN: Zo is het hoor Els. MOEDER: (wijst naar de tafel, die er al behoorlijk geplunderd uitziet) Nu hebben jullie al overal aangezeten, zie je niet meer hoe ik mijn best heb gedaan- VADER: Ik heb die tafel zo weer in orde. (begint de tafel weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen) MOEDER: Die man is écht ongelofelijk! JURGEN: Had je met oom Erik moeten trouwen. Was dit nooit gebeurd. VADER: Jurg, jochie- MOEDER: Dat krijg je zo toch nooit meer goed Leo. VADER: Mens, laat me nou even- JURGEN: (heeft de camera ondertussen op de televisie aangesloten, we kunnen zien wat hij opneemt. Hij laat Vader de camera zien) Kijk pap. Zie je het lampje nou- Zo is ie aan. (filmt Vader, kijkt door de camera) Wat ben je nou precies aan het doen? VADER: (probeert ondertussen een gerecht dat er eerst heel mooi uitzag, bijvoorbeeld een huzarensalade, met zijn blote handen weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen) MOEDER: Doe dat ding uit Jurgen. JURGEN: (richt de camera op Moeder) Zoomen we in op de wereld die Els Beumer heet. MOEDER: (doet haar haar goed) Jurg! JURGEN: Elk moedervlekje, iedere porie, een heuse snor zelfs- MOEDER: (houdt haar hand voor de camera) JURGEN: En dat allemaal in uitzendkwaliteit. MOEDER: Jurg- ESTHER: (richt de camera op Esther) En het lelijke meisje hier, dat als twee druppels water op haar moeder lijkt- ESTHER: Ik lijk niet op mamma! JURGEN: Wat is daar nou zo verschrikkelijk aan? (filmt Moeder) MOEDER: Laat dat kind met rust Jurgen. JURGEN: Altijd blijven lachen Els-(richt de camera op Esther) Maar Esther Beumer, begrijp ik het goed dat jij dus niet zo blij bent met zo'n vrolijke moeder? ESTHER: (houd haar hand voor haar gezicht) Niet doen Jurg. JURGEN: Of als je je vader zo ziet bijvoorbeeld, ik noem maar wat- (filmt zijn vader, die nog steeds onhandig bezig is de tafel te fatsoeneren) VADER: Wat is er nou jochie? JURGEN: Wat gaat er dan door je heen bijvoorbeeld. (richt de camera op Esther) ESTHER: Ik weet het niet. JURGEN: Kom op Esther Beumer. Een beetje een idioot is het toch wel? (richt de camera weer op Vader) MOEDER: Houd op je vader belachelijk te maken. JURGEN: (richt de camera op Moeder) Dat doet ie helemaal zelf hoor. (richt de camera weer op Vader) VADER: (blijft stug doorgaan met het opruimen van de tafel) JURGEN: Je had gelijk hoor Els. Die man is overal te dom voor. Als ik dit zo zie. ESTHER: Hij kan er niets aan doen Jurgen. JURGEN: (richt weer op Esther) Is dat zo? ESTHER: Hij moet dat van mamma. MOEDER: Wat een onzin. Die man is volkomen vrij! JURGEN: (filmt Vader) En hoe denkt Leo Beumer daar dan zelf over? MOEDER: Houd daar mee op Jurg. JURGEN: Als ie 's avonds in bed ligt, naast een snurkende Els- ESTHER: (moet lachen) MOEDER: Ik snurk niet Jurg. JURGEN: En hij overdenkt zo'n dag als vandaag bijvoorbeeld. Vindt ie zichzelf dan misschien niet toch een klein beetje een sul. VADER: Over wie heb je het nou. ESTHER: Over Leo Beumer. VADER: Ik ben Leo Beumer. JURGEN: Is dat even toevallig. ESTHER: (moet weer lachen) JURGEN: Hebben we ineens Leo Beumer live in de uitzending- ESTHER: (lacht) VADER: Ik snap niet wat er zo grappig- JURGEN: Maar Als Leo Beumer zijnde- Wat vind jij er dan van. Dit alles hier. (filmt de kamer) VADER: Wat valt daar nou van te vinden. JURGEN: De hele toestand. Zoals je hier zit. Die idiote brunch die maar steeds overnieuw moet. Die belachelijke film die er koste wat kost moet komen. VADER: We proberen er hier gewoon samen het beste van te maken. MOEDER: Precies! JURGEN: Ik vind het maar triest, wat jij Es? (filmt Esther) ESTHER: (moet weer heel hard lachen) Niet doen Jurgen. JURGEN: (blijft esther filmen) Het is toch zo. Hoe hard er ook aan die brunch is gewerkt, hoe vaak we overnieuw beginnen. Het is gewoon een kutverjaardag en dat blijft het. Toch? ESTHER: (lacht) MOEDER: Doe uit die camera. JURGEN: Je moet wel blijven lachen hoor. Zo'n lelijk gezicht heeft niemand wat aan. MOEDER: Doe die camera uit Jurgen- Zeg dat ie er mee ophoudt Leo! VADER: Jurgen- JURGEN: (filmt Moeder) Jij wilde toch een opname. MOEDER: Niet zo Jurgen- JURGEN: Maar zo zijn we Els- MOEDER: Helemaal niet. JURGEN: Dit is ons gezin. MOEDER: Niet waar. JURGEN: Doe nou niet zo lullig Els! MOEDER: Ik ben wél je moeder Jurg. VADER: Dat is wél je moeder jongen. JURGEN: Nou en? ESTHER: (moet weer heel hard lachen) VADER: Ik ben wél je vader he. JURGEN: (tegen Esther) Alsof ik dat niet wéét. VADER: (in de war) Nee- ESTHER: (lacht) VADER: Onthoudt dat nou maar eens goed. ESTHER: Dat hoef je toch niet te onthouden. VADER: Nee, Esther- ESTHER: (moet weer lachen) VADER: (vind het lachen van Esther wel amusant) Nou Es- MOEDER: (tegen Jurgen) Als je maar dingen kapot kan maken. JURGEN: Het gaat mij enkel om de waarheid- MOEDER: Het is maar net hoe je het wilt zien. JURGEN: Ik zie een vrouw van vijfenveertig met rimpels, slappe borsten en een dikke reet. ESTHER: (moet weer heel hard lachen) MOEDER: (verbijsterd) Dat is niet waar. JURGEN: Ik zie wat ik zie Els. MOEDER: Ze denken dat we zussen zijn. Esther- ESTHER: (moet weer heel hard lachen) VADER: (lacht heel hard mee) MOEDER: Zeg jij dan wat Leo. VADER: (tussen het lachen door) Eh jongens- Jongens- (iedereen moet nog harder lachen) MOEDER: Leo! (begint spontaan te huilen, als een klein meisje) ESTHER: (schrikt, stopt abrupt met lachen) VADER: (sussend) Els! MOEDER: (tegen Vader) Ik kan toch niet, het gaat toch niet- JURGEN: Staat er prima op Els! MOEDER: (ze probeert Jurgen krachteloos te slaan, af) (stilte) VADER: (kijkt naar Esther en Jurgen, weet niet zo goed wat te zeggen, probeert een lachje, kijkt op zijn horloge, doet zijn strikje losser) JURGEN: (pakt een broodje, begint te eten) ESTHER: (neemt ook een broodje) Plotseling begint moeder in de keuken heel hard te huilen, als dat een tijdje aanhoudt doet vader zijn zijn strik weer goed, glimlacht naar de kinderen en gaat naar de keuken JURGEN: En als je nou eens niet ging- VADER: (draait zich om) He- JURGEN: Je hoorde me best. VADER: Jurg. Jochie- VADER: Niemand zegt dat jij nu naar de keuken moet. VADER: Wacht maar tot je later zelf- JURGEN: Dan zou ik nu ook niet naar de keuken gaan. VADER: Dat kan je nu nog helemaal niet weten- JURGEN: Ik zou hier lekker blijven zitten. VADER: Ja maar jongen- JURGEN: Wedden dat ik dat zou doen. (reikt zijn vader een broodje aan) Hier- Kom op pa- VADER: (gaat zitten) Ik weet het niet jongens- (hij wil een hap van zijn broodje nemen, op dat moment begin moeder in de keuken nog harder te huilen) ESTHER: Pap- VADER: (staat op) JURGEN: Als je nu gaat kan je het verder wel vergeten. ESTHER: Doe niet zo belachelijk- VADER: Luister nou jongen- ESTHER: Je moet gewoon nú gaan pap- VADER: Ik ben écht zo terug- JURGEN: Je hebt me gehoord he- VADER: Dan praten we dadelijk verder- JURGEN: Dat dacht ik niet. VADER: Oké Jurg? (af, Moeder houdt direct op met huilen) (stilte) JURGEN: (wijst naar Esther) ESTHER: Wat is er nou. JURGEN: Wie niet vóór mij is, is tegen me Es- Ik heb goed opgelet daarnet- ESTHER: (moet lachen) JURGEN: Voor jou wordt het net zo goed kiezen- ESTHER: Je zegt maar wat- JURGEN: Zeker weten- (neemt een broodje, eet, pauze, blijft haar aankijken) ESTHER: Wat is er nou- JURGEN: Waarom moest hij zo nodig naar de keuken daarnet. ESTHER: Anders houdt ze nooit op met huilen. JURGEN: Hoe weet je dat zo zeker. ESTHER: Dat weet je zelf net zo goed. JURGEN: We draaien in een kringetje Es. Als iedereen hier steeds maar weer doet wat hij altijd al doet dan gaat het maar door en door en door en door- ESTHER: JURGEN: Ik snap je niet Jurgen (tegelijk met haar) Ik snap je niet Jurgen. ESTHER: JURGEN: Nou! Hou op! Nou! Hou op! JURGEN: Zie je wel- ESTHER: JURGEN: Doe niet zo flauw. Doe niet zo flauw. JURGEN: Ik weet toch precies hoe het hier gaat. ESTHER: JURGEN: Ik snap niet- Ik snap niet- Natuurlijk snap je het niet. (stilte) ESTHER: Wat moeten we dan doen Jurg. JURGEN: Wij moeten ze stoppen Es. Als wij het niet doen doet niemand het. VADER: (fluistert) Niks aan de hand- (komt binnen, duwt moeder voor zich uit. Moeder heeft zwarte randen om haar ogen van de doorgelopen mascara, haar haar zit in de war, ze kijkt wezenloos voor zich uit, laat zich door Vader naar haar stoel brengen) Eventjes- JURGEN: (gaat weer in zijn boek lezen) VADER: Jij ook Jurg, luister even- JURGEN: (leest rustig door) VADER: Ik heb daarnet even met jullie eh moeder gepraat- ESTHER: Waarom fluister je zo- VADER: (fluistert) Sstt, eventjes Es. Jurg. Ik bedoel. Ik heb daarnet dus met eh mamma gepraat, he Els. Niks aan de hand verder. Ga nou even zitten Els- (drukt moeder naar beneden op haar stoel) Maar het lijkt ons dus beter, luister je Jurg, het lijkt ons dus beter als we gewoon weer even helemaal opnieuw beginnen. ESTHER: Doe nou niet zo raar pap. VADER: (nadrukkelijk) Ik doe niet raar. We beginnen nog een keer van voren af aan, met een schone lei- We maken er een gezellige, vrolijke en vooral ongecompliceerde dag van, he Els- Dat lijkt misschien een beetje gek- JURGEN: Welnee- VADER: Nee he- (tegen Moeder) Zie je dat ze het begrijpen Els- JURGEN: Ik begrijp precies wat je bedoelt. VADER: Snap je Esther. We proberen gewoon met z'n allen- Met z'n allen er het beste van te maken, ik bedoel, een gezellige eh ongecompliceerde eh- Snap je Es. Ik bedoel eh- (tegen Esther) Misschien kan jij dan nu de video- (geeft haar de videocamera) ESTHER: (staat weifelend op, neemt de camera aan) VADER: Heel goed. (staat op, met opgeheven glas) Proost jongens. Op mamma. Jurg. Es! ESTHER: Proost mamma! MOEDER: (heft haar glas, wezenloos) ESTHER: (vertwijfeld) Mamma- VADER: Geweldige brunch Els! (smeert vol goede moed een boterham) MOEDER: (propt een boterham in een keer naar binnen, met volle mond) Vind je me aantrekkelijk Leo? VADER: (Verslikt zich in zijn broodje, tussen het hoesten door) Wat is dat nou weer voor vraag. MOEDER: Ik wil gewoon weten of jij me nog steeds aantrekkelijk vind. VADER: Alleen omdat Jurgen- JURGEN: Ik zeg niets! MOEDER: (snauwt tegen Jurgen) Houd je mond jij! ESTHER: Moet ik dit ook opnemen? MOEDER: (nadrukkelijk) Ik ben vijfenveertig Leo. VADER: Ik ga niet waar de kinderen bij zijn- MOEDER: Die zijn wel wat gewend. VADER: (probeert geloofwaardig te klinken) Ik vind je nog steeds heel aantrekkelijk Els. JURGEN: Dit is toch