Huiswerk tot 9.10.2006 1. Vul in: gebrek, kijken, houden, liggen, basis. Let op de juiste vorm. a) In dit hoofdstuk ............................ we allereerst naar de verschillende theoriën over taalverweving. b) Goede samenwerking van alle deelnemers is de ..................... voor het succes van het project. c) Omdat er in dit boek nog steeds veel fouten voorkomen, ..................... het voor de hand dat we een nieuwe versie moeten maken. d) Bij ....................... aan financiële middelen maken we de cursus iets korter. e) Een perfecte service ....................... in dat de klant altijd iets meer krijgt dan hij/zij van ons verwacht. 2. Maak een zin met volgende woorden. Gebruik de woorden in de opgegeven vorm. verhuisde, vreesde, brak, dacht, schilde, verstopt; scheepje, toehoordster, beschrijving, klank, val, ontwerp; stedelijk, groenig; 3. Lees uit het hoofdstuk 3 „Productiviteit en regels“ de stukken 3.1 en 3.2.