2019
De verstaanbaarheid van “Standaardnederlandsen” voor vergevorderde NVT-studenten in Centraal-Europa
ROYEAERD, Sofie Rose-Anne W.Základní údaje
Originální název
De verstaanbaarheid van “Standaardnederlandsen” voor vergevorderde NVT-studenten in Centraal-Europa
Název anglicky
The Intelligibility of Standard Dialects of Dutch for Advanced Students of Dutch as a Foreign Language in Central Europe
Autoři
ROYEAERD, Sofie Rose-Anne W. (56 Belgie, garant, domácí)
Vydání
Brünner Beiträge zur Germanistik und Nordistik, Masarykova univerzita, 2019, 1803-7380
Další údaje
Jazyk
nizozemština
Typ výsledku
Článek v odborném periodiku
Obor
60203 Linguistics
Stát vydavatele
Česká republika
Utajení
není předmětem státního či obchodního tajemství
Odkazy
Kód RIV
RIV/00216224:14210/19:00116439
Organizační jednotka
Filozofická fakulta
Klíčová slova anglicky
standard language; Teacher Dutch; Dutch as a Foreign Language; language variation; intelligibility
Štítky
Příznaky
Mezinárodní význam, Recenzováno
Změněno: 1. 4. 2021 15:20, Mgr. Vlastimil Brom, Ph.D.
V originále
In toenemende mate komen studenten Nederlands als Vreemde Taal (NVT) in contact met andere variëteiten van het Nederlands dan ze krijgen aangeleerd aan de universiteit. Om studenten voor te bereiden op deze pluralistische en complexe taalrealiteit, is het noodzakelijk om een beeld te krijgen van de verstaanbaarheidsproblemen die zij ervaren en van de oorzaken die hieraan ten grondslag liggen. In dit artikel wordt gefocust op de standaardvariëteiten van het Nederlands. Er wordt tevens kort ingegaan op de resultaten van een distinctietest, waarin studenten werden gevraagd het correcte natiolect (Nederlands-Nederlands of Belgisch-Nederlands) te identificeren. In navolging van Grondelaers, Van Hout en Van Gent (2016) worden vier variëteiten onderscheiden, namelijk de virtuele standaard ("Neutral Standard Dutch") en de vitale standaard ("Teacher Dutch") in beide genoemde nationale variëteiten. In een opinietest werd door 42 respondenten (allemaal masterstudenten Nederlands in Centraal-Europa) een inschatting gegeven van de verstaanbaarheid van 12 audiofragmenten. Daaruit kwam naar voren dat de verstaanbaarheidsscores van de stimuli van het "Neutral standard Dutch" significant hoger lagen dan die uit het corpus van het "Teacher Dutch", hoewel de gemiddelde spreeksnelheid vergelijkbaar is en de lexicale moeilijkheidsgraad van de stimuli uit de eerstgenoemde groep door een controlegroep hoger werd ingeschat. Dit lijkt erop te wijzen dat andere factoren, zoals uitspraak en prosodische kenmerken, de gerapporteerde verstaanbaarheid in sterkere mate beinvloeden. Verder onderzoek met een groter aantal stimuli, zodanig gemanipuleerd dat het aantal variabelen wordt geminimaliseerd, is echter nodig om dit te kunnen bevestigen. De voorlopige resultaten van dit kleinschalige experiment lijken er niettemin op te wijzen dat het voor het NVT-onderwijs zinvol is om een onderscheid te maken tussen virtuele en vitale standaardvariëteiten. Zowel studenten als docenten zouden baat hebben bij een grondige en op onderzoek gebaseerde beschrijving van deze "Standaardnederlandsen".
Anglicky
Increasingly, students of Dutch as a Foreign Language come into contact with other varieties of Dutch than are taught at university. If we want to prepare them for real life language situations that are pluralistic and complex, it is necessary to get a picture of the intelligibility problems that they experience and the causes that underlie them. In this article, our focus is on the intelligibility of standard dialects of Dutch. We also briefly discuss the result of a distinction test, in which students were asked to identify the national variety (Belgian Dutch or Netherlandic Dutch). Following Grondelaers, Van Hout and Van Gent (2016), we distinguish four dialects, namely the virtual (“Neutral Standard Dutch”) and the vital standard language (“Teacher Dutch”) in both national varieties. By means of an opinion test, the intelligibility of 12 audio fragments was assessed by 42 master students of Dutch in Central Europe. The stimuli representing “Neutral Standard Dutch” received significantly higher scores than the “Teacher Dutch” stimuli, even though the average speech rate was comparable and the lexical difficulty of the former was estimated to be higher. This may indicate that other elements, such as pronunciation and prosodic features, are the main factors in explaining the difference in intelligibility scores. Further research with a larger selection of stimuli, manipulated to minimize the number of variables, is, however, needed to map this out. Nonetheless, the preliminary results of this small experiment suggest that both teachers and students of Dutch as a Foreign Language could benefit from a better, research based, description of the “vital” standard dialects of Dutch, which at the moment seems to be lacking.