“checklist” essay Scripties worden beoordeeld op (1) inhoud, (2) vorm en (3) taal. Elk onderdeel weegt in de beoordeling evenveel mee. Ook essays kunnen aan de hand van die driedeling geëvalueerd worden. Hieronder vind je enkele belangrijke beoordelingscriteria. Ook vind je telkens een paar suggesties: waar moet je op letten als je een wetenschappelijk essay schrijft? Deadline essay = 15 januari 2010 Omvang essay = min. 1500 woorden Het essay telt mee voor 50% van de punten (1) INHOUD (+ methode) § Bevat het essay een vraagstelling? § Wordt de vraagstelling duidelijk omschreven? § Wordt de methodologie verantwoord? (bij scriptie) § Wordt de vraagstelling beantwoord? § Is het antwoord overtuigend? ~ is de argumentatie overtuigend? § Wordt de vraagstelling systematisch beantwoord? (stap voor stap, op een overzichtelijke en op voorhand uiteengezette manier) Enkele suggesties: § Je bespreekt met je medestudenten wie welk onderwerp kiest. Bedenk dan een specifieke vraagstelling. § Zet al in de inleiding uiteen wat jouw vraagstelling is. Formuleer je vraagstelling helder en precies. § Let op met algemene uitspraken: ook je argumentatie moet precies zijn § Meestal is het niet genoeg om slechts één argument te geven om een bepaalde stelling te onderbouwen. § Zorg ervoor dat je tekst één geheel vormt en dat het géén losse opeenvolging van citaten en uitspraken is waar de lezer zélf de structuur in moet aanbrengen en de argumentatie en het antwoord in moet zoeken. § Gebruik niet teveel letterlijke citaten. Vaak is het beter om iets te parafraseren (uiteraard ook met bronvermelding). Jij moet zelf het werk doen en je centrale vraag zó stellen dat je zélf onderzoek doet, en niet alleen afhankelijk bent van wat andere auteurs erover zeggen. § Zorg ervoor dat alles wat je schrijft relevant is, d.w.z. betrekking heeft op je vraagstelling, dat alles naar het antwoord op jouw centrale vraag toewerkt. § Maak een onderscheid tussen de werkelijkheid en verhaalniveau, tussen auteur en personages,… (2) VORM § Worden bronnen in de tekst correct aangehaald? § Zijn de bronvermeldingen volledig? § Is de bibliografie in orde? (d.w.z.: bevat de bibliografie een alfabetisch gerangschikte lijst van gebruikte bronnen?) § Is de lay-out in orde/overzichtelijk/consequent? Conventies i.v.m. bronnen: § Zowel letterlijke citaten (tussen aanhalingstekens: “…”) als parafrases moeten telkens voorzien worden van een bronvermelding. Ook als je een uitspraak doet die gebaseerd is op een andere publicatie of als je ergens informatie vandaan haalt, moet je je bron noemen! § Je mag in principe kiezen op welke manier je citeert, maar wees consequent. Kies óf voor de Harvardstijl, óf voor citeren in voetnoten. Beschrijf je bronnen op een uniforme manier. Als je bijv. op het einde het jaartal van publicatie noemt, doe dat dan overal zo. § Welk systeem je ook gebruikt, de volgende elementen maken deel uit van elke bronvermelding: de naam van de auteur, de titel van het boek (meestal cursief), de plaats van uitgave (eventueel ook de uitgever), het jaartal van uitgave. Als je maar één onderdeel uit het boek hebt gebruikt, vermeld je dat gewoonlijk ook. Het hoofdstuk zet je dan meestal tussen aanhalingstekens, en de paginanummers zet je achteraan. Als het om een artikel gaat, vermeld je de titel van het artikel (meestal tussen aanhalingstekens: “…”) + het tijdschrift (in de neerlandistiek worden tijdschriften ook in de hoofdtekst meestal cursief gezet: bijv.: Barbarber), nummer, jaargang, jaartal + paginanummers. Bij krantenartikelen ongeveer hetzelfde: de naam