Recensies De passievrucht ( > Literom) Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 2005 Bron Leesideeën Off Line Publicatiedatum 01-01-2006 Recensent Walter Mees Recensietitel Karel Glastra van Loon leest De passievrucht [CD] Je zal het maar meemaken: je hebt een zoon van 13 jaar bij een overleden vriendin en bij een medisch onderzoek stelt men vast dat je reeds je hele leven onvruchtbaar bent. De hoofdpersoon besluit op zoek te gaan naar de echte vader van zijn zoon. Dit verhaal van deze zeker niet eenvoudige zoektocht wordt gemengd met flashbacks naar zijn verleden. Dit geeft een beeld van een hippiebestaan, de tijd dat alles anders moest dan de ouders voorhielden, met vrije seks, veel alcohol en het zich afzetten tegen luxe en de gevestigde waarden. Door van de hoofdpersoon een corrector te maken van wetenschappelijke teksten, geeft de auteur zichzelf handig de kans om allerlei wetenschappelijke wetenswaardigheden, vooral rond seks en sperma, te mengen in zijn verhaal. Het boek vindt naar het einde toe een climax op twee niveaus: de hoofdpersoon vertelt aan 'zijn' zoon dat hij niet zijn vader is en ontdekt daarna wie de echte vader is. Hoewel Karel Glastra van Loon zeker voldoende aandacht heeft besteed aan het opzetten van een evenwichtige verhaalstructuur en een duidelijke en verzorgde vertelstijl, elementen die hij in dit acht cd's tellende luisterboek met zijn stem tracht te ondersteunen, kan deze roman niet echt boeien. Het boek geeft duidelijk een déjà lu-gevoel: therapeutisch schrijven en een teruggrijpen naar de jaren '60, waarin de hoofdpersoon is blijven hangen. Wie zich hieraan niet stoort, zal aan deze soapachtige psychologische thriller wellicht wel wat plezier beleven. Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron De Volkskrant Publicatiedatum 29-10-1999 Recensent Arjan Peters Recensietitel De trend is alles terug te voeren op de genen Afgelopen zondag won Karel Glastra van Loon (1962) de Generale Bank-literatuurprijs van honderdduizend gulden voor zijn tweede boek De passievrucht (Veen; â 34,90). De roman is aan de zevende druk toe, de Duitse vertaling volgt spoedig, filmregisseurs verdringen zich om de rechten. De schrijver en freelance journalist heeft zich voorgenomen te genieten van alle aandacht. Tot 1 januari 2000, want dan vertrekt hij naar Arizona om daar te werken aan een nieuw boek. Het bekroonde boek verscheen in april. Glastra van Loon voltooide het aan het eind van het vorig jaar. Het kostte ongeveer vier maanden schrijfarbeid. 'Dat is snel, hoewel ik niet precies weet wat snel is. Eerder had ik alleen Vannacht is de wereld gek geworden (1977) geschreven, verhalen gebaseerd op journalistieke reportages. Mijn werk voor het VPRO tv-programma Lopende Zaken had ik neergelegd om me vrij te maken voor de roman. Helemaal vrij was ik niet, omdat ik de eindredactie moest doen van de Atlas van de macht, een uitgave van de Socialistische Partij en De Papieren Tijger. Maar ik haalde de deadline die ik mijzelf gesteld had: 1 januari 1999. Het schrijven begon na drie weken te lopen. Die eerste tijd heeft misschien drie pagina's bruikbare tekst opgeleverd. Lang heb ik naar de goede vorm lopen zoeken.' En die is altijd van het grootste belang. In De passievrucht verneemt de lezer het grote raadsel direct: de ik-figuur Armin Minderhout heeft een zoon van 13 jaar (Bo) en hoort in het ziekenhuis dat hij al zijn leven lang onvruchtbaar is. Dus is zijn zoon niet zijn zoon! Waarop een verbeten zoektocht volgt naar de biologische vader, ofwel de dader. Zijn vriendin Monica kan hij het niet vragen. Zij is tien jaar eerder gestorven. Een lelijke streep door de rekening voor Armin, in het dagelijks leven corrector bij een wetenschappelijke uitgeverij en liefhebber van biochemische weetjes en feiten. Glastra van Loon: 'Mijn aanvankelijke plan om het verhaal in de hij-vorm te vertellen vanuit een alwetende verteller liet ik varen, omdat de lezer er met een ik-figuur veel dichter op komt te zitten. Dat was belangrijk, aangezien het om een zeer persoonlijke kwestie gaat. Het mooie van die vorm is, dat de lezer alleen die informatie bezit die de verteller heeft. Je zoekt met hem mee. Bovendien hoef ik zo niets te zeggen over de twijfelachtigheid van sommige van zijn uitspraken en wijsheden. Die afstand mag de lezer op eigen houtje in acht nemen. Bij mij in de klas zat vroeger een jongetje dat Armin heette. Een mooie naam. In het telefoonboek vond ik Minderman, maar dat leek mijn uitgever te opgelegd, dus is het Minderhout geworden. Zo hield ik min-min in die naam, waar je verder niet veel achter moet zoeken.' Maar dat hij corrector is, moet veelbetekenend zijn: een geboren rechtzetter, en uitgerekend die blijkt toegerust met een spelfout in zijn genen. 'Inderdaad, en bovendien is hij freelancer, iemand die niet op kantoor zit maar het allemaal zelf thuis af kan. Die zijn leven in de hand heeft. Door zijn interesse voor wetenschap kon ik hem een collega geven die de evolutietheorie onder vuur neemt. Die actuele discussie sloot mooi aan bij het thema van het boek. Armin lijdt aan het syndroom van Klinefelter, een bestaande afwijking van de geslachtschromosomen. Alleen als je dát hebt, ben je zeker je hele leven onvruchtbaar te zijn geweest. Andere mensen worden in de loop van hun leven onvruchtbaar. Maar in zo'n geval had Armin toch de vader van Bo kunnen zijn geweest, wat de spanningverwekkende vervreemding voor een groot deel zou hebben weggenomen. Een man die is afgestudeerd op dat syndroom, heeft in het NVSH-blad Sekstant een recensie geschreven over mijn boek, en geconcludeerd dat ik het juist uitleg. Tot mijn opluchting. Ik vind dat zulk soort dingen moet kloppen. Je ervan af maken door te zeggen: "Misschien gaat het niet precies zo, maar dat is nu eenmaal mijn vrijheid als romancier", vindt ik te gemakkelijk. Ik heb begrepen dat Harry Mulisch in De procedure ook kwistig strooit met natuurwetenschappelijke termen en theorieën. Zijn boek heb ik niet willen lezen om niet beïnvloed te kunnen worden. ik ga het zeker nog doen.' Het omineuze gegoochel met het getal 13 dat in De passievrucht staat voor het verlies van de onschuld (Bo is 13 als Armin hoort niet zijn vader te zijn, Armins vader was 13 toen hij zijn vader verloor, Armins vriendin Monica was 13 toen ze werd ontmaagd) is derhalve geen toespeling op het kabbalistisch hobbyisme van Mulisch? Diepe stilte. 'Hier wist ik niets van... Maar daarmee hoeft het nog geen toeval te zijn. Ik bedoel: als jij het eruit haalt, zat het er in." Zou Mulisch zeggen. 'Ja. Maar ik ook.' Bulderlach. 'Armin ontdekt ten slotte wie de dader is. Toen ik begon, had ik nog het plan dat in het vage te laten. Het nadeel van de constructie die ik heb gekozen, is namelijk dat een deel van de lezers uitsluitend gericht blijft op "wie het heeft gedaan". Die beperken zich tot het whodunit-aspect. Zij laten de passages over biochemica, de evolutietheorie of het apocriefe evangelie van Philippus links liggen. Het is natuurlijk vleiend dat ik kennelijk zo'n ongelooflijk spannend boek heb gemaakt, maar dát was ook weer niet helemaal de bedoeling.' Hij kan het grinnikend zeggen, want de uitlatingen van recensenten en de jury van de Generale Bank-prijs hebben hem er intussen van verzekerd, dat De passievrucht om méér dan alleen de plot of de vlotte dialogen wordt gewaardeerd. 