ongelofelijk- VADER: Houd je er buiten Jurg. MOEDER: Maar Leo- VADER: (tegen Moeder, vermoeid) Zullen we erover ophouden. JURGEN: Ik doe helemaal niets! VADER: (agressief) Zullen we erover ophouden Jurg- (tegen Moeder) Kijk nou toch hoe geweldig die brunch- MOEDER: (gaat staan, pakt Vader bij de revers van zijn colbert, nadrukkelijk) Ik leef Leo. VADER: (benauwd) In godsnaam Els! MOEDER: Voel je. Dit doe ik Leo. (schudt hem door elkaar) Voel je? VADER: Eventjes Els- MOEDER: (laat hem los, slaat hem in zijn gezicht) ESTHER: (moet weer hard lachen) MOEDER: Houd nou eens op met dat stomme gelach- ESTHER: (doet haar best niet te lachen) Ik kan het niet helpen! VADER: (voelt de plek waar hij geslagen is) Ik- ESTHER: (moet weer heel hard lachen) MOEDER: Esther! ESTHER: (lachend) Het gaat gewoon vanzelf. VADER: (voelt aan zijn neus, er zit bloed aan zijn hand, hij laat dat aan moeder zien) Mijn god- MOEDER: (doet hem na) Mijn God- Wat ben jij voor man Leo- Wat is dat voor man jongens! ESTHER: (moet weer hard lachen, Jurgen lacht met haar mee) MOEDER: (lacht hard met de kinderen mee) Och man. Ik heb ontzettend behoefte aan frisse lucht. Ruimte om me heen- (af) VADER: (blijft zitten) Esther en Jurgen moeten vreselijk lachen VADER: Dit is, dit is niet- (zijn mobiele telefoon gaat over, hij drukt de telefoon aan, agressief) Waarom bel je me steeds- (hij loopt snel de deur uit) JURGEN: (stopt adrubt met lachen, wijst in de richting van de deur waar Vader verdween, stilte) ESTHER: (kijkt hem aan, giert het dan weer uit van het lachen) JURGEN: Ik zou maar eens stoppen als ik jou was- ESTHER: (door het lachen heen) Ik kan niet stoppen- JURGEN: (slaat haar in haar gezicht) ESTHER: (lachend) Helpt niet- JURGEN: (slaat harder) ESTHER: Nog harder- JURGEN: (slaat haar harder) ESTHER: (houdt op met lachen, zegt rustig) Au. JURGEN: (wil haar weer slaan) ESTHER: (weert hem af) Het is al over. JURGEN: (met opgeheven hand) Zeker weten? ESTHER: Bedankt. JURGEN: (slaat een bord kapot) Niks te danken. ESTHER: (half lachend) Jurg! JURGEN: Dat is de kracht Es. Omdat ik je wilde slaan, dan zit de kracht al in mijn arm. Die moet er op een of andere manier uit. (slaat nog en bord kapot) Ik zit er vol mee, met die kracht- (pakt de borden van Vader en Moeder, doet zijn ogen dicht) Heel in de verte borrelt het omhoog. En dan plotseling- (wil de borden tegen elkaar slaan) ESTHER: Jurg! JURGEN: (beweegt de borden alsof ze magnetisch zijn) Zie je hoe graag ze uit elkaar willen spatten, ik help ze alleen een beetje. (slaat de twee borden tegen elkaar, kijkt naar de scherven) Alles gaat hier kapot. Is dat jou ook opgevallen. Zelfs de planten houden het hier niet uit. Weet jij hoe dat komt Es- ESTHER: Ik weet het niet. JURGEN: We leven met twee vampiers. Die zijn pas tevreden als alles om hen heen net zo dood is als zijzelf. Hier- (drukt zijn handen tegen haar gezicht) ESTHER: (rilt) JURGEN: Voel je. (pakt haar handen) Jouw handen precies hetzelfde. We moeten hier weg Es. We worden steenkoud als we niet uitkijken. ESTHER: (trekt haar handen weg, loopt naar de kast en haalt er een grote stapel borden uit) Jurgen! JURGEN: Zie je wel. Bij jou zit de kracht er net zo goed. ESTHER: (twijfelt) Wat moet ik doen Jurg? JURGEN: Het is puur een kwestie van loslaten. Ogen dicht. Je voelt het vanzelf. ESTHER: (tilt de borden omhoog, doet haar ogen dicht, twijfelt) Zo meteen komen ze binnen- JURGEN: Nou en- ESTHER: Ik ken niemand die dit doet. JURGEN: Omdat het nergens is zoals hier. ESTHER: (twijfelt) Ik weet het niet Jurg- (zet de borden op tafel) JURGEN: Ook goed. Dan moet je het verder maar in je eentje uitzoeken. (loopt weg) ESTHER: Wat ga je doen? JURGEN: Ik ga weg. (af, loopt langs Vader, die net binnenkomt) VADER: (pakt Jurgen bij zijn arm) JURGEN: (duwt Vader van zich af) VADER: Jurg. Even rustig. Als mannen onder elkaar- JURGEN: (verbaasd) He? VADER: Als mannen onder elkaar eh- (spreidt zijn handen, gebaar van verzoening) Hé- JURGEN: (glimlacht, af) (pauze) VADER: (gaat aan tafel zitten, zonder dat hij merkt dat Esther in de kamer is, pakt z'n mobiele telefoon, kijkt even naar de deur, toetst snel een nummer in, gaat voor het raam staan, spreekt gehaast, fluisterend) Met mij. Ik ben nog thuis, nee, luister nou even, in mijn eentje ja, gewoon in de kamer, nee, die brunch komt maar niet van de grond- Els is erger dan ooit, volkomen doorgedraaid. (ingehouden driftig) Zodra ik kan! Ik kan zo niet weg, zoals het nu is- ik kan haar zo niet met de kinderen alleen laten- (vermoeid) Heb nou nog even geduld- dat weet ik wel, maar heb nou nog even- (doet alsof hij iets hoort) O jé, er komt iemand aan geloof ik, ik moet nu ophangen. Ik ook van jou, maar ik moet nu écht- (drukt de telefoon uit, hij pakt zijn zakdoek, dept zijn neus, hij voelt iets drukken op zijn adamsappel, hij hoest, voelt, vindt het strikje, doet het strikje losser, begint opeens te huilen, na een tijdje valt opeens zonder aanleiding een glas van de tafel) ESTHER: (schrikt) Whaa! VADER: (schrikt ook) Jezus, Esther, ik schrik me helemaal- (probeert te verbloemen dat hij gehuild heeft, veegt snel zijn tranen weg, wijst op het glas) Hoe lang