van de krant cursief en de precieze datum. Ook bij internetbronnen vermeld je auteur, titel, eventueel “paginanummers” en eventueel andere gegevens. Je vermeldt de link en wanneer je de link geraadpleegd hebt. Hieronder enkele voorbeelden, resp. van een boek, een hoofdstuk uit een boek, een artikel in een tijdschrift, een recensie in een krant en een publicatie op internet: § M. van Buuren, De boekenpoeper. Over het groteske in de literatuur, Assen, 1982. § K. Beekman, ‘Literatuurkritiek in de wetenschap’. In: T. van Deel, M. Mathijsen en G. de Vriend (red.), Kijk op kritiek. Essays voor Kees Fens, Amsterdam, 2004, p.198-206. § K. Rekvelt en H. Verdaasdonk, ‘De kunstsociologie van Pierre Bourdieu’. In: De revisor 8 (1981), afl. 3, p.49-57. § K. Jonckheere, ‘Zeer verlaten reiziger. Gedichten van Gust Gils’. In: Het Laatste Nieuws, 05-04-1955. § J.J. Mak, ‘Inleiding’. In: De gedichten van Anthonis de Roovere. Naar alle tot dusver bekende handschriften en oude drukken. Zwolle, 1955, p.7-18. Geraadpleegd 21-03-2009 op: http://www.dbnl.org/tekst/roov002jjma01_01/roov002jjma01_01_0002.htm Nog een paar conventies: § Zet titels van boeken cursief; gedichten worden meestal tussen aanhalingstekens gezet. Bijv.: Het gedicht “Speed” komt uit De voorbode van iets groots (2006) van Dirk van Bastelaere. § Ook titels van films zet je cursief. § Als je een nieuwe titel noemt, vermeld dan het jaartal waarin het voor het eerst werd gepubliceerd tussen haakjes. Bijv.: Tongkat (1999) § Als je een nieuwe naam noemt, moet je die persoon “introduceren” – d.w.z. je moet kort aangeven wie deze persoon is. Je schrijft dus niet: “We kunnen het werk van Arjen Duinker vergelijken met dat van Fernando Pessoa”. Als de naam voor het eerst valt, wordt meestal ook tussen haakjes vermeld wanneer de auteur werd geboren + wanneer hij is overleden. Je schrijft dus bijvoorbeeld: “We kunnen het werk van Arjen Duinker vergelijken met dat van de Portugese dichter Fernando Pessoa (1888-1935).” § De titel van je essay of van een paragraafje en de hoofdtekst zijn twee aparte dingen. Als de titel luidt “De voorbode van iets groots van Dirk van Bastelaere”, schrijf dan niet als eerste zin: “Ik zal het over de dichtbundel van deze auteur hebben”. Maar: “Ik bespreek in dit essay de dichtbundel De voorbode van iets groots (2006) van de Vlaamse dichter Dirk van Bastelaere (°1960)”. (3) TAAL § Is de taal in orde – d.w.z. staan er geen taal-, typ- en spelfouten in? § Is het stijlregister aangepast aan de wetenschappelijke aard van het werk? (formeel stijlregister; een juist gebruik van literatuur- en filmhistorische termen) Enkele suggesties: § Je mag “ik” gebruiken; jezelf als auteur met “we” aanduiden wordt wel gedaan, maar klinkt erg formeel en wordt als ouderwets beschouwd. § In de neerlandistiek zijn wetenschappelijke essays doorgaans vrij zakelijk, formeel. Relatief korte, duidelijke zinnen verdienen de voorkeur boven lange zinnen met veel komma’s en adjectieven. Ook is het niet gebruikelijk om zinnen te schrijven als: “Ik zou in dit essay graag de rol van de verteller in boek x willen bespreken”. Je schrijft waar het op staat: “In dit essay bespreek ik de rol van de verteller”. § Hanteer consequent één tijdsvorm als je een verhaal bespreekt: heden of verleden Enkele handige woorden (voor woorden i.v.m. films: zie hand-outs; college 2) de schrijver – de auteur – de dichter de verteller – de ik-verteller – de hij-verteller – de focalisator – het lyrische ik het personage (vs. de persoon) – het hoofdpersonage / de protagonist – de ikpersoon het oeuvre – het werk