'Ik wilde de verandering in de relatie van Armin tot zijn zoon uitdiepen, maar voelde aan dat een vader die heeft gehoord dat hij onvruchtbaar is, om te beginnen obsessief de dader wil opsporen. Armin gaat zijn verleden en dat van zijn overleden vriendin omspitten. Foto's bekijken: wie kijkt daarop naar Monica met een blik die iets verraadt?' De zekerheden waar hij altijd op kon bouwen, zijgen ineen. Het verleden is anders dan hij heeft gedacht. Armin moet zichzelf opnieuw vinden. Een hedendaags issue, gezien de talloze gebroken en alternatief samengestelde gezinnen. Glastra van Loons dochtertje Bobbie Roos is vier maanden oud. 'Het heeft even geduurd voordat mijn vrouw in verwachting raakte. Dan krijg je met keuzes te maken: willen we toch een kind, passen we dan een andere dan de eenvoudigste methode toe? Uiteindelijk is het allemaal op de normale manier opgelost, en wel - goed uitgerekend, ja - in dezelfde tijd dat ik aan De passievrucht begon. Evenmin toeval. De verwarring die er momenteel op dit terrein heerst, en die ook wordt gecreëerd - want een heleboel dingen waar je over moet beslissen, had je liever niet willen weten -, is een inspiratiebron voor het boek geweest. Zelf ben ik ook geïnteresseerd in natuurwetenschap en biologie, van de chaostheorie tot genetische manipulatie. Met mijn vrouw Karin Kuiper heb ik een boek geschreven over de stier Herman. Het wetenschapsfilosofische debat volg ik met grote belangstelling. De huidige trent is alles terug te voeren op de genen. De quasi-wetenschappelijkheid waarmee dat wordt verkondigd, en de stelligheid waarmee vaak dogmatische wetenschappers iets kunnen beweren dat nog lang niet is bewezen - neem flauwekul als "Er is een homo-gen ontdekt!" - dat is vermakelijk, maar daarnaast boeiend omdat die zaken allerminst helder zijn. Veel mensen willen vereenvoudiging en duidelijkheid. Antwoorden. Ze houden niet van vragen. Maar eenduidigheid is bijna altijd een versimpeling. Aan het slot van De passievrucht leest Armin bij de evangelist Philippus: "De kennis is vrijheid. Als we de waarheid kennen, zullen we de vruchten van de waarheid in onszelf oogsten." Armin Minderhout is uit op ware antwoorden. Hij oogst de feitelijke waarheid, en daar stopt het boek. Maar dat is het einde nog niet. Hij is nog veel te passief en angstig gebleven. Onaangename waarheden wil hij wel onder ogen zien, maar hij wenst niet zijn beeld bij te stellen van de mensen over wie hij ze te weten komt. Of hij de vruchten oogst, blijft onzekere. Of Philippus gelijk heeft, al heeft die het natuurlijk over een andere waarheid, de goddelijke en niet de wereldlijke, dat laat ik eveneens in het midden. Misschien is de mens te beperkt voor die goddelijke waarheid. Doordat het verhaal in de ik-vorm staat, denkt de lezer steeds: wat gaat hij doen? En wellicht ook: wat zou ik in zijn plaats doen? Ik hoop dat de vragen die in mijn boek worden opgeworpen, ook na de oplossing van het dadervraagstuk nog een tijdje in de hoofden van de lezers blijven rondwaren.' Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron De Standaard Publicatiedatum 25-10-1999 Recensent Eva Berghmans Recensietitel De passievrucht pleidooi voor romantiek Met de bekroning van De passievrucht koos de jury van de Generale Bank Literatuurprijs gisteren voor klassiek vakmanschap, voor een goed geschreven roman met een stevige plot, uitgewerkte en geloofwaardige karakters, ruimte voor uitweidingen en wetenswaardigheden en de nodige dosis humor. De zes genomineerden zaten broederlijk samen aan tafel in De Plantage, het praatprogramma van Hanneke Groenteman waarin de winnaar bekendgemaakt werd, en beklemtoonden dat ze "een prettig gezelschap" vormden. Oscar van den Boogaard, die alle genomineerde boeken gelezen had, voelde zelfs een "sterke verbondenheid" met de overige auteurs. Het moet gezegd: juryvoorzitter Aad Nuis sloeg de nagel op de kop toen hij met "allemaal fruit dat zeer eetbaar is" reageerde op het clichématige "appelen en peren vergelijken" waarmee Groenteman de shortlist typeerde. Het juryrapport roemde De passievrucht omdat het, hoewel intrige, thematiek en structuur verre van eenvoudig zijn, toch een "opmerkelijk licht" boek is. Nog volgens de jury "pakt het boek op elke bladzijde, het ontroert zonder ergens te vervallen in goedkoop sentiment". De roman werd verder geprezen omdat de karakters met psychologische fijnzinnigheid getekend zijn. Ook de jongerenjury was zodanig onder de indruk van de karaktertekening in het boek dat ze unaniem koos voor De passievrucht. Was Karel Glastra van Loon duidelijk al erg blij met de appreciatie van de jongerenjury, toen hij een tweede keer in de prijzen viel, stond hij zowaar te trillen op zijn benen. Karel Glastra van Loon (1962) is naast schrijver ook journalist. Hij werkt mee aan het VPRO-actualiteitenprogramma Lopende zaken. Hij heeft al enkele non-fictiewerken op zijn palmares. Samen met zijn vrouw Karin Kuiper schreef hij Herman, de biografie van een genetisch gemanipuleerde stier (1995) en hij werkte mee aan Atlas van de macht (1998), een initiatief van de Nederlandse Socialistische partij dat de economische netwerken in kaart brengt. Dat die partij hem na aan het hart ligt, blijkt ook uit het boek De Poppe methode dat hij wijdde aan de socialistische "milieu-detective van Nederland, Remi Poppe". Geëngageerd In 1998 verscheen Glastra van Loons eerste literaire werk, de verhalenbundel Vannacht is de wereld gek geworden. De bundel werd genomineerd voor de ECI-prijs voor Schrijvers van Nu en het verhaal "De liefde komt altijd te laat" werd bekroond met de Rabobank Lenteprijs voor Literatuur. Glastra van Loon noemt zichzelf een "voorstander van de geëngageerde journalistiek", een positie die hij niet alleen in zijn journalistiek maar ook in zijn literair werk inneemt. De passievrucht is niet alleen een meeslepend verslag van de zoektocht naar de biologische vader, maar heeft ook trekken van een wetenschappelijk, (socio)biologisch traktaat én van een lichtvoetig essay voor de kenbaarheid van de werkelijkheid waarin wij leven. Zelfs dingen die je als onomstotelijk vaststaand beschouwt, zoals het vaderschap van je zoon, hoeven niet te zijn wat ze lijken. Ontroerende passages over de vader-zoonrelatie en oprecht romantische herinneringen aan de inmiddels overleden vrouw én moeder worden afgewisseld met weetjes over zaadcellen en overspel en filosofisch-wetenschappelijke discussies, bijvoorbeeld over de evolutietheorie. Het boek is spannend, vlot geschreven en gaat onmerkbaar over van het ene genre op het andere. Het is een adequate reactie op de "eendimensionaliteit" van de jongste generatie Nederlandse schrijvers waartegen Glastra van Loon in interviews wel eens van leer trekt. Zelf beweert hij geïnspireerd te zijn door de literatuur van het einde van de vorige eeuw, "toen de wereld nog echt onderzocht werd" en omschrijft hij De passievrucht als "een pleidooi voor romantiek". Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron De Morgen Publicatiedatum 07-10-1999 Recensent Joris Gerits Recensietitel Wie is de dader? De vader! : Karel Glastra van Loon. De passievrucht: trendy maar halfslachtig Na de verhalenbundel Vannacht is de wereld gek geworden (1997) debuteert freelance journalist en televisiemaker Karel Glastra van Loon als romancier met De passievrucht. Het probleem dat in de eerste bladzijden aan de orde wordt gesteld is niet onbekend, wat het pijnlijke karakter ervan voor het hoofdpersonage natuurlijk niet wegneemt: Armin Minderhout verneemt dat het onderzoek van zijn sperma heeft uitgewezen dat het onvruchtbaar is en dat zijn 34-jarige vriendin Ellen daarom niet zwanger kan worden. Bovendien is die onvruchtbaarheid het gevolg van een afwijking van Armins geslachtschromosomen. Hij is er dus mee geboren. Nochtans heeft Armin een zoon van dertien, van wie de moeder, Monika, aan een meningitis gestorven is toen de jongen drie was. Aan zijn vaderschap heeft Armin nooit getwijfeld. Na de dood van Monika heeft hij de jongen, Bo, een tijdlang alleen opgevoed, totdat Ellen bij hem ingetrokken is. Ellen was een vriendin van Monika, samen werkten ze op het alternatieve reisbureau De Kleine Wereld. Twijfel aan het vaderschap komt in recente romans geregeld voor, hoewel niet als hoofdthema zoals in De passievrucht. Doordat Mulisch ons een lezersvoorsprong gunt, weten wij dat Quinten in De ontdekking van de hemel de zoon van Max is, terwijl zijn vriend Onno hem als zijn zoon beschouwt. In Nelleke Noordervliets De naam van de vader blijft de vraag ambigu wie de vader is van de dochter van het hoofdpersonage Augusta: de joodse Parijse studentenleider Melchior of de Tsjechische dissident Pavel, twee mannen met wie Augusta in eenzelfde nacht hartstochtelijk uit geweest is. En het langverwachte kind van Yorick in Oase van Dirk van Weelden zou wel eens niet van hem kunnen zijn, want aan het einde van haar zwangerschap deelt de moeder hem mee dat zij omstreeks het tijdstip van de conceptie door een toevallige kennis werd verkracht. Die ambiguïteit en twijfel is er dus helemaal niet in De passievrucht. De onvruchtbaarheid van het hoofdpersonage, weliswaar laat ontdekt, confronteert hem genadeloos met het feit dat Monika het met een ander moet hebben gedaan in de periode toen hij met haar begon te vrijen. Maar met wie? Die vraag wil Armin koste wat kost beantwoord zien. Monika, die zijn eerste grote liefde is geweest, is dood. Ellen, die haar plaats heeft ingenomen, beweert niets te weten. Kroeggesprekken met zijn boezemvriend Dees leiden tot drie hypothesen over de eventuele vader van Bo: het is de ex-vriend van Monika die zij destijds verlaten heeft voor Armin, haar huisarts of de reisleider van het bureau waar Monika gewerkt heeft. Afwisselend krijgt de lezer in 45 korte hoofdstukken, met voortdurende sprongen in de tijd, een reconstructie gepresenteerd van het ontstaan en de groei van de relatie tussen Arnim en Monika, tussen Arnim en zijn, vermeende zoon Bo, tussen Arnim en Ellen enerzijds en het relaas van Arnims zoektocht naar de natuurlijke vader van zijn zoon anderzijds. Dat levert een fraai tijdsbeeld op van de vroege jaren tachtig, waarin men voor borstvoeding en tegen kruisraketten was, kinderen in een draagdoek overal mee naartoe nam, trouwen uit de mode geraakte en open relaties in waren, de sympathie voor revolutionaire bewegingen in de derde wereld even groot was als de afschuw voor het kapitalisme in het algemeen en het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime in het bijzonder. In de manier waarop Armin met de jonge Bo omgaat zien we ook de opvoedingsidealen van zijn generatie weerspiegeld: de vader als de beste kameraad van zijn kind met wie stevig gefilosofeerd wordt over de belangrijke dingen des levens, zonder taboes, zonder uitoefening van macht of autoriteit, op voet van gelijkheid. 'Uit onderzoek blijkt' of een stelling van die aard komt men meer dan eens tegen in De passievrucht, met de duidelijke bedoeling de gesprekken tussen de personages op niveau te houden. De passievrucht pretendeert meer te zijn dan een spannende whodunit of een vlot geschreven specimen Unterhaltungsliteratur maar in de hoofdstukken waarin Armin op zoek is naar de natuurlijke vader van Bo ontstijgt het boek nauwelijks dat niveau. Met de smoes die Armin verzint om in het huis van de 'verdachte' reisleider binnen te geraken - een brief die hij als kind aan zijn moeder zou hebben geschreven en op zolder tussen de balken verstopt en die hij na haar dood terug zou willen - laat geen enkele vrouw een vreemde zomaar binnen. Tenzij ze voor de zoveelste toepassing moet zorgen van het in B-films regerende masculiene cliché dat vrouwen niets lievers willen dan met toevallige passanten (postbodes, loodgieters, glazenwassers) naar bed te gaan. Hetzelfde kan gezegd worden van het parachuteren van de arts op de lijst van Armins verdachten, zonder dat daartoe enige aanleiding bestaat, zelfs niet de geringste suggestie. De auteur verzwakt de geloofwaardigheid van zijn hoofdpersonage door hem enerzijds als een belezen, nadenkend man voor te stellen en hem anderzijds zomaar de veralgemeende sensationele verhalen te doen geloven over ongewenste intimiteiten tussen arts en patiënt. De auteur heeft er wel zorg voorgedragen om geregeld achteloos een zin of een uitspraak te laten vallen als een hint voor het antwoord op de prangende vraag wie de echte vader van Bo is. Maar die hints worden wellicht slechts als zodanig herkend bij een tweede lectuur, pas dan stroken zij met het beeld van Monika als een vrouw die, onbewust van de infertiliteit van Armin, door haar overspel het voortplantingssucces garandeert. Dat sociobiologische inzicht, in het 26ste hoofdstuk weliswaar tussen haakjes geformuleerd, is blijkbaar een inspiratiebron voor dit boek geweest. Passievrucht laat een halfslachtige indruk na. Het beeld van Monika dat de lezer wordt aangereikt, is zeker niet dat van een nymfomane mannenverslindster. Dat is begrijpelijk, aangezien het vertelstandpunt in De passievrucht dat van Armin is. Daardoor krijgt de lezer maar een beperkt zicht op haar persoonlijkheid en komt de verrassende ontknoping nogal onwezenlijk over. De roman lijdt verder aan overexplicitering: een voorbeeld daarvan is het slot, waarin plots een briefje en een brief opduiken die het raadsel in één klap moeten verklaren. De roman blijft aan de andere kant te impliciet en geeft geen verklaring over de motieven van Monika's overspel noch over de redenen van Ellen om te zwijgen, ook al kende ze vanaf het begin de ware toedracht. Het resultaat is een vlot lezende, trendy roman met veel boekenwijsheid maar geen echte diepgang. Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron De Groene Amsterdammer Publicatiedatum 18-08-1999 Recensent Marja Pruis Recensietitel Briljant in Madurodam Er is iets geks met spannende boeken. Ze activeren de lust om door te lezen: hoe loopt het af en wie heeft het gedaan? En tegelijkertijd verdoven ze de geest omdat alles ook alleen maar daarop is gericht. Misschien heet die staat van bewustzijnsvernauwing wel ontspanning. Op zoek naar zo'n sensatie lees ik in ieder geval soms de verkeerde boeken. Minette Walters, Nikki French... Als een lege peul lieten ze me in de zomer achter, deze bodysnatchers. Nederlandstalige spannende boeken lees ik niet zo vaak, of het zijn romans die achteraf bleken te zijn uitgeroepen tot 'spannend boek', zoals Het woeden der gehele wereld (1993) van Maarten 't Hart of Slangen aaien (1998) van Mirjam Boelsums. Beide boeken werden genomineerd voor de Gouden Strop voor het beste spannende boek; het eerste kreeg die prijs zelfs. Iets dergelijks zal ook wel met De passievrucht van Karel Glastra van Loon gebeuren, of hij nu wil of niet. Literatuur en spanning hebben in Nederland een wat ingewikkelde verhouding. Als je tot de eerste categorie behoort of wilt behoren, is een kwalificatie als 'spannend' bijna een verdachtmaking. Thriller- of detectiveschrijvers zitten op hun beurt niet zo op commentaar uit literaire hoek te wachten, want voor je het weet lig je op de schroothoop. Daartegenover staat dat als een detectiveschrijver blijk geeft van een meer dan gemiddelde taalbeheersing, hij meteen 'briljant' wordt verklaard. Neem een René Appel, een Thomas Ross. In Amerika en Engeland ligt het allemaal anders. Ik, Madurodam-bewoner, koekeloer natuurlijk door een roze brilletje, maar in de echte wereld bedrijft men een stuk minder krampachtig de literatuur. Allerlei tussenvormen worden er op hun eigen merites beoordeeld, zonder dat men zich er bekommert in welk hokje iets past en welke criteria daarbij horen. En toch en toch... Met enkele meesterwerken van Patricia Highsmith (De roep van de uil) en Barbara Vine (No Night Is too Long) uitgezonderd, hebben op-de-eerste-plaats-spannende boeken één groot probleem: met de ontknoping is de koek op en het boek voorgoed gelezen. Dat geldt ook voor de roman van Karel Glastra van Loon, hoe leuk en mooi ik dit boek ook vind. De passievrucht is het verhaal van Armin Minderhout die erachter komt dat zijn dertienjarige zoon Bo niet door hem verwekt kan zijn. Doktersonderzoek, op verzoek van zijn vriendin die graag kinderen wil, wijst uit dat hij altijd al onvruchtbaar is geweest. De enige die hem zou kunnen vertellen wie dan wel Bo's vader is, zijn vrouw, is alweer jaren dood. Het is het begin van een speurtocht naar de 'dader' en naar een nieuwe verhouding tot zijn zoon, zijn overleden echtgenote en zijn vriendin. Zijn zoon van wie hij altijd vond dat die zoveel op hem leek, zijn vrouw met wie hij de liefde van zijn leven beleefde en zijn vriendin van wie hij niet weet wat zij wel en niet al wist. De passievrucht is een toonbeeld van superieure beheersing van stijl en stof. Om met het laatste te beginnen: Glastra van Loon schrijft heel kaal, alsof hij tijden heeft zitten schuren. 'Dees is wetenschappelijk redacteur. We wekren voor dezelfde uitgever, Ik ken hem al dertien jaar. Hij is mijn beste vriend. Hij heeft Monika nog gekend.' Het zijn van die zinnen die zeggen: het komt allemaal nog. En het komt ook allemaal nog. '"Mijn God, Armin, wie had dat van Monika gedacht?" "Ja." "Jezus! En ik heb altijd gevonden dat Bo zo op je lijkt." We zitten en zwijgen en drinken onze dubbele whisky's.' Heel af en toe werd het aantal staccato-zinnetjes me wat te veel, maar over het geheel doet de kale schrijfstijl de omvang van de dramatiek prachtig uitkomen. Minderhouts wereld die tot dan toe gevuld was met zekerheid en kennis, al was het maar omdat hij door zijn redactiewerk voor een wetenschappelijk tijdschrift de gekste natuurwetenschappelijke feitjes weet, is opeens veranderd in een zompig moeras. Kende hij zijn vrouw eigenlijk wel? Houdt hij nog wel op dezelfde manier van zijn zoon die zijn zoon niet is? De schuldige, Monika - what's in a name - Paradies, wordt door de schrijver zo prettig vlezig neergezet (het onvergetelijke grafschrift bij haar graf luidt: 'Mooi. Jong. Moeder. Dood') dat je zelfs als lezer van haar in de ban raakt. Alles aan haar is even aantrekkelijk: uiterlijk, levendigheid, kookkunst, libido... Des te geloofwaardiger is het dat Armin na haar dood aanvankelijk wegzinkt in een gevaarlijk drankzuchtig bestaan. Mooie taferelen levert dit op van aan vader die de kroegen afsjokt met een kind op zijn rug, om 's ochtends op een bankje in het Sarphatipark de nacht daas te eindigen. En dan maar vragen van een vierjarige beantwoorden. Waarom snateren eenden en piepen meerkoeten? Waarom jagen mannetjeseenden de vrouwtjes de vijver door? Armin weet bijna overal wel antwoord op. De passievrucht is een rijke roman over grote kwesties: over liefde, dood en de magie van de bloedband. Daarnaast is het ook nog eens een spannend boek omdat Glastra van Loon zijn stof heeft gekneed als componeerde hij een detectiveroman. Hij jongleert met stukjes heden en verleden, switcht behendig heen en terug, tilt af en toe een stipje op, en houdt de lezer natuurlijk die vette kluif van een clou voor. Uiteindelijk worden alle losse draadjes aan elkaar geknoopt en is de ontknoping zoals zij moet zijn: onverwacht en logisch. Ik blijf zitten met één vraagje, typerend voor het feit dat je met zo'n soort boek ook écht wil weten hoe het zit. Hoe wist Monika dat Bo niet het kind van Armin was terwijl zij zo'n heftig seksleven hadden en niemand nog enige vermoede had van Armins onvruchtbaarheid? Of heb ik in een staat van bewustzijnsvernauwing iets over het hoofd gezien? Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron NRC Handelsblad Publicatiedatum 06-08-1999 Recensent Pieter Steinz Recensietitel In de martelkamer van de wetenschap In het Huis van het Weten zijn heel veel kamers, zegt een vader tegen zijn zoontje. Je hebt de voorkamer van de Feitelijke Kennis, waarin je alles vindt wat je nu weet. Daarachter is de kamer van het Mogelijke, met alle dingen die je nog te weten kunt komen. Op de rommelzolder van de Kennis liggen grappige en onbruikbare weetjes, zoals 'de Theorie van de Platte Aarde en de Tien Gulden Regels voor Burgermeisjes.' En dan is er nog een piepklein vertrek zonder ramen, verlicht door een kale gloeilamp: 'de kamer van de dingen die je beter niet had kunnen weten. Ik noem hem de Martelkamer.' Geen enkele lezer van de eerste roman van Karel Glastra van Loon hoeft er na deze nadrukkelijk in hoofdstuk 2 verwerkte woorden aan te twijfelen: in De passievrucht zal de hoofdpersoon de Martelkamer binnengaan. En zo geschiedt. Door een routine-onderzoek in het ziekenhuis ontdekt Armin Minderhout dat hij vanaf zijn geboorte onvruchtbaar is geweest. Dat is erg voor zijn vriendin Ellen, die dolgraag kinderen van hem wil, maar veel schokkender voor hemzelf, aangezien hij al dertien jaar lang vader meent te zijn van een kind uit een vorige relatie. Zijn grote liefde Monika, die tien jaar eerder stierf aan hersenvliesontsteking, is hem dus op zijn minst één keer ontrouw geweest. In een originele variatie op het aloude Vatersuchermotiv, waarvan de Westerse literatuur doordrongen is sinds Telemachus naar Pylos reisde om Odysseus te vinden, gaat Armin op zoek naar de natuurlijke vader van zijn zoon. Zijn queeste brengt hem via de arts die Bo op de wereld zette naar enkele ex-vriendjes van Monika, aan wie hij liever niet herinnerd had willen worden. Maar hoewel hij lange tijd op dode en valse sporen zit, is het allemaal niet voor niets. Armin rakelt het verleden op en breekt zichzelf tot op de laatste steen af. Als hij aan het eind van het boek het raadsel bij toeval heeft opgelost, is hij een beter mens, een betere geliefde en zelfs een betere vader. 