sta je daar al- ESTHER: Ik moest van jou alles opnemen- VADER: Ach schatje, je hoeft dit toch niet op te nemen- (wil de camera pakken, Esther doet een stapje achteruit) ESTHER: Waarom zat je te huilen daarnet? VADER: Zat ik te huilen daarnet? ESTHER: Vind je het niet meer leuk hier. VADER: Ik vind het hier juist ontzettend leuk. We hebben toch een gezellige brunch zo meteen- Let maar op. Als mamma en Jurgen zo beneden zijn- ESTHER: Jurgen zegt dat jullie elke nacht wakker blijven- VADER: Jurgen zegt maar wat- ESTHER: Hij zegt dat jullie spoken zijn- VADER: (te vrolijk) Wat een onzin! ESTHER: Jurgen zegt- VADER: (ineens agressief) Die jongen moet gewoon eens een keer z'n mond- jullie moeten gewoon eens een keertje allemaal, het moet hier gewoon eens een keertje- (ziet dat Esther geschrokken is, probeert het weer goed te maken) Luister nou liefje. Niks aan de hand. We moeten ons gewoon helemaal niets van Jurgen aantrekken, die zit in een fase eh hoe heet dat een soort eh fase- Hé, Es- (strekt zijn armen uit) ESTHER: (schrikt) VADER: Kom nou eens even hier. (pauze) Es- ESTHER: Nee- VADER: Wat is er schatje? ESTHER: Je ziet er raar uit. VADER: (voelt aan zijn strik) Ik zie er helemaal niet raar- ESTHER: Jawel- VADER: (kan zich weer niet inhouden, rukt zijn strik af,) Zo beter. Toch? (lief) Hé, meisje- (ongeduldig) Wat is er nou godverdomme- ESTHER: Je doet raar. VADER: (hulpeloos) Ik- (wrijft over zijn hoofd) ESTHER: Je kijkt raar en je praat raar. VADER: (agressief) Nou moet je eens even- ESTHER: Wie was dat aan de telefoon daarnet. VADER: Je moet je niet zo druk maken- (staat op, loopt richting Esther, probeert onbezorgd te klinken) Kom nou toch schatje- ESTHER: (pakt een bord) Niet dichterbij- VADER: (weet niet wat hij met de situatie aanmoet, laat zijn armen slap langs zijn lijf vallen) Wat heb je nou toch? ESTHER: Het lijkt net alsof jij dat helemaal niet bent- VADER: Maar ik ben het toch gewoon wel Es- (armen wijd) Kijk dan. Zie je dat ik het ben. Je ziet toch- ESTHER: Het lijkt net of iemand anders dat zegt- VADER: Wat zegt. ESTHER: Dat. VADER: Dat zeg ik toch zelf- Hier. Dit zeg ik toch. Dit. Zie je nou. Ik ben gewoon, gewoon mezelf, ik- (loopt naar voren, wil haar vastpakken) ESTHER: (slaat het bord kapot, pakt een nieuw bord van tafel) VADER: (loopt resoluut naar haar toe, pakt haar vast, probeert het bord van haar af te pakken, Esther probeert zich te bevrijden, Vader houdt haar stevig vast) Doe nou niet zo idioot! MOEDER: (komt binnen, ziet Vader en Esther) ESTHER: (probeert zich los te rukken) VADER: (probeert haar op haar hoofd te kussen) Stil nou meisje, alsjeblieft- MOEDER: (rustig) Laat dat kind los Leo. VADER: (schrikt, laat Esther los) ESTHER: Hij wil de hele tijd dat ik bij hem kom maar ik wil dat niet- Hij wil de hele tijd- MOEDER: Als meisjes ouder worden onstaat er op een gegeven moment nou eenmaal een bepaalde spanning tussen hen en hun vader, dat is heel normaal. En als pappa daar niet op een volwassen manier mee om kan gaan moet jij maar een beetje volwassener worden. VADER: Je denkt toch verdomme niet écht- MOEDER: (geeft Vader een klap) Zie je. Het enige dat helpt. Weer wat geleerd he. VADER: (geeft Moeder een klap terug) ESTHER: (slaat weer een bord kapot) MOEDER: Esther! VADER: (resoluut) Gaan we nu allemaal weer normaal doen hier? ESTHER: (slaat weer een bord kapot) VADER: Ik meen het he! MOEDER: Ga Jurgen nou maar halen. Die heeft zich in zijn kamer opgesloten- VADER: Wacht nou eens even- MOEDER: Ik laat mijn verjaardag door niets meer verpesten. Ga die jongen halen Leo. VADER: Maar wat kan ik dan wat moet ik dan? MOEDER: Wees een man Leo. Sla je er doorheen. (zet Esther op haar plek aan tafel) VADER: (weet niet wat te doen) (er valt wat kalk uit het plafond) VADER: (af) ESTHER: (kijkt verbijsterd voor zich uit) MOEDER: Jij denkt dat je wat meemaakt he- ESTHER: (verward) Ik weet het niet. MOEDER: Dit is nog maar het begin. Het wordt alleen maar erger. ESTHER: (moet huilen) MOEDER: Niet beginnen te janken Es. Als er hier iemand zielig is dan ben ik dat. Jij hebt je leven nog voor je. Kijk me aan. ESTHER: (kijkt naar haar Moeder) MOEDER: Ik was precies als jij, toen ik hem leerde kennen, bijna precies zo als jij. (wijst naar de deur waar Vader net door vertrok) Die man, die man heeft me helemaal gesloopt. In vijftien jaar een oude vrouw van me gemaakt. En weet je hoe dat komt. Omdat ik te slap was. ESTHER: (draait haar gezicht weg) Ik wil liever niet- MOEDER: Niets liever niet. Dit is het leven Esther, wen er maar aan. Voor je het weet ben je net als ik. Let maar op. ESTHER: Je liegt! (moet huilen, kijkt naar de grond) MOEDER: Nou zit je toch te huilen he. ESTHER: (blijft naar de grond kijken) MOEDER: (pakt haar bij haar kin, dwingt haar haar aan te kijken) Dacht je dat ik niet gehuild heb. Natuurlijk heb ik gehuild. Ik heb mezelf lelijk gehuild. Rimpels in mijn gezicht, grijze haren- mijn hele lichaam slap gehuild. Hier. Dat heeft het me opgeleverd. (knijpt in haar buik) Oud vlees. Hier. (pakt Esther haar hand) ESTHER: (trekt haar hand terug) MOEDER: Stoppen met huilen verdomme! Dat is precies wat ze willen, dat je