de roman (meervoud: romans) – de dichtbundel – de verhalenbundel – het toneelstuk de titel (is getiteld, heeft als titel) het hoofdstuk – de passage – de alinea – de paragraaf de strofe – de (dicht)regel / het vers het verhaal – het gedicht de vorm – de inhoud het rijm – het vrije vers – de alliteratie – de assonantie – het sonnet – het rijmschema het enjambement – het chiasme – het parallellisme het metrum de paradox de vergelijking – de metafoor het thema – het motief beschouwen als Lucebert, die wordt beschouwd als één van de grootste Nederlandstalige dichters van de twintigste eeuw ontving in 1965 de Constantijn Huygensprijs. gaan over De verloren savanne is de titel van een historische roman van Lisette Lewin. Het boek gaat over de zoektocht van een Nederlandse vrouw naar haar joodse wortels in Suriname. vertellen In het boek De Boekendief vertelt de Dood het verhaal van Liesel, een leesgierig meisje in Nazi-Duitsland. De gebeurtenissen worden verteld vanuit het gezichtspunt van Dora. Zij is in deze roman de focalisator. beschrijven In deze roman wordt de identiteitscrisis van een soldaat tijdens de Tweede Wereldoorlog beschreven. karakteriseren (als) Celibaat, Walschaps vorige roman, heb ik gekarakteriseerd als een meesterlijke combinatie van epische zakelijkheid en psychologische intuïtie. In het eerste hoofdstuk wordt Hedwig gekarakteriseerd als "een Hollandse vrouw, maar met bloed in zich van uitheemse voorouders." kenmerken Het taalgebruik in Een dagje naar het strand wordt gekenmerkt door ironie, humor en gematigd sarcasme. sprake zijn van In dit gedicht lijkt sprake te zijn van een paradox. centraal staan In het derde boek van Cecelia Ahern staat het leven van de serieuze, perfectionistische Elizabeth centraal. een belangrijke rol spelen In alle drie de fragmenten speelt het water een belangrijke rol. naar voren komen Vergankelijkheid speelt in zijn werk een grote rol. Dat komt goed naar voren in het volgende gedicht. bestaan uit De bundel Waterstilte van Wout Joling bestaat uit acht onderdelen. illustreren = een voorbeeld zijn van Van alle gedichten die Kopland heeft geschreven, illustreert het volgende misschien wel het best hoe het 'mechaniek van de ontroering' werkt. Van alle gedichten die Kopland heeft geschreven, is het volgende misschien wel het beste voorbeeld van hoe het 'mechaniek van de ontroering' werkt. iets willen zeggen met iets Poëzie is kinderspel heet dit gedicht van Lucebert. Wat wil hij daarmee zeggen? situeren Het verhaal is gesitueerd in een wereld die hij goed kent: een door de Britten gecontroleerd Jeruzalem. zich ergens afspelen Het speelde zich af op een begraafplaats bij een kerk of klooster, precies zoals het gedicht suggereert. suggereren Het speelde zich af op een begraafplaats bij een kerk of klooster, precies zoals het gedicht suggereert. Andere woorden: Een spotlied is een lied met satirische inhoud waarin afwijkend menselijk gedrag wordt geridiculiseerd en bekritiseerd. In zijn tweede roman bekritiseert Bragilo het glamourleven van de grote stad. In zijn tweede roman geeft hij kritiek op het glamourleven van de grote stad. In zijn nieuwe roman In het huis van de dichter schetst Brokken een intens en rijk gekleurd beeld van een getormenteerde mens. Zoals blijkt uit de tweede strofe wil Lucebert niet alleen de liefde ontmaskeren, maar ook de deugd. Luceberts ontwikkeling laat echter niet alleen inhoudelijke verschillen zien, ook zijn techniek en esthetische idealen veranderden. In het boek laat hij zien hoe muziek mensen kan drijven tot flauwtes, trances en beroertes.