'Het leven is een eindeloze aaneenschakeling van verbouwingen', luidt het slot van hoofdstuk 24 van De passievrucht. Het is maar een van de vele wijze en quasi-wijze zinnen waarin de hoofdpersoon grossiert. Armin, die werkt als corrector bij een wetenschappelijke uitgeverij, is een man die zich vastklampt aan kennis, iemand die grote woorden en brede verbanden nodig heeft om de wereld te begrijpen. Tegenslag wordt bij hem: 'Het lot is wreder dan een kampbeul'; seks na een begrafenis is 'een gecompliceerde vorm van sadomasochisme'; en liefde stelt de mens in staat 'om juist meer zichzelf te worden door in een ander op te gaan.' Je zou Armin willen toeschreeuwen om eens een stap buiten de deur van het Huis van het Weten te zetten. De overdaad aan kwartjesfilosofie is een van de dingen in De passievrucht die zouden kunnen vervelen, net als het mulischiaanse aplomb waarmee natuurwetenschappelijke betogen en theorieën door de roman gevlochten zijn. (Wie het boek uit heeft, weet flink wat van ethologie en biologie, van genetische drijfveren, spermaoorlogen en ontkrachtingen van de evolutietheorie.) Maar vanzelfsprekend mogen we de euvelen van literaire personages niet verhalen op hun geestelijke vaders; Armin is een vreemde snijboon, maar allesbehalve ongeloofwaardig, Net als zijn vroegwijze zoon, zijn leugenachtige vriendin en zijn overspelige dode geliefde heeft hij iets sympathieks - zodat je het als lezer echt kan schelen wat hem overkomt. Journalist en televisiemaker Karel Glastra van Loon, die eerder met zijn verhalendebuut Vannacht is de wereld gek geworden (1997) werd genomineerd voor de ECI-prijs voor schrijvers van nu, is goed in het weergeven van scènes uit het dagelijkse leven: een pijnlijk bezoek aan twee verschrikkelijke schoonouders, een stukje slapstick in een dokterskamer, een mislukte expeditie van vader en zoon naar een Waddeneiland. Daarbij heeft hij een goede hand van dialoogschrijven en wisselt hij de gedragen citatenboekwijsheden van zijn hoofdpersoon af met mooi geformuleerde metaforen. 'Mijn geheugen is als het werk van een drankzuchtige archivaris', constateert Armin, 'het vertoont gaten en verdichtingen, de kaartenbakken zijn omgevallen, de fiches in haast weer bijeengeraapt.' En als hij willens nillens de vrouw van een rivaal het hof maakt: 'Ik overhandig haar het kistje met de wijn en denk: dit is een B-film. En B-films lopen wel altijd goed af, maar zelf haal ik zelden het einde.' De passievrucht - een boek dat een minder woordspelige titel verdiend had - heeft een moraal die al zo oud is als Socrates. Armin achterhaalt de identiteit van Bo's vader, maar heeft zich daarvoor al gerealiseerd dat hij, met al zijn kennis, eigenlijk niets weet. Ken uzelf, is zijn drijfveer, ken uw ex-vrouw, uw vriendin, uw zoon en uw vader. Toch zou dat alleen niet genoeg zijn geweest voor een roman die dwingt tot doorlezen. Daarvoor zorgt Glastra van Loons knappe plot, die handig gebruik maakt van beproefde romantische elementen als het Verborgen Verraad, het Argeloze Kind en de Mysterieuze Geliefde. De passievrucht kwam onlangs terecht op de longlist van de Generale Bank Literatuurprijs; het moet raar lopen als Glastra van Loon begin oktober niet een van de zes nominaties in de wacht sleept. Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron De Volkskrant Publicatiedatum 23-07-1999 Recensent Aleid Truijens Recensietitel Ontgoocheling van een schijnverwekker 'Wereldwijd is een op de tien kinderen niet verwekt door de man waarvan men aanneemt dat hij de vader is. Dat cijfer is in de westerse wereld niet anders dan elders.' Dat is een verbluffend percentage, als je er even bij stilstaat bij het zien van een uitgaande school, of een crèche met leuke geëmancipeerde afhaalpapa's met draagzakbaby. Een op de tien is dus een schijnverwekker, hun geliefde een vreemdganster, een leugenaar. Deze nepvaders zijn de genetische verliezers op het slagveld van de liefde: 'Een op de vijfentwintig concepties vindt plaats terwijl zich in de baarmoeder van de betrokken vrouw minstens twee verschillende spermalegers bevinden.' Deze statistische gegevens treft Armin, de hoofdpersoon in de roman De passievrucht, aan tijdens zijn zoektocht naar de harde feiten over vruchtbaarheid, conceptie en de wegen der genen. Hij stort zich in het onderwerp sinds de dag dat een arts hem vertelde dat hij lijdt aan de ziekte van Klinefelter, een afwijking aan de geslachtschromosomen die tot totale onvruchtbaarheid leidt. 'De kinderen die een vrouw gaat baren, lijken op degene die ze liefheeft. Als dat haar man is, dan lijken ze op haar man. Als dat een echtbreker is, dan lijken ze op die echtbreker', leest hij in het voorwetenschappelijke Evangelie van Philippus. Ook die observatie geeft te denken: de 13-jarige Bo die hij al die tijd zijn zoon noemde, lijkt sprekend op hem. Natuurlijk, want Bo's moeder, de tien jaar geleden overleden Monika, hield van hem. Wat doet een man die na dertien jaar tot de verbijsterende ontdekking komt dat zijn kind zijn kind niet kan zijn? Dat het aanbiddelijke jongetje dat hij, de weduwnaar, elke dag koesterde, voorlas, in bad deed, met wie hij door de stad sjouwde, ging vissen en hagedissen zoeken, andermans zoon is? Dat zijn grote liefde een geheim meenam in haar graf, en hij bij zijn nieuwe vriendin nooit een kind zal kunnen verwekken? Zo'n man wil zich koste wat het kost wreken op de vader. 'Op de dader'. De vijandelijke spermalegers mogen aan zijn lamme zaadcellen een makkie hebben gehad, de tegenstander dient alsnog vermorzeld te worden. Dit intrigerende gegeven koos Karel Glastra van Loon voor zijn tweede boek, opvolger van de verhalenbundel Vannacht is de wereld gek geworden uit 1997. En hij werkt het op sublieme wijze uit. De roman is zorgvuldig opgebouwd. Het verbeten en systematische recherchewerk vormt de hoofdlijn in het verhaal. Armin maakt een lijst van verdachten. Hij zoekt hen op, confronteert de potentiële verwekkers met zijn waarheid, en moet de meesten weer doorstrepen op zijn lijst. Op één na, Niko, de softe versierder met wie Monika op een alternatief reisbureau werkte. Deze noemde zijn officiële oudste zoon óók Bo, de schoft. In zijn familiealbum treft Armin, onder valse voorwendselen bij zijn echtgenote binnengedrongen, een foto van Monika aan. Vreemd is alleen dat zijn Bo, Monika's Bo, geen steek lijkt op deze Niko. Het hoofdverhaal wordt doorsneden met hoofdstukken die in het verleden spelen. Daarin wordt het verhaal verteld van drie liefdes. Armins vijf jaar durende, zeer gelukkige verhouding met Monika, die stierf aan een hersenvliesontsteking. Zijn grote liefde voor Bo, met wie hij ontredderd achterbleef en voor wie hij bleef zorgen toen hij zich na Monika's dood onderdompelde in alcohol. En zijn liefde voor Ellen, Monika's vriendin, die hem uit het moeras trok en met wie hij ging samenwonen. In de jaren na Monika's dood stierven Armins moeder en vader. Sinds de komst van Monika had hij voor het eerst het gevoel dat zijn vader hem als zijn gelijke beschouwde, en niet langer als de mislukte zoon. Zijn vader was 'een alleskunner'. De roman eindigt met een klassieke catharsis. Tijdens een korte vakantie op Ameland, waar Armin en Bo naartoe is gegaan om tot rust te komen, barst zijn zelfbeheersing. Als hij de 14-jarige Bo 's ochtends in bed aantreft met een meisje, krijgen vader en zoon voor het eerst slaande ruzie. Armin, nog dronken van de nacht ervoor, schreeuwt dat hij zijn vader niet is. 