jezelf slap huilt zodat je hen niet meer kunt verleiden. (pakt Esthers handen vast) ESTHER: (probeert zich los te trekken) MOEDER: (houdt haar stevig vast) Ssst. Luister. (knijpt hard in haar Esthers polsen) ESTHER: (zachtjes) Au! MOEDER: Je moet hard worden kindje. Zacht van buiten, maar keihard van binnen. Een brandende peuk op je arm laten uitdrukken. (knijpt nog steviger in Esthers polsen) ESTHER: Au! MOEDER: Het bloed onder je nagels vandaan laten treiteren. En dan vriendelijk blijven glimlachen. Stralend. Je meest verleiderlijke glimlach blijven lachen. (nadrukkelijk) Zolang je mooi bent blijf je de de baas meisje. (laat Esther los) Hier. (geeft haar een zakdoek) Afdrogen die tranen, voor ze bij je naar binnen branden. ESTHER: (droogt haar tranen af) MOEDER: Ademhalen. ESTHER: (haalt diep adem, kijkt haar Moeder verontwaardigd aan) MOEDER: Laat het bloed door je heen stromen. Dat houdt je jong. ESTHER: (knikt ja) MOEDER: En nu nog lachen- ESTHER: (tovert een lachje op haar gezicht, dat er gevaarlijk uitziet) MOEDER: Zo is het goed kindje. ESTHER: (met de stem van Moeder) Zo is het goed kindje- Plotseling gaat de telefoon van vader, die hij op de tafel heeft laten liggen ESTHER: (schrikt, springt op, gaat een eindje bij de tafel vandaan staan) MOEDER: (kijkt op de display, drukt de telefoon uit) Wat is er nou. Je bent toch niet bang voor een telefoon. (af) ESTHER: (gaat zitten. Het is stil, ze weet niet wat ze moet doen, ziet ze de stapel borden op tafel, gaat er naartoe en laat ze vallen) JURGEN: (komt binnen, ziet de scherven) Zie je dat je het kan! ESTHER: Er werd net weer gebeld. JURGEN: Wie was het. ESTHER: Weet ik niet. Leo Beumer heeft daarstraks ook weer gebeld. JURGEN: Met wie. ESTHER: Dat wilde hij niet zeggen. JURGEN: Waar had hij het over? ESTHER: Ik heb het opgenomen. (geeft hem de camera) JURGEN: (hij spoelt de camera terug, bekijkt de scene waarin Vader telefoneert, pakt dan de telefoon van Vader van tafel, drukt een knopje in, luistert, schrikt, hangt snel weer op) ESTHER: Wie was het- JURGEN: Wat denk je. ESTHER: Ik weet het niet. JURGEN: (draait het nummer weer, doet zijn zakdoek voor het apparaat, praat gehaast en zakelijk) Met mij, ik moet zachtjes praten, luister, ze gaan zo weg, Els is volkomen overstuur, die gaat met de jongens naar het strand. Kom me maar halen zo direct. Ik heb hier alles geregeld. Ik moet nu snel ophangen. (hangt op, er valt weer wat kalk uit het palfond) We gaan weg Es. Voor we de hele zaak op ons hoofd krijgen. Esther en Jurgen gaan af, na een tijdje valt de plafoniére naar beneden, met heel veel geraas, Vader en Moeder komen binnen, Moeder met veger en blik, veegt direct de scherven bij elkaar. MOEDER: Ik heb je gezegd dat je die lamp met een keilbout moest vastzetten. VADER: Heb ik toch gedaan Els. Ik snap werkelijk niet- (ziet zijn telefoon op tafel liggen, pakt hem snel) MOEDER: Alles wat jij in elkaar zet valt weer net zo hard uit elkaar. (ziet ondertussen dat Vader de telefoon pakt) Denk jij nou werkelijk dat je altijd bereikbaar moet zijn. VADER: Ik heb hem al uitgedrukt. MOEDER: Wie gaat jou nou bellen vandaag Leo. VADER: Ik zeg toch dat ik hem uit heb gedrukt. (pauze, Moeder blijft Vader aankijken) MOEDER: Waarom wil je niet praten Leo. VADER: Wat wil jij nou steeds praten. MOEDER: Er is iets, ik voel het. VADER: Ik wil gewoon een leuke dag, dat we er samen een leuke dag van maken. (staat op) Ik ga Jurgen halen. MOEDER: Waarom wil je zo graag weg. VADER: Hoe bedoel je? MOEDER: Je wilt toch weg nu Leo. VADER: Je bedoelt nu, ik bedoel eh, wat bedoel je nou? MOEDER: Je moet niet steeds een tegenvraag stellen. VADER: Waar wil je in godsnaam naartoe Els? MOEDER: Nou doe je het weer Leo! We gaan dit tot de bodem toe uitpraten. (pakt ondertussen Vaders handen, laat ze weer heel snel los) Jezus. Leo. Je bent ijskoud. VADER: Ik heb een beetje trek denk ik. MOEDER: (voelt zijn hoofd) Leo! Esther en Jurgen komen beneden, ze hebben allebei een rugzak op hun rug en reiskleding aan JURGEN: Soms wordt het gewoon teveel. Dan zit je vol van binnen, te veel indrukken, te veel energie. Dan kan er niets meer bij, kan je je enkel afsluiten, zodat er niets meer binnenkomt. Dat was op de dag dat ik wegging. Mijn rugzak had gepakt en samen met mijn zus het huis via de achterdeur verliet. Het was een bouwval, waar we woonden. Het stucwerk viel van de muren, je moest er voortdurend het gruis uit je haren slaan. 's Nachts stoof de sneeuw dwars door de muren heen, zo ijzig als het daar kon zijn. Dan kan je toch net zo goed buiten slapen, onder een brug, bij het daklozencentrum of op een bankje in het park in de zomer. Ik heb een pakje sigaretten gekocht, het werd tijd om met roken te beginnen. Als je de hele dag rondloopt heb je behoefte aan troost. Een kop koffie. Een sigaret. 