NI04_04 Aktuální problémy moderní literární vědy « podzim 2008 « z Lic. Sofie Royeaerd, M.A. & Mgr. Martina Loučková, M.A. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Arna Nováka 1 602 00 Brno CZ sofie.royeaerd@gmail.com Spreekuur: maandag 17u-18u Doel & inhoud In deze collegereeks wordt de basiskennis van het literatuurtheoretische begrippenapparaat van de student uitgebreid. Leidraad vormt het boek Het leven van teksten. Een inleiding in de literatuurwetenschap door Kiene Brillenburg Wurth en Ann Rigney (redactie). De studenten bestuderen dit boek op inzichtelijke en synthetiserende manier. In elk college staat een bepaald onderwerp centraal, van een oriënterende afbakening van het onderzoeksveld tot literatuur als koloniaal en postkoloniaal discours. (zie overzicht) Voorafgaand aan elk college nemen de studenten telkens het betreffende hoofdstuk in Het leven van teksten door. In het college worden bepaalde passages verduidelijkt en uitgediept en wordt extra materiaal aangebracht als illustratie. Onze aandacht gaat in hoofdzaak uit naar actuele tendensen in het literatuuronderzoek, toegespitst op Nederland en Vlaanderen. De studenten verwerven een grondige kennis van het (Nederlandse/Vlaamse) literaire veld. Methodologische kaders worden aangereikt om een literatuurscriptie op Masterniveau te schrijven.Verschillende richtingen binnen het onderzoeksveld komen aan bod. De studenten worden aangemoedigd om te reflecteren over problemen in het hedendaagse literatuuronderzoek en om zich te specialiseren in één domein naar keuze. Collegemateriaal ¨ Kiene Brillenburg Wurth en Ann Rigney (red.), Het leven van teksten. Een inleiding in de literatuurwetenschap, Amsterdam, 2006. ¨ Notities, hand-outs en powerpointpresentaties Evaluatie ¨ Aanwezigheid (maximaal twee afwezigheden) ¨ Actieve deelname tijdens het college ¨ Schriftelijk examen ¨ Er wordt getest of de student de basisbegrippen en belangrijkste namen binnen de literatuurwetenschap kent. ¨ Elke student kiest één onderwerp (bijvoorbeeld “intertekstualiteit” of “literatuursociologie”) en bestudeert het betreffende hoofdstuk of de relevante passages in het boek Het leven van teksten grondig. Daarnaast worden minstens twee artikelen over dit onderwerp gelezen. Het onderwerp en de bibliografische referenties van de twee (of meerdere) artikelen worden ten laatste tegen 12/12 doorgegeven. Overzicht 22/9 Het vak 29/9 Literatuur en wetenschap (Martina Loučková) 6/10 De veelzijdigheid van literatuur 13/10 Teksten en interteksualiteit 20/10 Intermediale poëtica 27/10 Verhalen 3/11 De lezer in de tekst 10/11 Reële lezers 17/11 Betekenis en interpretatie 24/11 Teksten en cultuurhistorische context 1/12 Tussen ‘hoog’ en ‘laag’ 8/12 Literatuur als koloniaal en postkoloniaal discours 15/12 Inhaal- of herhalingscollege