'Hoor je dat? Ik ben je vader niet, je vader is een of andere rokkenjager uit Haarlem die niet van je moeder kon afblijven. Daar kijk je van op hè? Die lag ongetwijfeld ook al op zijn veertiende kleine meisjes te neuken!' En dan, als het eenmaal gezegd is, en Armin er schuldbewust in berust dat hij de verwekker niet zal achterhalen, vindt hij hem. Bij toeval. Het is iemand die niet op zijn lijstje stond. De passievrucht is geschreven in een hartstochtelijke, geladen stijl. De roman schiet vooruit als een springveer, verteld door een ik-figuur die zich hyperbewust is van zijn eigen, wonderlijke gedrag. Iemand die, woedend, jaloers en ontgoocheld als hij is, alle zintuigen op scherp heeft staan. Ieder uitgesproken zinnetje, iedere coïncidentie, iedere minieme verandering beschouwt hij als een aanwijzing. Door de uitgebalanceerde afwisseling van scènes uit verleden en heden word je als lezer gedwongen eigen hypothesen te ontwikkelen en te verwerpen. Kleine voorvallen uit het leven van zoon, vader en grootvader blijken onnadrukkelijk te 'rijmen' op elkaar. De schrijver heeft het geheel superieur in de hand. Maar die superioriteit wordt niet met trots vertoond. Glastra van Loon laat zijn verteller door het slijk wentelen. Bovendien heeft hij de verkwikkende eigenschap ook de meest gênante en kinderlijke gedachten, die iedereen het liefst snel wegduwt, gewoon op te schrijven. Zo zitten Armin, zijn vriendin Ellen en de begrafenisondernemer bij het lijk van zijn vader. 'We bespreken de dingen die op zo'n moment besproken moeten worden, precies zo als twee jaar geleden. Het is zelfs dezelfde man. Alleen mijn vader neemt niet deel aan het gesprek. Hij zit met gesloten ogen in zijn stoel.' Uiteindelijk vindt ieder in dit ingewikkelde kluwen van levens weer zijn plaats. De passievrucht, begonnen als een verbitterde speurtocht, eindigt als een roman over de genezende kracht van de liefde. Liefde tussen minnaars, vaders, broers en zonen. Een spannende, zeer ontroerende roman, met groot vakmanschap geschreven, waarin nurture uiteindelijk triomfeert over nature. De met blinde wetmatigheid opererende genen en chromosomen hebben in dit fascinerende gevecht ten slotte het nakijken. En dat is een geruststellende gedachte voor de vaders van een op de tien kinderen. Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron De Standaard Publicatiedatum 22-07-1999 Recensent Eva Berghmans Recensietitel Karel Glastra van Loon Het debuut van de Nederlandse Karel Glastra van Loon is een vernuftige combinatie van genres. De passievrucht (L.J. Veen, Amsterdam, 239 blz., 700 fr.) is tegelijkertijd een spannende detectiveroman en een ontroerend liefdesverhaal, dat zonder veel omhaal en pretentie existentiële vragen over liefde, vertrouwen en de dood aansnijdt. Daarbovenop krijg je terloops nog een rist boeiende wetenschappelijke faits divers toegestopt. Armin krijgt als vader van een dertienjarige zoon, Bo, te horen dat hij lijdt aan het syndroom van Klinefelter. Dat betekent dat hij al zijn hele leven onvruchtbaar is. Monika, de moeder van de jongen, is al tien jaar dood zodat er voor Armin niets anders opzit dan in ware detectivestijl hun gezamenlijke verleden uit te spitten om de werkelijke vader te identificeren. De passievrucht is een meeslepende getuigenis van iemand die plots beroofd wordt van wat hij voor waar aannam. Armins vaderschap bepaalde in grote mate zijn zelfbeeld. Monika was zijn grote liefde, maar moet men hem dus op z'n minst één keer hebben bedrogen. De belangrijkste vraag in het boek is misschien niet "Wie is de vader?", maar wel in hoeverre je de persoon kent die je het meest na staat. Ondanks de onthutsende ontdekking - Armins huidige vriendin drong aan op een vruchtbaarheidstest - en de vele verontrustende vragen die hij zich daardoor stelt, is dit geen zwaarwichtig boek. Karel Glastra van Loon toont zich een meester in nuanceren. Vooral Armin en Bo zijn levendige, veelzijdig geportretteerde personages. Hoe beladen de thematiek ook is, Armin vervalt nooit lang in clichés of emotionele uitersten. Hij verzuipt niet in een poel van zwaarmoedigheid maar hij twijfelt - op een intelligente, oprechte manier. De ik-figuur krijgt een groot deel van zijn kleur door de manier waarop hij verslag uitbrengt van zijn zoektocht en zijn herinneringen. Het boek is erg vlot geschreven en de ik-figuur bekijkt zijn casus in zijn betere momenten met een soort geamuseerde betrokkenheid. Dankzij zijn milde aanpak brengt Armin onrechtstreeks een ode aan de liefde. Zijn vastberaden en soms hilarische zoektocht naar de echte vader brengt een aanzienlijke dosis spanning in de roman, maar fungeert vooral als kapstok voor scènes die hulde brengen aan de liefde. De herinneringen aan Monika zijn doordrongen van romantiek en tederheid. Maar ook in die passages vind je geen spoor van ongenuanceerdheid: Glastra van Loons liefde is niet blind, zijn romantiek niet hol of zeemzoet. Ontroerd, en soms verbaasd, blikt Armin terug, haalt zich details over haar verschijning voor de geest, herinnert zich gesprekken waarin ze duidelijk elkaars gelijke en vertrouwenspersoon blijken. Doorheen de speurtocht verhaalt de ik-figuur ook hoe het hem na Monika's dood verging, wat in wezen een veel triester verhaal is dan het verlies van zijn biologische vaderschap. Het rouwproces voltrok zich grotendeels op café. De postume ontdekking van Monika's ovespel verandert zijn diepe gevoelens voor zijn eerste geliefde amper. Hetzelfde geldt voor zijn houding ten opzichte van Bo: Armins ratio prent hem in dat Bo vreemd bloed in zijn aders heeft, maar zijn vaderlijke emoties zijn sterker. Uiteindelijk is dit een optimistische roman: Armin heeft al heel wat illusies verloren maar slaagt erin zijn vermogen tot vertedering en liefhebben intact te houden. De passievrucht combineert het beste van een detective met het delicate van een liefdesroman en weet nagenoeg altijd de juiste toon te treffen. Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron Haarlems Dagblad Publicatiedatum 15-07-1999 Recensent Wim Vogel Recensietitel Echte vragen in 'De passievrucht' Rechter Azdak, die slimme Georgische boerenzoon uit Brechts Kaukasische Krijtkring, hoefde er niet lang over na te denken. Een kind behoort toe aan diegene die het koestert, beschermt, te eten geeft en opvoedt. In Brechts visie houdt Armin Minderhoudt zich bezig met een hersenschim. Natuurlijk is de dertienjarige Bo zijn zoon en natuurlijk is de vraag wie de biologische vader van Bo is wel een pijnlijke, maar geen essentiële. Maar de romantiek van het gevoel wordt door de pragmatische rationaliteit van een 'onweerlegbare' wetenschap in onze tijd steeds verder ondergraven. Tenzij ook die wetenschap natuurlijk niet minder onweerlegbaar blijkt te zijn en zelfs irrationele, mystieke kanten krijgt. In de eerste roman van Karel Glastra van Loon (1962), De passievrucht, stelt de auteur met flair oude vragen, actueel geworden door de vorderingen van het erfelijkheidsonderzoek, de sociobiologie en de biochemie. Door terug te grijpen op oude, apocriefe teksten, groeit er een vermoeden van een antwoord waarmee in ieder geval verder valt te leven. Het probleem van Armin Minderhout liegt er immers niet om. Tien jaar na de dood van zijn vrouw Monika, stelt een specialist nuchter vast dar Armin al zijn hele leven onvruchtbaar is. Met wie is dus zijn gestorven geliefde Monika ooit vreemd gegaan? Wie is de echte vader van Bo? Wat stelde hun relatie feitelijk voor? Wat weet Ellen, Monika's beste vriendin en nu Armins geliefde, ervan? Welke rol spelen oude vrienden en hoe zal Bo reageren? Armins ontplofte verleden, slaat zijn heden in scherven en maakt zijn toekomst problematisch. Hij twijfelt terecht aan alles en iedereen, niet in de laatste plaats aan zijn eigen rol als geliefde en als vader. In vijfenveertig korte scenische hoofdstukken grillig en bepaald niet chronologisch gemonteerd, bouwt Glastra van Loon verrassend snel en beeldend complete levens op van zijn personages voor wie je je wezenlijk gaat interesseren. Net als Tim Krabbé verzwijgt en suggereert hij veel, wat de spanning zeer ten goede komt. Maar het belangrijkste is dat dat fictionele verhaal ook nog ergens over gaat. Over de grenzen van de wetenschap, over de wijsheid van bepaalde klassieke teksten die troost, uit- en inzicht kunnen bieden waar de geleerden twijfels zaaien. Over hoe goed en hoe slecht wij onze geliefden, ouders en onszelf kennen. Natuurlijk ook over de liefde die niet zonder reden door de apocriefe evangelist Philippus vergeleken wordt met een parel: 'Als een parel in de modder wordt gegooid daalt haar waarde niet. En haar waarde stijgt niet als ze met balsemolie ingewreven wordt; in de ogen van de eigenaar behoudt zij haar waarde.' Het knappe van dit debuut schuilt voor mij vooral in zijn waarachtigheid die niets te maken heeft, want misschien lijkt dat zo, met vage New-Age-achtige filosofietjes. Glastra van Loon stelt vragen die niet alleen voor zijn hoofdpersoon confronterend zijn. Zijn beschrijving van de wijze waarop in het ziekenhuis sperma wordt afgetapt en verwerkt is hilarisch èn ontnuchterend. Maar achter die zakelijke, Darwinistische ontnuchtering doemen andere vragen op die minder gemakkelijk te beantwoorden zijn. Wie de vader van Bo dan wel is? Het is niet aan mij dat te onthullen. Niet dat dat verraad het boek minder lezenswaardig zou maken. De passievrucht overstijgt namelijk met gemak het niveau van de gemiddelde Who dunnit. De vragen daarna zijn de echte vragen. Dat Glastra van Loon die probeert te beantwoorden, is al heel wat. Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passievrucht, De Jaar van uitgave 1999 Bron HP/De Tijd Publicatiedatum 23-04-1999 Recensent Recensietitel Vader onbekend De naam Karel Glastra van Loon zei me niets, en toen ik zijn roman De passievrucht in handen kreeg, dacht ik eerst dat ik met een literair debuut van doen had. De achterflap leerde anders. In 1997 blijkt Glastra van Loon de verhalenbundel Vannacht is de wereld gek geworden te hebben geschreven, waarvoor hij zelfs de Rabobank Lenteprijs kreeg. Die bundel heb ik niet gelezen, en eerlijk gezegd dacht ik dat de Rabobank Lenteprijs een prijs was voor weermannen of tuinarchitecten. Maar dat is niet zo. De Rabobank Lenteprijs is een literatuurprijs, groot vijfduizend gulden. Toch bleek ik wel degelijk iets van Karel Glastra van Loon te hebben gelezen. In mijn boekenkast staat Herman, de biografie van een genetisch gemanipuleerde stier een journalistiek werkje dat Glastra van Loon samen met de journaliste Karin Kuiper heeft geschreven. Het geeft een handig overzicht van al het gemanipuleer rond de gemanipuleerde stier, maar enige literaire aspiratie spreekt er niet uit. Het is typisch zo'n boekje waarmee freelance-journalisten op een eerzame manier nog wat trachten bij te verdienen. Het is altijd gevaarlijk wanneer een journalist de literaire boer op gaat. Meestal is hoon zijn deel. Een volkswijsheid zegt dat iedere journalist ten minste tien romans in zijn la heeft liggen die zo slecht zijn dat geen enkele uitgever ze wil uitgeven. In Amerika staat het grensgebied tussen literatuur en journalistiek voor iedereen open, maar in Nederland zijn er nogal wat literaire veldwachters die de grens strak afbakenen. Van al deze overwegingen heeft Karel Glastra van Loon zich niets aangetrokken. Hij heeft een puur literair werk geschreven, waarvan eigenlijk alleen de laatste twee pagina's herinneren aan zijn nonfictie-werkzaamheden. Die laatste twee pagina's bevatten een verantwoording en een woord van dank. Volgens wat ik nu maar even het Adriaan van Dis-complex noem, wordt elk citaat daarin verantwoord, zodat er straks geen nare beschuldiging van plagiaat kan komen. En alsof het een proefschrift betreft, bedankt de auteur ook nog zo'n beetje zijn hele kennissenkring, alsmede Karin, 'met wie ik urenlang boomde'. Dat alles is natuurlijk erg sympathiek, maar het ook doet een beetje knullig aan. Het is de enige knulligheid in de roman, want De passievrucht is een klein meesterwerk. Lezers van deze recensies weten dat ik een dergelijk woord niet snel gebruik, maar De passievrucht is van het begin tot het eind een meeslepend boek. Het is spannend, geestig en het gaat over een opmerkelijk geval dat waar gebeurd kan zijn en vermoedelijk ook waar gebeurd is. Ik vond het zelfs een bijzonder opwekkend boek, waarin de schrijver aan het slot ook nog het allerzwartste scenario weet te vermijden, zonder sentimenteel te worden. Wat mij betreft mag het zo genommeerd worden voor een prijs met wat meer gewicht dan de Rabobank-vlinders-in-je-buik-prijs. Nu de jury van de Libris-prijs dit jaar een zwakke Mulisch en een wezenloze Nooteboom heeft voorgedragen, zou ze zich het komend jaar kunnen revancheren met De passievrucht. Anders dan het boek over de stier Herman, gaat De passievrucht niet over genetische manipulatie, maar afstamming speelt wel een grote rol. De hoofdpersoon woont samen met zijn vriendin Ellen en zijn zoon Bo, die hij heeft meegenomen uit een voorgaande verhouding. Die voorgaande verhouding werd beëindigd doordat Monika, de moeder van zijn kind, plotseling kwam te overlijden. Ook Ellen wil een kind, maar helaas wil dat niet lukken. De roman begint met een scène in het ziekenhuis waarin de hoofdpersoon te horen krijgt dat hij degene is, althans zijn zaad, die verantwoordelijk is voor het uitblijven van nageslacht. Hij lijdt aan het syndroom van Klinefelter, een afwijking aan de chromosomen die hij bij zijn geboorte heeft meegekregen. Dat betekent dat hij zijn hele leven al onvruchtbaar is en dat zijn zoon Bo daarom ook niet van hem kan zijn. Die openingsscène is met veel vaart en humor geschreven en zet onmiddellijk de toon van het