Essay: Manieren van adaptatie – Hoe kan een film verfilmd worden? Hoe verandert een boek naar een film? Dat is een vraag waar veel theoretici op willen antwoorden. Er waren veel pogingen om de manieren van adaptaties te beschrijven. Vooral vanaf de jaren 70 probeerden jonge geleerden zoals Geoffrey Wagner, Dudley Andrew, Gillian Parker en andere manieren van adaptaties te clasificeren en categorieën te vormen. Het criterium was voor hun de overeenkomst van het boek en de adaptatie. Volgens de vaklieden kan geen van de adaptaties de complexheid van de relatie tussen een boek en een film bevatten. Dat is een feit waarmee moet rekening worden gehouden bij het spreken over verschillende manieren van adaptaties. Ik heb de beschrijving van van de manieren van de adaptaties van Geoffrey Wagner gekozen. Hij schrijft in zijn boek „The Novel And The Cinema“ over drie mogelijkheden: 1. Transpositie, 2. Commentaar en 3. Analogie. Bij de transpositie lijkt het boek het meest op de film. Dat betekent dat een adaptatie waarlijk is aan het origineel en dat tot geen grote ingreep naar het verhaal komt. Bij het commentaar komt tot een bepaalde afwijking van het origineel, de naratieve kern blijft volgens Wagner dezelfde, alleen de text wordt veranderd. Bij de derde mogelijkheid, de analogie, komt tot een groot ingreep naar het verhaal waardoor een nieuw kunstwerk onstaat. Het origineel is dus een grove stof die gewerkt wordt. Als een typisch voorbeeld van transpositie zou ik het boek „Obsluhoval jsem anlického krále“ van Bohumil Hrabal noemen. Hoewel zijn stijl van schrijven heel levendig en praatlustig is wat voor de verfilming heel moeilijk kan zijn, bleef de regiseur trouw aan het origineel. Als we het over het heel verhaal hebben, hoort volgens mij de verfiming van „De passievrucht“ naar de groep transpositie. Hoewel er de manieren van adaptatie gemengd gebruikt worden, blijft de regiseur zo veel mogelijk trouw aan het origineel. Hier waren we het met Karolina niet mee eens. Volgens haar zijn er grote verschillen tussen het boek en de film vooral bij de relaties tussen de hoofdpersonen. Natuurlijk moeten we meer invalshoeken in overweging nemen. Bij voorbeeld de relatie tussen Bo en Armin wordt in de film meer naar voren gehaald. In het boek wordt ook meer over Monika gesproken. In deze invalshoek (de relaties tussen de hoofpersonen) heeft Karolina gelijk. Maar ik had het over de linie van het verhaal. Als we het zouden delen, krijgen we drie belangrijke delen van het verhaal: 1. Armin komt te weten dat hij niet de vader van Bo is, 2. Armin zoekt de echte vader van Bo, 3. Armin komt te weten hoe de echte vader van Bo is, er komt tot een vergeving. Dezelfde linie wordt ook in het boek gehouden. De afwijkingen in de film hebben volgens mij niets met het verhaal te maken. Karolina noemt bij voorbeeld het feit dat Bo in het boek de hele tijd niet weet dat Armin niet zijn vader is. Dat veroorzakt dat er geen spanning tussen Armin en Bo onstaat wat in de film wel gebeurt. Bij de relatie tussen Bo en Armin wringt de schoen nadat Armin aan Bo vertelt dat hij zijn vader niet is. Zoals de Wagner´s theorie zegt, verandert de regiseur (bij het commentaar) het verhaal een beetje om een bepaalde doel te bereiken. Hier is de doel klaar – zonder een spanning zou de toeschouwer zich vervelen. De film moet meer aantrekkelijk zijn. In het boek worden meer de gevoelens van Armin beschreven, daar is volgens mij geen groot conflict nodig. Maar in de film waar de gevoelens vooral door een beeld worden opgevangen, is meer een spanning nodig. Waar het Karolina ook over had was de relatie tussen Monika en Armin. In het boek wordt die meer beschreven. Het gaat meer over liefde volgens Karolina. Maar in mijn invalshoek (het verhaal als een geheel) komt er tot geen grote afwijking. Zowel de lezer als de toeschouwer kan volgens mij de liefde tussen Armin en Monika voelen. In het boek wordt er meer over gepraat, in de film is een vluchtige blik genoeg. En hoewel ze van elkaar hielden, heeft ze met zijn vader geslapen – wat het belangrijkst moment in het heel verhaal blijft. De spanning tussen Ellen en Armin is te voelen zowel in het boek als in de film. Ellen is de enige persoon die de hele tijd het waar kent. Hier bleef de regisseur ook trouw aan het origineel. Daarbij gebruikte hij enkele dialogen ook in de film. Bij voorbeeld de ruzie tussen Armin en Ellen: E: „Waarom is het, Godverdommen, zo belangrijk om te weten hoe dat is?“ A: „Omdat ik het Godverdommen niet ben, daarom.“ Er zijn natuurlijk meer mogelijkheden hoe we op de verschillende manieren van adaptaties op kunnen kijken. We kunnen ze beoordelen op basis van dialogen, de linie van het verhaal, de relaties tussen de personen, de tijd waneer het verhaal gebeurt ezv. Zoals ook de geleerden toegeven, geen van de manieren kan de relatie tussen een boek een een film complex beschrijven. Zo kunnen we een adaptatie tegelijkertijd als een transpositie en als een analogie beoordelen. Toch ben ik bij de verfilming van „De Passievrucht“ zeker dat het hier behalve de kleinere afwijkingen (Bo weet/weet niet dat Bo niet zijn vader is) om een transpositie gaat. Aan het eind zou ik nog graag mijn relatie tot de film en het boek beschrijven. Ik hou van het lezen van boeken. Mensen kunnen daardoor hun fantasie trainen. Maar deze keer heb ik eerst de film gezien wat mij veel beinvloed heeft. Ik vond het boek te omslachtig – in vergelijking met de film die een vlote verloop heeft. Toch vond ik het verhaal zowel bij de film als bij het lezen van het boek heel mooi. In beide mogelijkheden was ook het eind hetzelfde: Armin, Bo en Monika verzoenen zich met elkaar en beginnen een nieuw misschien ook een meer tevreden leven.