's Avonds een glas bier. Dat zijn de dingen die gaan tellen. En een vrouw op zijn tijd. Geen vriendin om mee samen te wonen. Een vrouw voor af en toe. Want voor ons geen gezin. We konden daar namelijk niet zo goed mee omgaan, mijn zusje en ik. ESTHER: Ik vond het zo kil in Nederland. Het miezerde bijna altijd. Je jas nat, je haar in slierten langs je hoofd, een straaltje water in je nek, koude rillingen, ik had in Nederland eigenlijk altijd koude rillingen. Daarom zijn we naar Frankrijk gegaan, mijn broer en ik. Als je gewoon door loopt kom je er vanzelf. Altijd in zuidelijke richting, iedere dag een stukje en je ziet opeens de Middellandse Zee in de verte. Groenten en fruit, dat groeit er zo in de berm. Je wast je in zee, de hele dag aan het strand. En na een week of wat ben je bruin. Ik liet mijn haar groeien, Jurgen liet zijn baard staan en er was niemand die ons nog herkende. Er zijn daar overal lege boerderijen, we hebben ze op vakantie zo vaak gezien. Je timmert er een nieuw dak op, gereedsschap leen je bij een boer. Die huizen zijn van niemand. Niemand heeft er wat aan, zo'n spookhuis, ze durven er niet langs, 's nachts. Die zijn blij als er opeens weer licht brandt. En het betekent voor hen ook weer klandizie, dat mag je niet vergeten. VADER: Wat stelt dit voor. ESTHER: Ik mag niks zeggen. (wil door lopen) MOEDER: (gaat voor de deur staan) Dat gaat niet door he. Leo! VADER: (houdt Jurgen tegen) JURGEN: (dreigend) Raak me niet aan. MOEDER: (tegen Esther) Wat zijn jullie van plan. ESTHER: Ik mag niets zeggen- MOEDER: (wil Esther's rugzak afpakken, Esther verzet zich maar Moeder krijgt de rugak uiteindelijk te pakken, gooit die leeg, er valt een hele stapel fotoalbums uit) Wat moet je met al die fotoalbums- ESTHER: Ik mag niets zeggen. JURGEN: (begint de rugzak weer in te pakken) VADER: Laat dat! MOEDER: (heeft ondertussen een enveloppe van de bank tussen de spullen vandaan gehaald, haalt er een stapel bankbiljetten uit, vol verbazing, tegen Vader) Die hebben een paar duizend euro bij zich- VADER: (bekijkt de enveloppe) Hoe komen jullie daar aan? JURGEN: Wat dacht je- MOEDER: (dreigend) Jurg! JURGEN: Heeft een vriend voor ons gespaard- (hij begint de rugzak van Esther weer in te pakken) MOEDER: Wat voor vriend? JURGEN: Een soort sponsor. MOEDER: En hoe heet doe vriend dan Jurgen? JURGEN: Hij blijft verder liever onbekend denk ik. MOEDER: (tegen Vader) Waar zijn die in godsnaam mee bezig Leo! VADER: (wil het geld van Jurgen afpakken) JURGEN: (weert Vader af) Raak me niet aan- VADER: (duwt Jurgen achteruit) JURGEN: (duwt zijn vader achteruit, Vader valt omver) MOEDER: Ben je nou helemaal gek- (pakt Jurgen bij zijn arm) JURGEN: (rukt zich los) ESTHER: (slaat een glas stuk, dat op tafel staat, houdt het dreigend richting moeder) Blijf van hem af- (schampt met het glas langs moeders arm) MOEDER: Au! Esther! (laat haar arm aan Vader zien) Leo! VADER: (pakt Esther bij haar arm) ESTHER: (laat het glas vallen) JURGEN: (pakt Vader bij zijn arm) VADER: (gooit Jurgen tegen de vloer) ESTHER: (slaat weer een glas kapot) MOEDER: Verdomme. Esther! JURGEN: (komt overeind) VADER: (duwt hem weer op de grond) Jij denkt dat je wat voorstelt he. (geeft hem een trap in zijn zij) ESTHER: (staat met het glas in haar hand, weet niet wat te doen) JURGEN: (probeert weer op te staan) VADER: (duwt hem weer op de grond) Jij dacht dat je me aankon. ESTHER: (trekt in een keer het tafellaken inclusief de brunch van tafel) MOEDER: Ben je nou helemaal gek. (wil haar een klap geven) ESTHER: (ontwijkt haar) VADER: (ondertussen tegen Jurgen) Ik ben hier de baas, voel je dat. JURGEN: (wil weer opstaan) VADER: (trapt hem weer in zijn zij, Jurgen kreunt) ESTHER: (werpt zich op Vader, hangt op zijn rug, haar handen om hem heen) VADER: (tegen Jurgen) Stel je niet aan. Ik weet precies wat ik doe. (wijst op de plek waar hij daarnet Jurgen heeft getrapt) Daar zit niets- (trapt hem weer) ESTHER: Hou op! (terwijl ze nog steeds op zijn rug hangt, ze heeft een aardappelmesje in haar hand) VADER: (trapt hem weer) Er zit helemaal niets van belang daar. MOEDER: Dat kind heeft een mes Leo! VADER: (gooit Esther van zijn rug, pakt Júrgens hoofd vast) Jij wilde niet als man met me praten he. JURGEN: (met gesmoorde stem) Klootzak. VADER: Omdat je niet weet hoe dat moet. (tikt met zijn schoen tegen Jurgens hoofd) Heb je ooit een vrouw gehad Jurg? JURGEN: Gaat je niets aan. VADER: Je kan niets. Ik ruik het toch. Het enige dat jij weet heb je uit boekjes. Zolang jij nog nooit een vrouw hebt gehad jochie, zolang ben ik hier de baas. (pakt het geld van Jurgen af, steekt de enveloppe in zijn colbert) ESTHER: (woedend) Je kan niet zo maar ons geld in je zak steken. MOEDER: Zolang we niet weten waar dat geld vandaan komt is het van ons. JURGEN: (boos, half huilend) Dat geld is van hem! Ik heb het uit zijn bureau. Dat geld is van hem! VADER: (hijgend) Nou en Jurg. Nou en? MOEDER: Wat moet jij met zo veel geld! VADER: Hoe bedoel je? MOEDER: Wat was je daarmee van plan! VADER: (hijgend) Dit hier- (trekt de enveloppe uit zijn binnenzak) is een enveloppe vol vrijheid Els. MOEDER: Doe niet zo idioot. VADER: Dat had je goed gezien jongen. Hiermee kun je ontsnappen. MOEDER: Leo- VADER: Ik ga weg jongens. Ik kan hier niet langer- Jullie moeten het goed begrijpen. Ik heb het niet zo gewild- Ik had me verheugd op een fijne brunch. Ik wilde dat we zouden kunnen terugkijken op een gezellige middag, de laatste middag die ik bij jullie in huis woonde- MOEDER: Je gaat toch niet op mijn verjaardag- VADER: (boos) Het was een afscheid Els. Voor mij was dit een afscheid! MOEDER: (af) VADER: Luister jongens. Ik moet eruit. Ik kan hier niet meer mezelf zijn. Snappen jullie wat ik bedoel. Ik word hier voortdurend bekritiseerd. Door jullie ook. En terecht hoor. Volkomen terecht. Het is een slappe zak, de Leo Beumer die jullie kennen. Ik begrijp heel goed dat die niet mee mag naar ouderavonden. Dat niemand om ooit zijn flauwe grapjes lacht. Dat hij er niet uitziet in een korte broek. Dat hij ieder jaar weer een belachelijke zonnebril koopt. Maar jullie weten niet wie hij eigenlijk is, Leo Beumer. Zoals jullie moeder vroeger bij mij achter op de fiets zat, mij stevig vast hield, na schoolfeestjes. Als we door de polder fietsten, het werd soms al licht he. Zoals we met z'n allen naar de camping gingen. Frankrijk, Spanje, Griekenland. Hoe wij samen de tent konden opzetten. Als je soms andere gezinnen zag stuntelen. Wij hadden de hele zaak binnen de korste keren rond. En ook nog een heel ingewikkelde bungalowtent he. Maar iedereen wist precies wat die doen moest. Ik was zo trots op jullie jongens. En andersom net zo goed. "Dat is mijn vader", zo ging jij de hele camping rond Jurgen. Tegen iedereen die je tegen kwam. "Die man is mijn vader". Ik smeet jullie vanaf het strand zo op het luchtbed in zee. Vier vijf meter keilde ik jullie door de lucht. En jullie maar gillen. Dat was Leo Beumer jongens. Achter de barbecue, de geestigste toespraken, je kon zo lachen met die man, jullie moeder net zo goed. We hebben wat afgelachen in het begin. Midden in de nacht. Zo hard dat de buren op de vloer begonnen te bonken. Ach god, we hadden altijd toen vrienden op bezoek. Altijd een kratje bier op het balkon, flessen rosé in de koelkast. Snappen jullie wat ik bedoel jongens. Het is nooit de bedoeling geweest om uiteindelijk hier, zo, ik bedoel- Ik ben Leo Beumer niet. Ik bedoel, de echte Leo Beumer die zit hier- (slaat op zijn borst) ergens, diep van binnen. Ik voel hem zitten, heel in de verte. Hier kan ik nooit meer worden wie ik was. Hier ben ik grijs geworden. Stoffig. Snappen jullie dat ik weg moet. Dat ik gespaard heb om weg te gaan. De enige manier om weer mezelf te worden. Snappen jullie dat dat beter is voor iedereen. Snappen jullie dat jongens. Ik bedoel. Ik heb jou nog gered Esther, je was bijna gestikt in de capuchon van je slaapzak, maar ik was net op tijd weet je nog- Dat weet je toch Esther. Es- Moeder komt op met een koffer, ze heeft een regenjas aan en loopt naar de deur. MOEDER: Luister jongens. Mamma gaat een tijdje weg. Jullie moeten niet verdrietig zijn. Het heeft niets met jullie te maken. Mamma kan de laatste tijd niet meer zo goed met pappa opschieten- VADER: Het zijn geen kleuters meer Els. MOEDER: Want pappa heeft een relatie met tante Thea. VADER: Els! MOEDER: Ik ben niet gek Leo. Pappa heeft een relatie met tante Thea en wil daar niet met mamma over praten en nu is mamma daar is een beetje moe van geworden, ze moet een tijdje uitrusten. VADER: Luister jongens- MOEDER: Ergens in de bossen, met allemaal andere moeders die net zo moe zijn als mamma. En als ik dan terug kom geven we een groot feest met balonnen en limonade- VADER: Waarom maak jij alles toch altijd zo onnodig ingewikkeld. MOEDER: O god, nimonade, weet je nog Jurg, dat zei jij vroeger, mag ik een glaasje nimonade, nimonade, ach god (moet huilen) Ik moet nu écht weg- VADER: Je gaat de kinderen toch niet alleen laten. MOEDER: Dan neem jij ze toch mee Leo. Dan zeggen jullie voortaan gewoon mamma tegen tante Thea, verandert er verder niets. Dag schatjes- (loopt weg) (er wordt gebeld, Moeder schrikt) MOEDER: Jezus, wie komt er nu- Ik zie er niet uit. (doet haar haar goed) Het is een puinhoop. (veegt wat scherven aan de kant) Help nou even mee jongens- ESTHER: (is ondertussen naar de intercom gelopen) Hallo? STEM VAN TANTE THEA: Hallo? ESTHER: Hallo? STEM VAN TANTE THEA: Esther! Zijn jullie niet naar het strand? MOEDER: (loopt naar de intercom) Thea! Ik dacht dat jij niet kon komen vandaag. STEM VAN TANTE THEA: Leo zei dat jullie naar het strand waren. Is Leo daar? VADER: (tegelijkertijd, overdreven opgewekt, richting de intercom) Hallo Thea. Leuk! (probeert haar duidelijk te maken dat ze op het verkeerde moment langs komt) We zitten midden in die verjaardag Thé, kom even boven- STEM VAN TANTE THEA: (in de war) Je zei dat ik je kon komen halen, jij zei- MOEDER: Ongelofelijk Leo. VADER: (loopt naar de intercom) Thé, luister Thé- DE STEM VAN TANTE THEA: Jezus Leo, wat genant! MOEDER: Geeft niets Thé. Hij komt er aan hoor, hij is al onderweg. DE STEM VAN TANTE THEA: Luister Els, laat me er even in, laten we even praten. MOEDER: Je neemt hem maar mee hoor, echt geen probleem, we waren hier toch net op hem uitgeken he jongens. DE STEM VAN TANTE THEA: Hij is uit zichzelf naar me toegekomen. Ik heb er niks voor gedaan Els! Echt- MOEDER: Geen probleem joh. Je neemt hem maar lekker mee. Of ik ga nu weg en jij trekt hier in, dat kan ook. Ik heb mijn koffer net gepakt, zeg maar wat je wilt- ESTHER: Ik wil niet dat tante Thea hier komt wonen. MOEDER: Hoor je het Thea, dat gaat dus niet door. Kom op Leo, er word op je gewacht. ESTHER: Ik wil niet dat pappa weg gaat. DE STEM VAN TANTE THEA: Ik kan misschien maar beter weggaan- VADER: Ik bel je later. MOEDER: (tegelijk met Vader) Jij blijf hier Thé. VADER: (totaal in de war) Els- DE STEM VAN TANTE THEA: Ik wacht nog een minuut Leo! ESTHER: Ik wil niet dat je weggaat pap! MOEDER: Je kan nou eenmaal niet alles hebben Esther. ESTHER: (draait ondertussen de sleutel van het rolluik om, het wordt langzaam donker in de kamer) Ik wil niet dat hij wegggaat. JURGEN: Niet doen Es! ESTHER: (in de intercom) Ga weg Thea! DE STEM VAN TANTE THEA: Er komt hier dus een luik naar beneden, zo'n luik- VADER: En nou is het verdomme afgelopen hier! JURGEN: Ga dan ook weg man! VADER: Het is hier gewoon een keer afgelopen! DE STEM VAN TANTE THEA: Leo? JURGEN: (heeft ondertussen Vaders jas van de kapstok gehaald) Hier. Kom op. ESTHER: Jurg! (de rolluiken zijn naar beneden) ESTHER: (trekt de sleutel uit het rolluikensysteem) JURGEN: (woedend) Geef hier die sleutel. ESTHER: Jij zou me helpen Jurgen. DE STEM VAN TANTE THEA: Leo! VADER: Ik kan zo toch niet weg Thea! JURGEN: (roept) Hij komt er aan! VADER: Bemoei je er niet mee. DE STEM VAN TANTE THEA: Nog een halve minuut Leo. VADER: Godverdomme! JURGEN: Wat ben jij voor man. VADER: Dat heeft er niets mee te maken. JURGEN: Ik was al lang gegaan als ik jou was. VADER: Dat weet je niet Jurg. JURGEN: Jij bent altijd een slappe zak geweest. Die Leo Beumer die jij je herinnert die heb ik nooit gekend. Die heeft nooit bestaan. (hij haalt ondertussen een fotoalbum uit de rugzak, scheurt er een blad uit, verscheurt alle foto) VADER: Ben jij nou helemaal gek! Els! MOEDER: (tegen Vader) Hoe langer dit duurt hoe groter de kans dat dit voor hen een traumatische ervaring wordt. (loopt naar Esther) JURGEN: (verscheurt ondertussen het fotoalbum) MOEDER: (heeft ondertussen de sleutel van Esther afgepakt, laat de luiken weer omhoog draaien) ESTHER: Jij zou me helpen Jurg! JURGEN: Hij moet hier weg Es. De zaak moet hier uit elkaar spatten, dat voel je aan alles. (verscheurt de foto's) Alles moet kapot Es, dat weet je toch. VADER: Dat mag je niet doen Jurg. Dat is een heel leven. JURGEN: Mijn leven is het niet. VADER: (loopt naar Jurgen toe) Jurg. Godverdomme- JURGEN: Ik ken deze mensen niet, ik heb ze nooit ontmoet. VADER: (probeert Jurgen in bedwang te houden) JURGEN: Die staan maar stom te lachen. Op iedere foto hetzelfde gezicht. DE STEM VAN TANTE THEA: (heeft ondertussen steeds door geteld) 24, 23, 22, 21- VADER: (roept) Ik kan nu niet weg Thé- DE STEM VAN TANTE THEA: Niks mee te maken- JURGEN: (roept) Hij komt er zo aan! VADER: Houd je mond jongen. ESTHER: Pappa! VADER: Godverdomme! DE STEM VAN TANTE THEA: 16, 15, 14, 13- JURGEN: Hij komt er aan! ESTHER: Jurg! (doet zijn hand voor de mond van Jurgen) DE STEM VAN TANTE THEA: 10, 9, 8, 7- JURGEN: (bijt op de hand van Vader) VADER: Au! (laat hem los) DE STEM VAN TANTE THEA: (heeft ondertussen doorgeteld) 4, 3, 2- JURGEN: (roept in de intercom) Hij komt eraan! (hij duwt Esther van zich af, die de sleutel weer wil omkeren) DE STEM VAN TANTE THEA: (ondertussen) 1- 0. JURGEN: (roept) Hij komt er nu aan. Wacht nog even. Tante Thea! We horen een portier dichtslaan en een auto wegrijden, stilte, Vader brengt snel de fotoalbums in veiligheid JURGEN: Gemiste kans Leo Beumer. Gemiste kans Es. Els- Moeder pakt de stofzuiger, begint te stofzuigen. Esther, Jurgen en Vader kijken verdwaasd naar Moeder BLACK OUT De tafel is weer min of meer gedekt. Het gezin zit aan tafel. Moeder zit te eten, de rest van het gezin weet zich geen houding te geven. MOEDER: Och jongens. Kunnen jullie je voorstellen dat ik precies vijfenveertig jaar geleden werd geboren. (kijkt op haar horloge) Echt waar, op de kop af vijfenveertig jaar. Het was zo'n heldere dag. Net als vandaag. En er lag een dik pak sneeuw. Mijn vader had al een week lang iedere dag 's morgens de auto uitgegraven, voor het geval dat ik zou komen. Overal werd er geschaatst. Rode wangen, bevroren gezichten. Kraampjes met chocolademelk, oliebollen. Mijn vader en moeder bij de kachel. En af en toe gingen ze kijken naar mijn kamertje. Dat was al helemaal ingericht. Met een commode en een badje. Een speeldoosje boven de wieg. Esther en Jurgen beginnen hun rugzak in te pakken MOEDER: Niet op letten Leo. (opgewekt) Het was zo verschrikkelijk koud, de nacht dat ik geboren werd. Ik hoorde mijn moeder klappertanden. Mijn vader vloeken omdat het zo glad was. VADER: Els- MOEDER: (fel) We gaan er niet op in Leo- (gaat onverstoorbaar verder) En we waren de kraamkliniek nog niet binnen of ik was er al haast. Ze moesten een andere vrouw die al uren lag te persen weer in bed leggen. Want ik wilde zo graag jongens, ik wilde zo verschrikkelijk graag. En ik was zo welkom. Ik was zo verschrikkelijk welkom. Esther en Jurgen af, stilte VADER: (trekt na een tijdje zijn jas aan) MOEDER: Doe die jas uit Leo. VADER: Maar- MOEDER: Dat is precies wat ze willen. Doe uit die jas. VADER: (doet zijn jas uit, gaat weer zitten) MOEDER: Het is gewoon één grote schreeuw om aandacht. -EINDE-