boek. Vanaf dat moment ligt niet alleen het leven van de hoofdpersoon in scherven, maar natuurlijk ook dat van zijn zoon Bo, al weet die nog van niks. Alleen Ellen blijft opmerkelijk koel onder de dramatische omstandigheden, en de lezer zal later begrijpen waarom. Het knappe van De passievrucht is dat het met veel psychologisch inzicht is geschreven. De hoofdpersoon doet steeds wat ik in zo'n situatie ook zou hebben gedaan - tenminste dat vermoed ik. Hij laat zijn zoon, die inmiddels 'zijn zoon' is geworden, voorlopig in onwetendheid, maar wel gaat hij op zoek naar de echte vader, ook wel 'de dader' genoemd. Daarvoor moet hij zijn geheugen pijnigen met de onaangename vraag: met wie is Monika indertijd allemaal vreemdgegaan? Het oplossen van dit raadsel brengt hem bij een hele reeks van potentiële vaders, die natuurlijk ook niet zitten te wachten op het goede nieuws. Het is een zoektocht waarin Glastra van Loon zich een rasschrijver betoont. Telkens komt de hoofdpersoon voor nieuwe verrassingen te staan, maar tot aan de pointe aan het slot lijken die zo natuurlijk voort te vloeien uit de gebeurtenissen dat het verloop aannemelijk blijft. Een fraaie wending krijgt het verhaal als de hoofdpersoon meent de echte vader te hebben gevonden. Lang draait hij erom heen, hij probeert zelfs nog even de vrouw van de vermeende vader te verleiden - overigens vooral in zijn fantasie - maar ten slotte laat hij zich overtuigen tot het inzicht dat niemand gebaat zou zijn bij de waarheid. Het huwelijk van de echte vader zou erdoor verwoest worden, en zoon Bo zou ook niet geholpen zijn met de harde feiten. Dat de vermeende vader later helemaal niet de vader blijkt te zijn en dat nieuwe onthullingen hem te wachten staan, weet de hoofdpersoon op dat moment nog niet. Hij weet ook nog niet dat Ellen alles al weet. Hoe De passievrucht afloopt, lijkt mij verder iets dat de lezer zelf maar moet uitvinden. Karel Glastra van Loon is volgens de flaptekst van 1962 en hij moet 36 of 37 zijn. Of je zo iemand nog een jong schrijver moet noemen, weet ik niet. Nabokov had op die leeftijd al een oeuvre op zijn naam staan. Maar kennelijk is het in Nederland mogelijk je buiten de gevestigde paden om te ontwikkelen tot een volwassen schrijver. Dat is in zekere zin ook een geruststelling. Glastra van Loon laat ook zien dat de journalistiek niet per se een kerkhof behoeft te zijn voor literaire ambities. In De passievrucht wordt nogal wat genetische kennis aangedragen, die hij tijdens zijn journalistieke werkzaamheden moet hebben opgedaan. Vanzelfsprekend zal ik nu spoedig ook vannacht is de wereld gek geworden gaan lezen. Ik ben al drie boekhandels af geweest, maar daar hadden zij het niet. Ik blijf zoeken. Zo'n Rabobank Lenteprijs krijg je natuurlijk niet voor niets. Schrijver Glastra van Loon, Karel Titel Passionsfrucht : Roman (vert. van: De passievrucht, 1999) Jaar van uitgave 2000 Bron Frankfurter Allgemeine Zeitung Publicatiedatum 28-09-2001 Recensent Thorsten Gellner Recensietitel Mein Sohn is nicht mein Sohn? : Lebenshilfe inklusive: Karel G. van Loon bekämpft die Autoritäten Ganz der Papa: das leicht vorgeschobene Kinn, die gleichen Augen, der etwas kleinere linke Fuss. Armin Minderhout kann wirklich stolz sein auf seinen nicht nur optisch geradezu ebenbildlich geratenen Sohn Bo. Nach dem frühen Tod der Mutter leben die beiden mit Ellen, Minderhouts neuer Freundin, zusammen, und nun soll ein zweites Kidn das Glück der kleinen Patchwork Familie vervolkständigen. Als das nicht so recht klappen will, zieht man einen Artz zu Rate. Dessen Diagnose fällt für Armin äusserst ungünstig aus: "Sie sind unfruchtbar. Dagegen lässt sich nichts machen. Und nicht nur das, Sie sind es ausserdem - und mir ist klar, dass sa jezt ein Schok für Sie ist - immer schon gewesen." Das sitzt. Die von Freunden so betonte Ähnlichkeit zwischen Vater und Sohn, die auf das rekonstruierte Zeugungsdatum fallende heibbe Liebesnacht in dem winzigen Renault 5 - alles ein Irrtum, dem Armin immerhin dreizehn Jahre seines Lebens anhing. "Klinefelter-Syndrom" lautet die medizinische Bezeichnung der Geslechtschromosomen-Anomalie, an der Minderhout leidet. Natürlich will der gehörnte Witwer wissen, wer der wahre Erzeuger seines Sohnes ist, mit wem ihn seine grosse Liebe damals betrogen hat. Eine Liste mit den überlichen Verdächtigeni ist schnell erstelt: Exfreund, Arbeitskollege, Hausarzt. Armin Minderhout klappert, ganz Amateurdetektiv, einen nach dem anderen ab, um mit ihnen verbale Vaterschaftstests durchzuführen. So wird due Wahrheitsfindung für den Helder zur Obsession; mit stierem Blick irrt er durch die Vergangenheit, ohne zu bemerken, dass ihm dabei seine Zukunft zu entgleiten droht. Er fängt wieder an zu trinken, so wie damals, als seine Frau Minika viel zu früh starb und ihm mit dem kleinen Bo zurückliess. Das Kleinkind unter dem Arm, schlich er damals ziellos durch das Amsterdamer Kneipenviertel. Dort sässe er vermutlich heute noch, hätte er nicht in Ellen, Monikas bester Freundin, eine Nachfolgerin gefunden. In seinem Roman "Passionsfrucht" schildert der Niederländer Karel G. van Loon die Erlebnisse des Frau-, Kind- und glücklosen Armin Minderhout, indem er Elemente des Detektiv- und Liebesromans, ja sogar des Entwicklungsromans miteinander kombiniert. Vor allem die Darstellung der ungewönlichen Vater-Sohn-Beziehung nimmt sich angenehm unverbraucht und authentisch aus. Und die Einzigartigkeit einer verlorenen ersten Liebe so zu erzählen, dass sie dem Leser auch als einzigartig erscheint, obwohl sie schon so oft erzählt wurde, ist schon ein kleines Kunststück. Aber auf diesen aufrichtigen Erzählgestus allein will sich der Autor offenbar nicht verlassen. So versucht er zwanghaft, sein Buch mit einer Art altagsphilosophischem Gebrauchswert zu unterfüttern, was sich in eifrig kolportierten Lebensweisheiten unangenehm bis peinlich niederschlägt: "Das ist es, was die Menschen tun: sie nehmen an, dass Dinge stimmen, weil irgendeine Autorität es ihnen gesagt hat und weil andere auch sagen, dass es stimmt. Ob es aber wirlich stimmt, ob die Dinge sind, wie wir glauben, das wissen die meisten Menschen überhaupt nicht. Das darfst du nie vergessen." Obendrein läuft dem Autor die eingewobene Detektivstory aus dem Ruder. Als Triebfeder des Romans angelegt, erweist sich die Suche nach dem potenten Täter schon bald als ausgesprochen ausgeleiert: ein aufmerksamer, mit den Regeln des Genres einigermassen vertrauer Leser wird bereits nach etwa zwanzig Seiten ahnen, wer Bos biologischer Papa ist. Loon dagegen lässt seinen armen Helden noch weitere 200 Seiten ahnungslos und mächtig betroffen durch die Amsterdamer Kulisse tappen, bis er eher zufällig auf die Wahrheit stösst. Bei Hitchcock is ein solcher Wissensvorsprung des Zuschauers beabsichtigt und Teil des Suspenze-Konzeptes, Loon indes scheint sein Publikem zu unterschätzen und präsentiert am Ende ganz stolz seine vermeintlich übberaschende Pointe, die freilich keine mehr ist. Der Mörder ist immer der Gärtner - also der, den man am wenigsten verdächtigt. Und sas sollte auch im Land der gepflegten Tulpenrabatten mittlerweile bekannt sein. ?? [stuk ontbreekt??]